Journalistiek en de vloek van de talkshow
Gaat het in de Verenigde Staten beter dan in Nederland? Nederland wordt weleens positief vergeleken met de VS, maar daar is minder reden voor dan je misschien zou denken. Wel is er een groot verschil in journalistiek.
Dit artikel van Maarten van Rossem laat goed zien hoe veel mensen naar de VS kijken: zij zijn gepolariseerd, wij hebben een poldercultuur. Daar ga je failliet als je ziek bent, en hier niet. Daar is de kloof tussen arm en rijk groot, hier is dat minder zo.
Maar hoe weten we dat het in de VS zo slecht gaat? Dat komt vooral door het nieuws daar. Zo werd in 2009 al geschreven over de enorme effecten van zogenaamde “medical debt” in de VS, waar dit de grootste reden achter faillissement is.
In het verlengde daarvan weten we door journalistieke programma’s als Last Week Tonight over de schade die zogenaamde “televangelisten” veroorzaken, door te beloven dat ze je kunnen genezen als je geld aan hen doneert.
Een deel hiervan zal verklaard kunnen worden door de politieke geaardheid van verschillende massamedia. In de VS valt veel media in het kamp van ofwel de Republikeinen ofwel de Democraten. Democratische media focussen op nieuws dat hen goed uitkomt.
Dat legt, in ieder geval sinds de presidentscampagnes van Obama, een focus op inkomensongelijkheid, aangezien dat een van zijn speerpunten was. Al jaren rekenen ze af met de gevolgen van Reaganonomics, de grote liberalisering van de economie.
Is die polarisering goed? Aan de ene kant zorgt het ervoor dat onderwerpen als economische ongelijkheid worden belicht. Anderzijds zijn media in de VS onverschillig over problemen die politiek “onhandig” zijn, zoals de oorlogsmisdrijven van Israël.
En natuurlijk het grote punt: noch de Republikeinen, noch de Democraten zijn bereid om het soort beleid te voeren dat noodzakelijk is om die problemen op te lossen. De Republikeinen willen de problemen verergeren, en de Democraten willen doekjes voor het bloeden.
Dus hoe weten we dat het slecht gaat in Amerika? Gepolitiseerde journalisten rapporteren in massamedia over die problemen, waardoor ze algemene kennis worden. Daardoor zijn zelfs Nederlanders op de hoogte van complexe onderwerpen als medische schulden en Amerikaanse megakerken.
Dat roept de vraag op: hoe doen we dat in Nederland? Neem het toeslagenschandaal, dat al sinds 2004 woedt. In dat jaar werd de kinderopvangtoeslag geïntroduceerd, en hanteerde de Belastingdienst al vrijwel meteen een harde werkwijze voor terugvordering.
En vanaf 2012, onder de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit, raakte de keiharde aanpak helemaal in een stroomversnelling. Ook werd toen, onder druk van Kamerlid Pieter Omtzigt, een Managementteam Fraude aangesteld. Het systeem werd dus nog steeds harder.
Ondanks het feit dat dit openbare informatie was, duurde het tot 2018 voordat Trouw er voor het eerst over rapporteerde. Dit was pas nadat advocaat Eva González Pérez via zowel de rechter als de ombudsman als de politiek had geprobeerd gelijk te halen.
Dit kunnen we vergelijken met een schandaal uit de VS met een ongeveer gelijke procentuele omvang van mensen: de opiatencrisis. In 2020 hadden 2,7 miljoen mensen in de VS last van een opiumverslaving. Dat is ongeveer 0,8 procent van de bevolking.
Dit laat zich vergelijken met 68.376 mensen die zich hebben gemeld als gedupeerde van de toeslagenaffaire. Dat is ongeveer 0,4 procent van de Nederlandse bevolking.
Een groot deel van de opiatencrisis in de VS is in de late jaren 90 begonnen door het op de markt brengen van de pijnstiller OxyContin in 1995. Producent Purdue had een marketingcampagne specifiek gericht op het ontkennen van verslavingspotentieel.
Al in 2001 schrijft de New York Times een artikel over OxyContin en de verslavende gevolgen. Op dat moment is maar over 221,000 mensen bekend dat ze verslaafd zijn aan OxyContin (ongeveer 0,08 procent van de bevolking).
Onder meer deze journalistiek leidde ertoe dat Purdue haar publiciteitscampagne voor OxyContin opgaf. In 2007 moest Purdue een enorme boete betalen om de schade te vergoeden die de opiatencrisis op dat moment al had veroorzaakt.
En in de trotste Amerikaanse traditie is er vervolgens niets opgelost en is de crisis alleen maar erger geworden. Die 600 miljoen dollar wordt op dit moment verspild aan allerlei zaken. Maar men is er in ieder geval van op de hoogte.
En dat gaat niet alleen om de geschreven pers. Het verhaal moet ook nog eens overgebracht worden naar “de mensen thuis”. Het moet dus ook op tv komen. In de VS, met haar 24/7 nieuwsprogrammering en gepolariseerde media, is dat geen probleem.
