Leeuwarder wethouder Jacobse reist al draaiend terug in de tijd
Al ruim twintig jaar lang heeft Leeuwarden een best vooruitstrevend graffitibeleid. Er zijn verschillende plekken in de stad waar graffiti is toegestaan, beheerd door Graffiti Platform Leeuwarden dat op de eigen website nog meldt: “Met z’n allen maken we onze stad aantrekkelijk door het maken van openbare kunst en werken we, samen met de gemeente, aan een innovatief graffitibeleid met meer legale plekken.”
Totdat iemand het lef had om op een van die legale plekken haar medeleven met de Palestijnen vorm te geven in graffiti. “Free Palestine” stond er bovenop een Palestijnse vlag, in het fietstunneltje. Maar niet voor lang. Een ambtenaar verwijderde het zo rigoureus dat de legale graffitiplek voor een groot deel onbruikbaar is geworden, door de gaten die geslagen zijn in die twintig jaar aan verflagen.
Desgevraagd gaf de gemeente toe dat dat een vergissing was. Of wacht, nee, het was toch géén vergissing, draaiden wethouder en burgemeester een dag later. De graffiti was namelijk “aanstootgevend” en daarom verwijderd.
Bizarre bulshit natuurlijk. Genoeg om GroenLinks in de raad een paar vragen te laten stellen daarover. Het Graffiti Platform deed er in een kritische brief nog eens een dozijn vragen bij. Met een aantal lokale kameraden ging ik eens kijken bij de beantwoording van die vragen.
Wethouder Jacobse trapte af met een tweede pirouette. “Nee, het gaat er niet om dat het aanstootgevend zou zijn, het gaat erom dat het politiek is. En die gedoogplekken zijn bedoeld voor creatieve uitingen, nìet voor politieke.” Dat ie de vrijheid van meningsuiting een groot goed vond, loog ie er voor de zekerheid nog even achteraan.
Collectief vielen onze monden open. Zulke inkoppers klaarleggen voor de vervolgvragen van GroenLinks, daar hadden we niet op durven hopen. GroenLinks had kunnen vragen:
“Of de wethouder even de scheidslijn tussen creatieve kunstuitingen en politieke kunstuitingen zou willen toelichten, bijvoorbeeld aan de hand van het immense portret van voormalig koningin Juliana in de zaal?”
We verheugden ons op een wethouder die zichzelf vast zou lullen in het maken van een onmogelijk onderscheid.
“Of de wethouder zich er van bewust was dat zijn keuze om “Free Palestine” niet te zien als een uiting van medeleven, maar als een politiek statement óók een politieke keuze is? De keuze namelijk om dat medeleven als drijfveer te ontkennen en daarmee het lijden van de Palestijnen onder Israëls geautomatiseerde genocide uit te wissen. Of hij begreep dat hij niet alleen de vrijheid van meningsuiting te verdedigen had, maar ook het recht op leven en medeleven?“
We gingen rechtop zitten. GroenLinks nam het woord en… en… stelde volkomen teleur. Het was ook naïef om even van iets anders te dromen.
“Oh ja, misschien is het dan goed dat de wethouder en het platform in overleg de bestaande onduidelijkheid over wat is toegestaan op de gedoogplekken verhelderen.”
Je kon nèt niet horen dat Jacobse zo verlekkerd zat te watertanden als zijn naamgenoot van de Tegenpartij dat kon. Maar al te graag zegde hij toe om tafel te gaan met het platform – wiens brief hij helaas nog niet had kunnen lezen, dus kon hij op die oprecht kritische vragen niet in gaan.
Dus gaat Jacobse in Leeuwarden het “innovatieve graffitibeleid” inperken door “politieke uitingen” toe te voegen aan de nu al verboden “racistische, seksistische of discriminerende uitingen”. Vanaf zeer binnenkort bepaalt Jacobse voor de stad wat onder “creatieve uitingen” valt en wat niet. Een witte man op leeftijd die graffiti gaat reguleren. De stank van te lang gekookte spruitjes begeleidde Jacobse op zijn reis terug naar de jaren vijftig.
Maar… wat niet mag, dat kan nog steeds!
Wouter Pieterse
(6 juni 2024: twee keer werd ook het woord “street-art” gebruikt, maar dat is iets anders. Dat hebben we dus veranderd in “graffiti”.)