Koloniale geschiedenis: geen reeks opstandjes, maar eeuwenlange oorlog met miljoenen Indonesische doden
Hagen schrijft dat “er in die 500 jaar altijd wel ergens oorlog was”. Hij constateert dan ook minzaam: “Als er al een Pax Neerlandica heerste, dan was het een gewapende vrede”. Daarbij doet Hagen de afschuwelijke conclusie dat de meeste militaire en burgerslachtoffers daarbij niet aan de Europese, maar aan de Indonesische kant vielen. 3 à 4 miljoen, meent hij te weten. Laat dat aantal even goed tot u doordringen… Dat is net zoveel inwoners als Nederland rond 1880 telde! In dat licht bezien is de koloniale geschiedenis geen geschiedenis van verschillende opstandjes en opstanden, her en der verspreid over de archipel, maar een lange geschiedenis van structurele oorlog met miljoenen, met name Indonesische doden, tot gevolg. Opstanden in de koloniale geschiedenissen iets incidenteels, met ‘helden’ als Coen en Van Heutsz? Het doet nauwelijks recht aan de geschiedenis zoals Hagen die schetst. Het lijkt mij dan ook tijd, zoals onlangs ook historici Anne van Mourik en Matthijs Kuipers betoogden, voor verandering in de collectieve beeldvorming over de koloniale geschiedenis en het definitieve ten grave dragen van dit vertekende beeld. Maar in het Nederlandse collectieve bewustzijn lijkt deze visie toch maar moeizaam terrein te winnen. Het is tekenend dat vandaag (8 oktober 2018) journalist Kester Freriks zijn nieuwste boek (hij noemt het een pamflet) lanceert dat tot doel heeft het “donker zwarte beeld” van het geweld in Indonesië tussen 1945 en 1950 en de “goede kanten, mooie herinneringen” van het koloniale verleden met elkaar te “verzoenen”. Letterkundige Sarah de Mul waarschuwde al acht jaar geleden voor het gevaar dat besloten ligt in de tempo doeloe-herinneringen die Freriks in zijn “Tempo doeloe, een omhelzing” centraal wil stellen. Want hoewel dergelijke representaties, die inmiddels in Nederland een heel eigen literair genre zijn geworden, juist stellen dat zij het verleden in herinnering willen roepen en het daarmee willen bewaren, selecteren en vergeten tempo doeloe-herinneringen meer dan dat ze werkelijk in herinnering brengen. In plaats van het koloniale verleden van een kritische afstand te beschouwen, omarmt tempo doeloe-sentiment het verleden juist met een groot en verstikkend verlangen en marginaliseert het lokale, Indonesische, ervaringen en perspectieven. Hiermee blijft het inmiddels traditionele beeld van een onproblematische kolonie in stand en zelfs genormaliseerd. Een veilig en minder pijnlijk beeld, dat is zeker. Maar ook elitair en eurocentrisch en daarmee zeer beperkt.
Caroline Drieënhuizen in Maand van de Geschiedenis 2018: Opstand en koloniaal Indonesië (Carolinedrieenhuizen.wordpress)