Klacht van VluchtelingenWerk over inburgeringsplicht niet principieel
De overheid stelt “onredelijke eisen” aan de gezinshereniging van migranten. Zo wordt het honderden nieuwe Nederlanders onmogelijk gemaakt om hun partner en kinderen te laten overkomen. Aldus VluchtelingenWerk, dat op 12 november bij de Europese Commissie een klacht heeft ingediend over de Wet Inburgering Buitenland (WIB). Daarbij vecht men overigens niet het principe van de inburgeringsplicht aan.
De sinds 2006 geldende WIB verplicht migranten om in het land van herkomst eerst Nederlands te leren en te slagen voor het inburgeringsexamen, voordat ze naar Nederland mogen komen. “Dat is voor mensen in landen als Somalië en Afghanistan buitengewoon ingewikkeld”, stelt VluchtelingenWerk-directeur Dorine Manson. “Allereerst bestaat er geen lesmateriaal in deze talen en zijn er vaak geen voorzieningen om Nederlands te oefenen. Daarnaast wordt het examen op een Nederlandse ambassade afgenomen, maar in bijvoorbeeld Afghanistan is die al jaren gesloten vanwege de veiligheidssituatie. Afghaanse gezinsleden moeten dus naar Pakistan, een gevaarlijke en kostbare reis.”
Hoe mensonwaardig de WIB uitpakt, blijkt bijvoorbeeld uit de zaak van Awzubillah Safi en zijn gezin. Safi kreeg op grond van de pardonregeling van 2007 een verblijfsvergunning en kon daarna zijn 8 kinderen naar Nederland laten overkomen. Maar zijn vrouw mocht niet mee en bleef achter in Pakistan. Zij is analfabeet en spreekt alleen Pashtu. De kans is uiterst klein dat ze ooit zal slagen voor het inburgeringsexamen. Het hele gezin lijdt zwaar onder deze schending van het recht op een gezinsleven door de overheid. VluchtelingenWerk Vianen is inmiddels een petitie begonnen om de vrouw van Safi naar Nederland te halen zonder dat ze eerst hoeft te slagen voor het examen. Ook het VARA tv-programma De Ombudsman besteedde aandacht aan de zaak.
“Wij achten de kans groot dat de Europese Commissie de klacht toekent. De WIB is volgens ons in strijd met internationale wet- en regelgeving en discrimineert zelfs. Gezinsleden uit Zuid-Korea en Japan zijn bijvoorbeeld vrijgesteld van het inburgeringsexamen”, aldus Manson. De VluchtelingenWerk-directeur zou het liefst zien dat de WIB niet langer geldt bij gezinshereniging van vluchtelingen. Helaas neemt VluchtelingenWerk niet fundamenteel stelling tegen de inburgeringsplicht. “De wet is bedoeld als middel om te zorgen dat mensen goed voorbereid dit land binnenkomen”, beweert VluchtelingenWerk-medewerkster Erna Lensink, die daarmee vooral de staatspropaganda over de inburgeringsplicht herhaalt. “Maar in de praktijk pakt het uit als een immigratieregel en niet als een integratieregel. Het belemmert mensen te immigreren en dat kan niet de bedoeling zijn.” Het zou VluchtelingenWerk sieren als men zou inzien dat achter de verplichte inburgering nadrukkelijk het streven zit naar verdere migratiebeheersing en -beperking. Dat vormt ook een van de redenen waarom eerst het platform Stop de inburgeringsplicht en later Doorbraak de integratiedwang van meet af aan hebben afgewezen.
Harry Westerink