Liberale arrogantie, anti-fascisme en de ceo van antifa

“Waarom worden er in Nederland geen demonstraties georganiseerd tegen extreem-rechts? Waar wachten maatschappelijke organisaties/politieke partijen etc op?”, vroeg “journalist and entrepreneur” Sander Schimmelpenninck zich afgelopen donderdag af op Bluesky. Hij lijkt het zelf niet door te hebben, maar deze tweet en zijn verdere reacties zijn precies wat er mis is met centrisme en anti-fascisme in Nederland. Het is een toonbeeld van hoe liberalisme toekijkt terwijl fascisme groeit.
Ten eerste: Schimmelpenninck heeft simpelweg ongelijk. Direct na de verkiezingen van 2023 zijn mensen de straat opgegaan om zich uit te spreken tegen het fascisme van Geert Wilders. Lokaal en decentraal werden plotseling demonstraties uit de grond gestampt.
In september vorig jaar is de organisatie “Geef haat geen macht” nog de straat opgegaan tegen het fascisme van het kabinet-Schoof. Tijdens deze demonstratie mocht ik zelf spreken, over hoe fascisme in Nederland de gruwelen van kapitalisme neerlegt bij migranten.
En dat is niet het eerste moment dat in Nederland tegen fascisme wordt georganiseerd. Er is in Nederland een lange traditie van kleine maar strijdbare demonstraties, ook tegen Forum voor Democratie, maar natuurlijk ook tegen Fortuyn, Janmaat en wat het fascisme ook maar te bieden heeft.
Maar waarom hebben deze demonstraties niet het brede “appeal” dat ze in Frankrijk en Duitsland wel hebben? Schimmelpenninck legt hier zonder het te weten de vinger op de zere plek. Niet de poster is het probleem, maar het feit dat Schimmelpenninck er zijn neus voor ophaalt.

Het probleem: Schimmelpenninck lijkt zich gisteren pas gerealiseerd te hebben dat er een linkse anti-fascistische beweging bestaat, en in plaats van zich als een bondgenoot te gedragen, kraakt hij vooral bestaande initiatieven af. Nog geen 24 uur na zijn klacht over het gebrek aan demonstraties.
Waar ik me als anti-fascist over beklaag, is dat Schimmelpenninck zich pas in 2023 gerealiseerd lijkt te hebben dat er een noodzaak is voor anti-fascistisch activisme, en zich pas in 2025 lijkt te realiseren dat er plaats is voor straatactivisme en demonstraties. Dat lijkt me reden voor zelfreflectie.
Zoals Sylvana Simons terecht opmerkte: groepen organiseren al jaren demonstraties. Dan gaat er iets mis als je eerste daad van “anti-fascistisch verzet” is dat je de bestaande beweging uit gaat leggen hoe ze iets moeten doen dat ze al jaren doen.

