Krommenie: fakkeltocht tegen discriminatie sluit opnieuw mensen uit

Oprotten jullie!” Dat waren de laatste woorden van een van de organisatoren van de jaarlijkse fakkeloptocht tegen discriminatie in Krommenie, jegens een groep Zaankanters die het waagden zich én tegen discriminatie in het algemeen én tegen discriminatie van de Palestijnen uit te spreken. De uitbarsting is tekenend voor twee bredere maatschappelijke ontwikkelingen die we de afgelopen jaren hebben zien groeien: de gekweekte afkeer van iedere politieke stellingname die niet de status quo bevestigt, en de stigmatisering van de Palestina-beweging. Deze ontwikkelingen kwamen op kerstavond in Krommenie samen en versterkten elkaar.

Op dinsdag 24 december liepen mensen van de groep Zaankanters voor Palestina mee met de jaarlijkse fakkeltocht tegen discriminatie in Krommenie. Natuurlijk liepen ze mee, want, zoals deelnemer Joke Kaviaar het na afloop uitlegde, “een fakkeloptocht tegen discriminatie zal toch ook tegen racisme, apartheid, fascisme en zionisme zijn?” Ja toch? Nou, niet in Nederland anno 2024.

Net als vorig jaar stelde de organisatie van de fakkeloptocht, Comité 24/12, zich vijandig op tegenover zichtbare solidariteit met Palestina. Twee keffiyeh-dragende kameraden kwamen rond half acht ‘s avonds aan op het pleintje achter De Groote Weiver in Wormerveer en werden vrijwel direct benaderd door een ‘ordedienst’. Twee mensen in fluoriserend gele hesjes wilden hen apart nemen om, in hun woorden, te “praten over de spelregels”. De ordedienstmensen suggereerden dat de door de kameraden gedragen mondneusmaskers niet toegestaan zouden zijn. Binnen tien minuten al dreigde de organisatie de twee deelnemers weg te laten halen door de politie. Hoewel agenten reeds bij aanvang op het terrein stonden, gingen deze niet mee in deze hetze – er was namelijk helemaal niets aan de hand.

Andere solidaire Zaankanters werden op een vergelijkbare manier lastig gevallen. Kaviaar beschrijft dat hen werd gevraagd om vooraf te laten beoordelen wat er op een spandoek stond dat het groepje bij zich droeg. De organisator: “We willen geen andere uitingen” (hiermee waarschijnlijk doelende op uitingen anders dan het officiële spandoek met de tekst: “Iedereen anders, iedereen gelijk”). Kaviaar: “Ik laat me niet vertellen hoe ik me uit.”

Iedereen welkom, maar niet als je tegen genocide bent

De organisatie zocht duidelijk naar redenen om mensen die solidariteit met Palestina uitdrukten, uit de fakkeltocht te weren. Een voorselectie van wie wel en wie niet aan deze openbare, algemeen toegankelijke demonstratie tegen discriminatie mee zou mogen doen. Aanwezigen die zich niet zichtbaar tegen de genocide opstelden, bleef een dergelijke sollicitatieprocedure voor deelname bespaard.

Gedurende het halve uur dat de tocht vanaf de rand van Wormerveer door de straten van Krommenie trok, bleef de gele veiligheidsdienst de groep Zaankanters lastigvallen. Steeds verbaal, door te zeggen dat zij niet deel zouden mogen nemen, dat ze met hun aanwezigheid de mars aan het “verpesten” zouden zijn. Soms ook door hen lijfelijk de weg te blokkeren, te schreeuwen, of zelfs fysiek aan hen te zitten. Terwijl, wat gebeurde er nu eigenlijk? Net zoals alle andere deelnemers liepen de Zaankanters gewoon met hun fakkel door de stad. Daarbij droegen ze keffiyehs, een Palestijnse vlag, buttons met anti-fascistische en Palestijnse symbolen, plus een zelfgeschilderd bordje met een watermeloen en teksten tegen fascisme. Ook zongen ze: “Zaankanters tegen discriminatie! Zaankanters tegen racisme!”.

Op het pleintje voor de oude burgemeesterswoning van Krommenie stond de mars stil en luisterde men naar een toespraak van Jan Hamming, de huidige burgemeester van Zaanstad. Die preekte dat “iedereen welkom” zou moeten zijn. Maar in de praktijk dacht het geelgeklede ordeteam te midden van de honderdkoppige menigte hier duidelijk anders over. Iedereen is welkom, iedereen gelijk – zolang je je maar niet openlijk tegen Israëls apartheid en wandaden uitdrukt.

Stigmatiseren

De sinds de tachtiger jaren terugkerende fakkeltocht is onderhand wat gezapig geworden (het viel de verslaggever van het lokale krantje De Orkaan niet eens op dat de organisatie op straat probeerde de lokale Palestinabeweging weg te duwen). Maar in de vijandigheid waarmee de organisatoren van de tocht de Zaankanters voor Palestina benaderde, werken twee brede maatschappelijke ontwikkelingen door: hoe de Palestina-beweging sinds vorig jaar op hoge toeren gestigmatiseerd wordt, en daarnaast de aangewakkerde afkeer van uitgesproken politieke stellingname.

