Laten we de geschiedenis eens bekijken vanuit de wapenindustrie

In het Japanse concentratiekamp op Java, waarin ik samen met mijn moeder, zus en broertje gevangen zat, kregen wij te horen dat het dit wonder van vernuft, deze atoombom was geweest die de Japanners tot overgave had gedwongen. Ik was toen bijna elf jaar oud en begreep al heel wat. Ik stelde me voor hoe al die mannen, vrouwen en kinderen neervielen en langzaam doodgingen en vond het akelig dat dat allemaal nodig was geweest om mij mijn vrijheid terug te geven. Het was waar dat de Japanners ons al die jaren opgesloten hadden en de grote mensen zeiden dat de Amerikanen hun kracht hadden moeten laten zien aan de Japanners. Maar waarom hadden ze die bommen dan niet op een onbewoond eiland gegooid? Daarop kreeg ik geen antwoord en toen ik eenmaal volwassen was, werd me duidelijk dat het nog erger was geweest: de bewoonde stad Hiroshima was met cynische zorgvuldigheid uitgekozen omdat het omringende gebergte de kracht van de explosie zou vergroten. Ook drong zich toen bij mij de vraag op of, en in hoeverre, het gegeven dat het hier om niet-witte mensen was gegaan, had meegespeeld bij het besluit de bom te gooien. Deze visie, dat het eind van de Tweede Wereldoorlog te danken zou zijn geweest aan die twee atoombommen, doet nog steeds opgeld, maar moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Want op dat moment waren de onderhandelingen over de overgave van Japan al bijna afgerond en gingen die alleen nog over de angst van de Japanners dat hun keizer zijn goddelijke status zou verliezen.

Anne-Ruth Wertheim in Laten we de geschiedenis eens bekijken vanuit de wapenindustrie (Jacobin.nl)