En natuurlijk: nieuwe perspectieven horen welkom te zijn. De anti-fascistische beweging is niet perfect. Maar als er één stem is die de afgelopen jaren heeft bewezen nauwelijks iets bij te dragen, dan is het die van centristisch liberalisme, waar Schimmelpenninck een voorvechter van is.
Daarbij valt op op wie Schimmelpenninck zich beroept: Volt en D66. Twee partijen die de afgelopen jaren nauwelijks hun nek uit hebben gestoken in de anti-fascistische strijd. Politieke partijen die weigerden om zich aan te sluiten bij demonstraties.
Waarom? Omdat deze partijen, samen met de rest van de parlementaire politiek, weigeren om Wilders een fascist te noemen. Jarenlang wilden deze partijen niets weten van de zogenaamde “extremisten” op activistisch links. Collectief hebben ze hun neus opgehaald. Precies wat Schimmelpenninck hier doet.
Deze partijen hebben bijna twee decennia gemitst en gemaard over Wilders. Met dezelfde toon als waarop ze Wilders betichtten van “uitsluiting” werd de anti-fascisten verweten dat ze “te ver” gingen. Ze waren bang voor die “enge krakers” en dachten dat ze het zelf wel konden fixen.
Dat is de stuitende arrogantie die hier schuilgaat: dat centristen, die al jaren langs de zijlijn staan in de anti-fascistische strijd, het “wel even” kunnen fixen. Alsof hun superieure intelligentie en strategie elk probleem (ook het probleem waar ze al jaren niets mee doen) wel op kan lossen.
En ook nu weer stelt Schimmelpenninck vooral voorwaarden aan linkse anti-fascisten. Hoe ze zich moeten uiten, hoe ze zich moeten kleden, hoe hun posters eruit moeten zien. Onderwijl blijft het fascisme oprukken.
Schimmelpenninck en de parlementaire partijen hadden zich natuurlijk al jaren uit kunnen spreken tegen het opkomende fascisme. Ze hadden al jaren grote demonstraties kunnen organiseren, of steun kunnen geven aan bestaande initiatieven. En dat hebben ze jarenlang geweigerd.
“Maar ik doe nu toch wat?”, zou Schimmelpenninck kunnen stellen. Sterker nog, hij zegt het ook: we moeten hem vooral dankbaar zijn dat hij “duizenden extra mensen” naar de demo op 22 maart heeft geleid. De “feedback” is dus vooral eenrichtingsverkeer.

Maar zelfs als er “duizenden extra mensen” komen, dat had je ook kunnen doen door zelf een poster te ontwerpen, of simpelweg door op te roepen. In plaats van de bestaande dedain tegenover krakers en linkse esthetiek nog verder aanwakkeren. Dit doet namelijk enorme schade.
Wat ook stuitend is, is het eigenaarschap dat Schimmelpenninck opeens lijkt te voelen over een decennia oude beweging. Als een pas aangestelde commandant spreekt hij met het grootste zelfvertrouwen over zaken waarover al jaren wordt nagedacht.

Want ja, je wilt mooie posters maken voor je demonstratie. De posters die Schimmelpenninck afkraakt, zijn juist hartstikke mooi gemaakt, met betekenisvolle symboliek en kleuren die herinneren aan, onder meer, de pan-Afrikaanse roots van anti-fascisme.
Maar als Schimmelpenninck het heeft over schoonheid, bedoelt hij iets wat zijn “patatliberalen” aantrekt. Met andere woorden: het moet iets zijn wat hij mooi en aantrekkelijk vindt. En dat is nu juist het probleem van centristen en liberalen in Nederland: de extreem dunne huid.
Want als we eerlijk zijn: als je je niet aansluit bij een anti-fascistische demo omdat de poster je niet trekt, dan is je anti-fascisme flinterdun. Komen die mensen naar je demonstratie, dan krijg je taferelen zoals bij de klimaatmars: “geen politiek op mijn demo!“
Historisch gezien is kritiek op posters en esthetiek dan ook niet zozeer een inhoudelijke kritiek, maar eerder een excuus om niet deel te hoeven nemen aan anti-fascistisch activisme. Het is een manier om je te tonen als “verheven” boven politiek, als slechts een objectieve toeschouwer.
Dat is een extreem geprivilegieerde positie om te hebben. De mensen die de anti-fascistische beweging in Nederland hebben opgebouwd, deden dat omdat ze in hun bestaan werden bedreigd. Hun bondgenoten waren vrienden en familie die dat wilden voorkomen.

