Klimaatcatastrofe: huidige energietransitie gaat ons niet redden

Twee dagen terug plaatsten we het artikel “Nee, de strijd om de klimaatcrisis tegen te houden is niet ‘voorbij’” van Kevin A. Young, dat eerder verscheen in het linkse blad Jacobin en voor ons uit het Engels vertaald werd door Jan Paul Smit. Vandaag een reactie daarop van Peter Storm, onder meer bekend van zijn weblog Egel en muzikaal duo Your Local Pirates.

Hoe slecht staat de planeet ervoor, qua klimaat? Wat zijn de vooruitzichten, zeker nu Trump voor een tweede keer het presidentschap van de Verenigde Staten heeft weten te veroveren? Is het klimaat, zoals linksig politicus Bernie Sanders kort voor de presidentsverkiezingen voorspelde, een verloren zaak geworden nu Trump heeft gewonnen? Of is dat allemaal veel te negatief en te defaitistisch, zoals Kevin A. Young probeert te beargumenteren?

Laat ik met een punt van overeenstemming beginnen! Nee, de zaak is niet definitief verloren. Nee, het is niet gerechtvaardigd – alhoewel zeer begrijpelijk – om in wanhoop ineen te zijgen en te verzuchten: het heeft geen zin meer allemaal. Ik denk overigens ook niet dat Sanders dat met zijn waarschuwing hoopte te bereiken. Die waarschuwing was gewoon verkiezingspropaganda van het bekende soort: stem Democratisch, or else. Het was een noodgreep, geen erg analytische inschatting. En natuurlijk gaan we door met de strijd tegen klimaatrampzaligheid, ook nu zijn waarschuwing niet voldoende bleek om Trump uit het Witte Huis te houden. Nog een kanttekening: onder een presidentschap van Kamala Harris zouden de vooruitzichten qua klimaatcatastrofe niet wezenlijk beter zijn geweest. Die catastrofe laat zich nu eenmaal niet met stembusstrijd tot staan brengen.

Dus nee, niet alles is totaal verloren. Maar de redenen die Young aanvoert voor een het-valt-mee betoog, overtuigen geenszins. Ze getuigen van een oppervlakkige, aan het lichtzinnige grenzende analyse van de klimaatcrisis waarin de rol van kapitalistische groeidwang volledig ontbreekt; en van een zeer discutabele analogie tussen Trump I en Trump II – de tweede ronde zou wel eens veel en veel steviger kunnen staan, en nog openlijker fascistisch dan de eerste ronde. Ze getuigen vooral van een enorm verkeerde inschatting van de betekenis van de energietransitie zoals die momenteel plaats vindt. Die is zoals Young aangeeft, in volle gang en zal waarschijnlijk doorzetten ook. Maar ze heeft niet de betekenis die Young er aan geeft.

Energietransitie en meer

Laat ik met dat laatste beginnen. Young schetst de vrij snelle opkomst van niet-fossiele energiebronnen, met name wind- en zonne-energie. Inderdaad, de groei daarvan heeft de laatste jaren vleugels gekregen. Tegelijk stranden veel fossiele energieprojecten op hardnekkig verzet, maar ook op commerciële inschattingen die zelf weer beïnvloed worden door die weerstand. “Banken en en pensioenfondsen begonnen zich terug te trekken uit fossiele brandstof-projecten vanwege ‘reputatieproblemen’ – dat wil zeggen, weerstand onder de bevolking – en de investeringsrisico’s”, zo formuleert Young het. Intussen zijn er ook bedrijven die “groene energie” als verdienmodel hebben, en die effectief weten te lobbyen tegen beleid waar zij last van hebben. Dit gebeurde allemaal ook onder het vorige presidentschap van Trump: het groene getij werd ook toen niet beslissend gekeerd.

