Leidse afdeling Doorbraak straks in nieuwe vrijplaats
Ruim tweeënhalf jaar geleden ontruimde de gemeente Leiden de al tientallen jaren bestaande vrijplaats Koppenhinksteeg. Daarmee werd een aantal sociaal-culturele en buitenparlementaire organisaties dakloos gemaakt. Onlangs echter kwam aan de omzwervingen een eind. De vrijplaats kocht een oud industrieel complex. En daar blijkt Marinus van der Lubbe ook een blauwe maandag gewerkt te hebben.
Na de ontruiming van de Koppenhinksteeg stonden organisaties als de Weggeefwinkel, Bar en Boos, De Linkse Kerk, De Fabel van de illegaal en de Leidse afdeling van Doorbraak op straat. De laatste twee namen al snel hun intrek in een kraakpand aan de Musschenbroekstraat. Nadat dat pand een jaar later ook weer ontruimd werd, gaf de gemeente hen een tijdelijke werkruimte. Ook de Weggeefwinkel kreeg in de loop van de tijd een tijdelijke ruimte. Maar de andere organisaties uit de Koppenhinksteeg stonden nog steeds met lege handen.
Industrieel complex
In april dit jaar kwam er een eind aan de jarenlange inspanningen van de vrijplaats voor een structurele oplossing. De organisaties kochten van de gemeente een oud industrieel complex aan de Middelstegracht 36. In november werden al kortstondig de deuren geopend. Een ontmoetingsruimte met plek voor een vegetarisch eetcafé en discussie- en filmavonden zal naar verwachting begin 2013 permanent open gaan. Het complex verkeert in een slechte staat en het casco zal gerenoveerd moeten worden. Pas daarna zullen de Weggeefwinkel, De Fabel van de illegaal en de Leidse tak van Doorbraak er ook hun intrek in kunnen nemen. Tevens zal er dan een muziekpodium verrijzen en zal er ruimte zijn voor nieuwe initiatieven.
Het gebouw aan de Middelstegracht 36 is een monument en kent een interessante geschiedenis. Het maakte onderdeel uit van de conservenfabriek Tieleman & Dros die in 1877 werd opgericht en uitgroeide tot een groot fabriekscomplex met verschillende panden tussen de Middelstegracht en de Uiterstegracht. De Middelstegracht 36 omvatte het ketelhuis dat diende als centrale opwekking van stoom. De stoom diende op haar beurt weer als aandrijving van de machines en voor het koken en vervolgens conserveren en in blikken verpakken van de producten. Groenten als doperwten, bonen en wortelen werden schoongemaakt door arbeidersgezinnen in de buurt en veelal per boot over de toen nog bestaande grachten aangevoerd naar de fabriek. Daar werden de groenten gesteriliseerd en in blikken gedaan. Na de Tweede Wereldoorlog zakte de vraag naar blikconserven steeds verder in. Dat werd mede in de hand gewerkt doordat Nederland gedwongen werd om de kolonie en belangrijke afzetmarkt Nederlands-Indië op te geven. In 1955 ging het bedrijf dan ook failliet. De gemeente Leiden kocht de gebouwen en sloopte een deel ervan, ten gunste van woningbouw en de aanleg van de Ingenieur Driessenstraat. Wat nog resteert, is het voormalige directiegebouw aan de Middelstegracht, waar nu een bedrijfsverzamelgebouw zit, het ketelhuis en het aanpalende pand waar De Fabel van de illegaal en Doorbraak nu nog hun tijdelijke kantoorruimte hebben.
Van der Lubbe
Ook Marinus van der Lubbe (1909-1934) werkte een korte tijd bij Tieleman & Dros. Hij is internationaal bekend wegens het in brand steken van de Duitse Rijksdag op 27 februari 1933, mede in een vergeefse oproep aan de Duitse arbeiders om in opstand te komen tegen Hitler en zijn trawanten.1 Op 10 januari van het jaar daarop werd de toen 24-jarige Leidenaar voor zijn verzetsdaad door de nazi’s onthoofd.
In Leiden en omstreken genoot hij bekendheid vanwege zijn onophoudelijke inzet voor een revolutie. Hij bivakkeerde met regelmaat op de Uiterstegracht 56. Daar wilden ook nog wel eens groepen communisten bij elkaar komen om met elkaar te discussiëren over het marxisme en de revolutie. Als anarcho-communist vond hij dat de bevrijding van de arbeiders het werk van henzelf moest zijn, en niet van een partij.
Bij Tieleman & Dros werkte Van der Lubbe aan een snijbonenmolen. In het seizoen werkten daar honderden jonge mannen in grote en vochtige ruimten. Ze kregen één cent per gemalen kilo snijbonen en dat leverde hen twintig gulden per week op. Maar in het naseizoen, als er alleen nog maar kleine en kromme bonen waren, lukte het nog maar met moeite om de helft van dat weekloon te verdienen. In september brak dan steevast het moment aan dat de arbeiders weigerden om nog aan het werk te gaan. Ze eisten anderhalve cent per kilo en meestal kregen ze dat dan ook. Van der Lubbe eiste echter een keer te vroeg anderhalve cent per kilo, dus nog voor het naseizoen. Hij legde het werk neer en riep de andere arbeiders op om ook een loonsverhoging te eisen. Die zouden nauwelijks op zijn oproep hebben gereageerd, en Van der Lubbe werd daarop door een portier de fabriek uit gebonjourd. Buiten bleef hij wachten tot het schafttijd was en de arbeiders tegen de fabriek aan kwamen zitten om in de zon hun boterhammen op te eten. Van der Lubbe klom in een lantaarnpaal en riep op tot een staking. De arbeiders gingen ook daar niet op in en uiteindelijk werd hij door de politie weggehaald.
Het is mooi dat juist organisaties waarvan een deel vrij-socialistische uitgangspunten heeft, en de rest ook een rebelse achtergrond, hun plek vinden in een fabriek waar Van der Lubbe ooit heeft gewerkt. En dat wordt ook zeker in ere gehouden, getuige het grote kunstwerk met een afbeelding van Van der Lubbe dat bezoekers bij binnenkomst in het pand aan de muur aantreffen. Om het pand geheel te renoveren en in te richten is er nog veel hulp nodig. De vrijplaats hoopt dan ook dat de komende jaren velen daar belangeloos hun steentje aan bij zullen dragen. Een geldelijke bijdrage zou ook zeer welkom zijn en kan overgemaakt worden op rekeningnummer 118903403 t.n.v. SVK te Leiden.
Gerrit de Wit
Noot
1. De meeste historici zijn het erover eens dat Van der Lubbe de Rijksdag op eigen houtje in brand heeft gestoken. Anderen denken echter dat het een opzetje van de nazi’s was, om een aanleiding te creëren om de Duitse socialisten genadeloos aan te kunnen pakken. Meer info