Anti-fascisme kunnen afwijzen omdat je vindt dat de poster te veel aan krakers doet denken, is een privilege. Het laat zien dat je je verheven voelt boven de strijd. Dat anti-fascisme een kledingstuk is dat je aan en uit kan trekken als het je goed uitkomt. Aan die mensen heb je niet veel.
Want ja, het is leuk als er veel mensen naar je demonstratie komen, maar een demonstratie is maar één stap in een veel langere strijd. Na de demonstratie, als alle demonstratiegangers naar huis gaan, gaat de strijd door. En hopelijk blijven er een paar mensen hangen die mee willen organiseren.
De visie dat een demonstratie geslaagd is als er veel mensen komen, klopt simpelweg niet. Maar het is typisch voor een liberale kijk naar politiek, waarbij mensen laten zien dat ze boos zijn, en politieke partijen vervolgens het échte werk doen. Maar zo werkt politiek nu eenmaal niet.
Anti-fascisme is een lange strijd, waarbij flink veel werk verzet moet worden, van organisatoren tot postermakers tot schrijvers tot onderzoekers tot mensenmensen, en ja, ook straatvechters. We hebben wat aan mensen die na de demonstratie nog meer willen doen.
Waar we helemaal niets aan hebben, is een ‘bondgenoot’ die achteloos met de hoefijzertheorie strooit. Een liberale theorie waarmee centristen linkse politiek kunnen afwijzen, enkel en alleen door de vergelijking te maken met extreem-rechtse politiek.

Terwijl: liberalisme en fascisme zitten veel dichter bij elkaar dan liberalen zouden willen geloven. Het zijn de liberalen van de VVD en NSC die Wilders willens en wetens in het zadel hebben geholpen. Misschien moeten zij aangevallen worden.

Het nare is: dit is wat er met zoveel bewegingen gebeurt, zoals met de klimaatbeweging: het wordt opgezet door linkse activisten, vervolgens wordt het populair, en wordt het overgenomen door centristen en liberalen die politiek als een kledingstuk dragen.
Vervolgens persen die centristen het laatste beetje strijdbaarheid eruit, als voorwaarde voor hun steun, en wat je overhoudt is een lege huls waarmee liberalen schone schijn kunnen maken. Zodat ze “managing director antifa” op hun Linkedin kunnen zetten.
Daarnaast kunnen liberalen zo de overwinningen van linkse, buitenparlementaire strijd op hun eigen conto schrijven, zoals ook is gebeurd met vrouwenkiesrecht, de achturige werkdag, en burgerrechten in de Verenigde Staten.
En juist die tendens, dat de liberale wil wordt opgelegd aan strijdbare instellingen, maakt die organisaties tandeloos. Want het gaat niet alleen om posters. Uiteindelijk zal er ook kritiek komen op “gewelddadige leuzen” en “onsmakelijke vergelijkingen” met nazi-Duitsland.
En natuurlijk: als je eenmaal concessies gaat doen aan Schimmelpennincks “patatliberalen”, dan moet je ook stoppen met PvdA en D66 aanvallen op hun medeplichtigheid, want ook daarmee jaag je misschien mensen weg. Zo wordt de coalitie steeds breder en ongerichter.
Tegelijkertijd behandelt het “patatliberalen” als mensen zonder enige agency of verantwoordelijkheid voor hun eigen handelen. Willen liberalen niet meedoen aan anti-fascisme? Dan komt dat door de “krakersposters”, in plaats van de lange geschiedenis van collaboratie.
Ook Schimmelpenninck zelf: hij draagt, met zijn enorme platform, ook een verantwoordelijkheid dat hij pas zo laat het gevaar van het fascisme aanwijst, en dat hij pas zo laat oproept tot demonstreren. Maar elke keer als hij daarop bekritiseerd wordt, schiet hij meteen in de verdediging.
Zo wordt de verantwoordelijkheid van de politieke onverschilligheid van liberalen neergelegd bij de linkse activisten die al decennia strijden tegen fascisten, ook op straat.
Dus: kom op 22 maart naar Baarn, waar anti-fascisten de racistische, fascistische NVU van de straat zal houden. En Sander: doe wat nuttigs, en roep mensen simpelweg op om te komen. En kom zelf ook langs, wellicht kan je iets leren van die krakers!
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Bluesky.)