Maar er zijn enorme kanttekeningen te plaatsen. In de eerste plaats: hoe groen is dat getij eigenlijk? Young spreekt van “klimaatvriendelijke energie”, van “groene energie”, van “schone energie”, waar het gaat om windmolens en zonnepanelen en dergelijke. Ik vind dit onverantwoordelijk positief geformuleerd. Schonere – in plaats van werkelijk schone – energie, minder klimaatvijandig in plaats van klimaatvriendelijk, groenere in plaats van groene energie: dat zouden al veel betere formuleringen zijn. Het is noodzakelijk om hierop te hameren. Windmolens zijn niet schoon: ze moeten om te beginnen worden aangelegd, hetgeen nogal wat stalen en betonnen constructies vereist. De productie van staal; en beton gaat met aanzienlijke CO2-uitstoot gepaard. De energie zelf weliswaar niet, maar de voorwaarden om die energie op te wekken dus wel. Dat maakt windenergie wellicht schoner dan fossiele energie, maar nog steeds niet schoon. Iets soortgelijks geldt voor zonne-energie. Daar is het de winning van benodigde grondstoffen – veelal in een uiterst destructieve vorm van mijnbouw, vaak onder bruut koloniale verhoudingen – die er veelal voor zorgt dat je deze energiebron toch echt niet “schoon” of “groen” kunt noemen. Je kunt van mening zijn dat we desondanks niet zonder zonne- en windenergie kunnen als we echt van de fossiele energie af willen. Maar laten we de dingen niet mooier voorstellen dan ze zijn. Ook een energiesector die geheel uit zulke “schonere” bronnen bestaan, legt een zware last op de planeet en het leven er op. En een deel van die last bestaan nog steeds uit broeikasgas, zeker zolang de productie van staal en beton niet zonder CO2-uitstoot plaats vindt.

Maar dit is slechts het begin van het probleem met de energietransitie. Want het is waar dat er steeds meer zonne- en windenergie wordt geproduceerd. Het is ook waar dat nieuwe fossiele energieprojecten vaak stranden wegens protest en verzet, en omdat de markt minder gunstig is geworden vanwege onder andere de weerstand tegen vervuiling en klimaatschade. Maar het is niet waar dat de energietransitie daadwerkelijk fossiele energiewinning op grote schaal aan het vervangen is. Wat er gebeurt is eerder dat er naast de fossiele sector die gaandeweg stagneert een snelgroeiende “groene” sector opkomt. Nieuwe investeringen in allerlei productie zijn vaak schoner qua energie- en grondstofgebruik: nauwelijks steenkool, minder olie en gas, en in toenemende mate gebruik van zonne-energie. Maar daarmee zijn al die oude investeringen niet vervangen! Er komen windmolens bij. Maar al die gas- en oliewinning die er al is, gaat gewoon door, en de afbouw van steen- en bruinkoolwinning gaat ook nog niet overtuigend snel.

De ellende hier is: het klimaat reageert niet op al die schonere energie die naast de fossiele energiewinning wordt opgewekt. Het klimaat reageert pas als die schone energie op grote schaal in de plaats begint te komen van de fossiele energie. Positivo-talk over hoe snel de “groene” energiesector groeit, ziet dit nogal eens over het hoofd. Niet de groei van die sector op zich, maar de snelle krimp van fossiele energieproductie en het gebruik van fossiele brand- en grondstoffen, is noodzakelijk om de uitstoot van broeikasgassen beslissend terug te dringen en een enorme escalatie van de klimaatramp nog te voorkomen. En daar is haast bij.

Zolang het totale energieverbruik groeit is dit extra moeilijk. Hoe meer energie er nodig is, hoe groter de aandrang om bestaande energiebronnen toch maar te blijven gebruiken. Hetzelfde geldt voor grondstoffen. Wil een energietransitie ertoe leiden dat schonere energie de fossiele energie snel vervangt, is een breuk met die groei – jazeker, krimp, degrowth mag ook – dan ook nodig. En zelfs als de fossiele sector helemaal is uitgefaseerd en vervangen door zonne- en windenergie, kan die dwangmatige groei maar beter achterwege blijven. Anders is de druk die deze “groene” energiebronnen en productievormen op het planetaire leven leggen straks weer net zo groot als die van de fossiele sector nu. Immers: als je twee keer zo schoon produceert, maar ook twee keer zo veel, dan maak je pas op de plaats. Aan het schoner worden komt een eind, en dat ligt bij energieproductie nooit geheel op nul.. Als aan die verdubbeling geen eind komt, dan blijf je in de tredmolen van ecologische verwoesting vooruit rennen. Het is kortzichtig en verontrustend dat Young nergens in zijn betoog de dwangmatige groei in het kapitalistische stelsel zelfs maar noemt, laat staan ter discussie stelt.