Stigmatiseren betekent: een groep mensen ten onrechte een slechte naam geven. Sinds oktober 2023 draaien landelijke politiek en veel media overuren om te suggereren dat het “gevaarlijk”, “terroristisch” of een “probleem voor de openbare orde” zou zijn om je tégen Israëls gruwelijke volkerenmoord en apartheidsbeleid te verzetten. Deze retoriek is ongetwijfeld beïnvloed door de in Nederland zo dominante Israël-lobby. Alle kritiek op het project Israël wordt steevast afgedaan als een ontoelaatbare transgressie. Zo schetsen politici en kranten een alternatieve werkelijkheid waarin zij die opkomen voor mensenrechten en bevrijding kunnen worden ervaren als gevaarlijk en ongewenst.

De organisatie van de fakkeltocht in Krommenie lijkt in deze schijnwerkelijkheid te zijn beland. Een schijnwereld, waarin openlijke solidariteit met Palestina een reden is om de politie in te schakelen. Waar het zien van een keffiyeh en een mondneusmasker genoeg is om te concluderen dat mensen iets ‘verstoren’. Waar het dragen van een Palestijnse vlag wordt ervaren als het ‘kapen’ van een manifestatie tegen discriminatie, in plaats van als een noodkreet ten behoeve van een bevolking die onderworpen wordt aan genocide als het meest gruwelijke, logische eindpunt van systematische discriminatie.

‘Gekaapt’ is het nieuwe cliché om iedere vorm van solidariteit met Palestina en kritiek op het bezettingsproject Israël onwelkom te verklaren. Met hun gedrag kanaliseren de organisatoren van de fakkeltocht het denkkader dat de extreem-rechtse Nederlandse politiek hen de afgelopen jaren heeft aangereikt.

In december 2024 is een Palestijnse vlag volstrekt gepast op een demonstratie tegen discriminatie. Zo ook het zingen van “Zaankanters tegen racisme!”. Dit soort uitingen zouden de kern moeten vormen van een hedendaagse anti-discriminatie manifestatie – in plaats van geprevel dat we “allemaal gelijk” zijn, maar laten we PVV-ers alsjeblieft geen racisten noemen. En laten we het alsjeblieft niet hebben over die boot verderop in de Zaanse haven waar de gemeente mensen die gevlucht zijn in de winter zonder verwarming laat slapen.

Bek houden of oprotten

Er speelt nog een tweede dynamiek. Dit is een door spotjes van reclamestichting SIRE aangeleerde afkeer van stellingname. Nederland heeft zich de reflex eigengemaakt om iedere confronterende politieke boodschap als een probleem te zien. Een geluid dat je het liefst zo snel mogelijk smoort.

Terwijl onze extreem-rechtse regering actief steun verleent aan de volkerenmoord plegende bezetter Israël, wordt niet die steun, maar het publiek aankaarten ervan als ongewenst neergezet. Want dan zou je mensen “alleen maar tegen elkaar opzetten”, zoals de televisiereclame en onlangs nog de koning het deden voorkomen.

Zo ook de insteek van deze fakkeltochtorganisatie: iedereen was zogenaamd welkom. Maar er was geen plek voor politieke stellingname. Geen “andere” uitingen. Want “tegen discriminatie” zijn moet vooral een fijn gevoel geven, in plaats van gaan over het voeren van de moeizame, vaak pijnlijke strijd voor daadwerkelijke verandering. Met politieke strijd zet je mensen immers alleen maar tegen elkaar op, toch? Dat moet je toch niet willen? Dus liever gewoon je bek houden, of anders oprotten. Zo doet de rest dat ook.

En hier knelt het. De hesjesdragers van de fakkeltocht lijken koste wat kost te willen voorkomen dat iemand aanstoot zou kunnen nemen aan boodschappen die worden uitgedragen. De gedachte lijkt: formuleer je boodschap zo dat iedereen zich erin kan vinden. Want hé, dan zijn we allemaal tegen discriminatie! Iedereen anders, maar allemaal gelijk.

Maar als die iedereen zó breed is dat zelfs een blond uitgedoste PVV-er die haat tegen mensen van kleur aanjaagt en dreigt om moskeeën te sluiten, zich ook prima op je fakkeltocht “tegen discriminatie” zou kunnen bevinden, dan moeten de alarmbellen afgaan. Als zionisten die Israëls moordlust in Palestina gepast vinden, ook gezellig een rondje kunnen meelopen, dan gaat er toch echt wat mis. Dan organiseer je helemaal geen fakkeltocht tegen discriminatie. Dan ben je bezig met een optocht van mensen die het liever niet over discriminatie willen hebben.

Uiteindelijk besloten de Zaankanters om zich van de officiële mars af te splitsen en verder te lopen met een eigen spontane demonstratie: een échte optocht tegen discriminatie. Oók jegens mensen in Palestina.

Elise

(Zaankanters voor Palestina)