Liberaal fascisme

De populaire esthetiek van bijna een eeuw geleden, zoals vastgelegd in de films van Leni Riefenstahl.

Fascisme heeft in elke tijd en elke plaats een eigen vorm, aangepast om gebruik te maken van wat al populair is. Dat is bekend, maar toch tuint men er steeds weer in. Dus laten we kijken naar hoe fascisme zich vandaag de dag tentoonstelt.

Om duidelijk onderscheid te maken: ik wil het niet hebben over “liberal fascism”, het extreem-rechtse idee dat fascisme eigenlijk progressief is. Maar het is wel relevant, zoals we later zullen zien.

De politieke strategie van fascisme bestaat uit het mengen van de eigen machtspolitiek met een esthetiek die al bekend is bij mensen. Het is in feite de weg van de minste weerstand: fascisten zeggen wat “de mensen” willen horen.

Dat “bekende” is vaak juist niet-controversieel, en dat is juist de kracht. Fascisme kleedt zich in esthetiek en taal die in beginsel geen weerstand oproepen. Het mengsel met de eigen haatvolle ideologie is wat het controversieel maakt.

Wie bij fascisme denkt aan de nazi’s, moet zich realiseren dat hun esthetiek gebouwd was op het Duitsland van de jaren 20 en 30 van de twintigste eeuw. Militarisme was toen gemeengoed, iedereen was ermee opgegroeid. Het was niet controversieel. Hetzelfde geldt voor nationalisme.

De uniformen en knokploegen en militaire structuur van de SS/SA pasten in het plaatje van een generatie die in de Eerste Wereldoorlog had gevochten. Bovendien maakten de nazi’s ook gebruik van linkse esthetiek, door massacongressen en demonstraties te organiseren.

Dit was, nogmaals, pure esthetiek. Het was populair, dus namen de nazi’s het op. Het ging uiteindelijk puur om hun eigen macht, dus juist met de democratische vakbondsprincipes konden ze niets beginnen. Maar liegen voor macht, dat konden ze als geen ander.

Als je wil weten hoe Nederlands fascisme er vandaag de dag uitziet, moet je kijken naar wat populair is. In tegenstelling tot Duitsland in 1933 is democratie in Nederland populair. Iedereen is opgevoed met het idee dat vrijheid, vrije meningsuiting en democratie belangrijk zijn.

Dus daar maken fascisten gebruik van. Moderne fascisten hebben hun mond vol van deze concepten. Het is niet voor niets de Partij voor de Vrijheid. Wilders klaagt er constant over dat zijn vrije mening wordt ingeperkt, en dat hij vecht voor democratie.

Maar dit is pure esthetiek. Wilders geeft om democratie als het hem helpt. Toen hij in 2021 de tweede partij werd, was het democratie dat hij moest meeregeren. Tot 2023, want toen maakte plots alleen de grootste partij (de zijne) uit.

Hetzelfde geldt voor vrijheid van meningsuiting. Daar mogen hij en zijn trawanten gebruik van maken, maar Timmermans moet vervolgd worden. De Vijand die gebruik maakt van vrijheden doet dat alleen om “het volk” te belazeren.

Zogenaamd zijn de moderne fascisten tegen hoofddoeken vanwege de rechten van vrouwen. Zogenaamd zijn ze tegen islam vanwege de vrije meningsuiting. En democratie, dat is de Wil Wilders. Het zijn leugens waar journalisten heel moeilijk doorheen prikken.

Want stellen dat een politicus de waarden van vrijheid en democratie niet onderschrijft, is een faux pas. Dat doet men niet snel, juist omdat democratie als zo fundamenteel wordt gezien. En dat is precies waar fascisten gebruik van maken.

Het moge duidelijk zijn dat elke partij zich beroept op die maatschappelijke kernwaarden. Volgens de VVD is het eigendomsrecht een fundamentele vrijheid, onlosmakelijk verbonden met democratie. Onzinnig, maar wie trekt het in twijfel?

Bovendien is de hele Nederlandse politiek extreem nationalistisch. Alles met de vlag en de koning is zo goed als heilig. Al het goede zijn “Nederlandse waarden”. Wilders is daarin niet bijzonder. Hij vaart mee met de stroom.

Iedere partij liegt hierover, maar de PVV kan simpelweg het beste liegen. Zonder ledendemocratie is de PVV een persoonlijkheidscult van Wilders, en hij kan zeggen wat hij wil. Dus kan hij de maatschappelijke kernwaarden naar zijn hand zetten.

En nu zijn partij de grootste is, begint men hem na te praten om maar serieus genomen te worden door hem. En zo verschuift ook het gemeengoed.

Dus: journalisten moeten het eens aandurven om als horkerig gezien te worden. Schop eens tegen die heilige huisjes van de politiek.

Een voorbeeld van dit fenomeen is dus juist dat “liberal fascism” van Goldberg. Volgens het liberale gemeengoed is fascisme slecht, en in het fascisme van Wilders wordt fascisme inderdaad simpelweg een synoniem voor “slecht”.

Dit is wat Umberto Eco “newspeak” noemt, de versimpeling van de taal. Het doel van newspeak is om te zorgen dat woorden hun betekenis verliezen, en dus niet gebruikt kunnen worden om fascisten of het regime te bekritiseren.

Dat is dus liberaal fascisme: fascisme dat zich esthetisch voordoet als een liberale beweging, omdat liberalisme nu eenmaal gemeengoed is geworden. Maar op de inhoud heeft fascisme weinig te maken met de liberale concepten die ze coöpteren.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als een draadje op Twitter.)