Er is nog wel meer mis met het betoog van Young. Zijn verhaal betreft voornamelijk de energietransitie. Die andere noodzakelijke verandering blijft onbesproken: een omschakeling in de manier waarop voedsel wordt geproduceerd, een radicale breuk met het maken en consumeren van voeding op dierlijke basis. Dieren gevangen houden en doden voor menselijke voeding is niet alleen een onaanvaardbare wreedheid. Al die dieren stoten aan voor- en achterkant ook enorme ladingen broeikasgas uit, met name het snelwerkende methaan. En juist omdat methaan zo snel werkt, maar ook snel de werking als broeikasgas verliest, is het terugdringen van methaan-uitstoot een manier om snel tot minder broeikaswerking in de atmosfeer te komen. Breken met veehouderij biedt juist daar perspectief. Niets daarover bij Young, voor wie de klimaatcrisis louter een kwestie van fossiel versus niet fossiel lijkt te zijn.

Klimaatrampzaligheid

Over de klimaatramp zelf is Young ook nog te geruststellend. Hij zegt: “voorspellingen over een rampzalige toekomst verlammen niet alleen onze beweging, ze zijn ook gewoon niet juist.” O nee? Hooguit in de zin dat het geen voorspellingen meer zijn, maar allang aanzwellende aspecten van de realiteit. Die is rampzalig, en klimaatontwrichting is daar een essentieel deel van. De branden rond Los Angeles zijn daarvan een teken, maar er is veel en veel meer. De “gevaarlijke grens van anderhalve graad Celsius” is inmiddels overschreden. Het klopt dat elke tiende van een graad erbij uitmaakt, en dat het verkeerd is op te geven. Maar het klopt ook dat de “op hol geslagen klimaatverandering nu onvermijdelijk onze toekomst zal bepalen”, hoe hard Young ook roept van niet. Al was het maar in de zin dat het bedwingen van die klimaatramp ons allemaal hoort bezig te houden en op die manier al onze toekomst bepaalt.

Dat “de opwarming van de atmosfeer vrijwel zal stoppen” “’zodra we ophouden met het uitstoten van CO2’” – zoals klimaatwetenschapper Michael Mann het volgens Young zegt – mag zo zijn, al zou ik nog wel iets meer willen lezen over mogelijke tipping points waar voorbij er – in ieder geval langdurig – geen houden meer aan is, ook niet als de CO2-uitstoot alsnog stopt. Maar hoe dan ook: dan moet de uitstoot van CO2 ook wel echt stoppen – en die van methaan en andere broeikasgassen. Op hol geslagen is de klimaatverandering intussen wel degelijk, met temperaturen die onverklaarbaar hoger zijn dan de modellen deden verwachten.

Dat dit soort “voorspellingen” – feitelijk beschrijvingen van de huidige ontwikkelingen – de beweging kunnen verlammen is waar. Maar dat maakt die voorspellingen nog niet onjuist. Overigens kunnen die voorspellingen en beschrijvingen, gehanteerd door vastberaden actievoerders ook tot iets anders leiden: tot een vasthoudend en furieus verzet om te redden wat er te redden valt. Als we snel en effectief zijn, kunnen we wellicht zelfs dat op hol slaan uiteindelijk weer tot bedaren brengen, al zal de schade ook dan nog steeds immens zijn. Hoe dan ook: aan de slag maar weer, niet slechts voor een energietransitie maar voor een transformatie van heel onze bestaanswijze wereldwijd.

Peter Storm