Maar in Nederland gaat het dus vaak mis bij het overbrengen van die feiten. Waar in de VS het meeste nieuws wordt overgebracht in journalen, zijn de meeste politieke programma’s in Nederland juist talkshows. En dat is een probleem.
Talkshows hebben een heel specifiek format. Het is in feite een interview, met één of meerdere tafelgasten. Een talkshow trekt kijkers als er interessante gasten aan tafel zitten, en er relevante onderwerpen besproken worden. Maar interviews hebben een zwakke plek.
Het interview kan namelijk makkelijk leiden tot zelfcensuur. Talkshowhosts moeten toegang houden tot de meest spraakmakende gasten, en dat zijn vaak ministers en andere politici. Een te hard interview zorgt dat die mensen niet meer aan willen schuiven.
Daarnaast vereist een hard interview ook een bepaalde diepgang, en juist tafelgesprekken kunnen dat niet hebben. Daarvoor zijn er te veel gasten met te weinig tijd. En bovendien jaagt zo’n hard interview misschien bepaalde stemmers weg, die je juist wil houden.
Dat brengt ons bij de verschrikkelijke ‘interviews’ van Sven Kockelmann. Agema wil geen antwoord geven op simpele vragen, en verschuilt zich achter de “eenheid van kabinetsbeleid” om niet te zeggen wat haar echte mening is. Daar prikt men niet doorheen.
Hetzelfde gebeurde eind vorig jaar, toen de toenmalige minister Yeşilgöz leegliep over de plannen van PvdA/GroenLinks. Daar loog ze simpelweg over de cijfers, maar men weigerde haar te corrigeren. Deels omdat het WNL is, natuurlijk, maar ook vanwege het format.
Hier zien we nog een inherent falen van het talkshow-format: aan tafel wordt geen waarheid vastgesteld. Het gaat heel erg over meningen van de tafelgasten, maar expertise is daaraan ondergeschikt. Dus wordt expertise tot een mening gereduceerd.
Dit is overigens ook een inherent probleem met het debatformat, ook een populair onderdeel van het Nederlandse politieke tv-dieet. Debatten gaan ook slechts over standpunten, die standpunten worden niet tegen het licht van de waarheid gehouden.
Waarom is dit een probleem? Omdat de waarheid spreken een van de middelen is waarmee de gevestigde macht gecontroleerd kan worden. Als je alle standpunten en expertise terugbrengt tot een opinie, dan kan de macht overal mee wegkomen.
In dit mediaklimaat is het ook niet vreemd dat schandalen pas na jaren aan het licht komen. Neem bijvoorbeeld de openbaring dat Dilan Yesilgöz haar bevoegdheden had misbruikt om druk te zetten, zodat vluchtelingen discriminatoir aangepakt konden worden.
Of neem ‘gebedsgenezer’ Tom de Wal, die mensen belooft dat ze kunnen genezen door hem geld te geven. Iets dat in de VS allang bekend is als een zwendel, wordt hier onkritisch tot een interview gereduceerd. Zonder tegenwoord.
Dit is naderhand in geen enkele talkshow naar voren gekomen. Logisch, want het aanpakken van één gast past niet in het format. Dat betekent echter wel dat de meeste Nederlanders hier nooit van gehoord hebben. Dat beperkt enorm waar mensen in Nederland van weten.
Dit alles betekent niet dat het interview en de talkshow geen enkele betekenis hebben. Zo zijn interviews met experts vanwege hun expertise, of met ervaringsdeskundigen, vaak heel informatief. Als ze maar de ruimte krijgen om die ervaring tentoon te spreiden.
Maar als je politici een podium geeft, dan gaan ze dat gebruiken voor hun eigen doeleinden. Dus een interview met een politicus moet óf kritisch zijn, óf niet worden gehouden. En kritisch op de hele politiek, niet alleen op de oppositie.
Dus gaat het in de Verenigde Staten echt slechter dan in Nederland? Wie weet? We zijn in ieder geval bekender met de tekortkomingen van de VS, terwijl de grove schandalen uit Nederland weinig publiciteit krijgen. We zijn in ieder geval minder op de hoogte.
Er is in ieder geval één ding waarin de VS onmiskenbaar beter is dan Nederland. Hoewel ook de journalistiek in de VS tekort komt, is men in ieder geval beter op de hoogte dan in Nederland. En ik vermoed dat dat het grootste verschil is.
Edit: kort na publiceren werd bekend dat de productie van een film over Wim Hof wordt stilgelegd, naar aanleiding van beschuldigingen van huiselijk geweld. Dit is precies waar ik het over heb.
Er is allang bekend dat zijn methoden gevaarlijk zijn en niet worden gesteund door wetenschap. In Amerika worden meerdere rechtszaken tegen hem gevoerd, omdat mensen door zijn ademtechnieken zijn verdronken. Vooral in Nederland is dit niet bekend.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)