Loondispensatieproef vormt breekijzer voor afbraak van wettelijk minimumloon
In de nieuwe brochure “Voor een appel en een ei” beschrijft Bijstandsbond-medewerker Piet van der Lende de regels en de praktijk van het tijdelijke project met loondispensatie. Dat is de ontheffing van de plicht van bazen om aan arbeiders ten minste het wettelijk minimumloon of het minimum cao-loon te betalen. Dat project moet beschouwd worden als een proeftuin waarmee het kabinet de aanval inzet op de verworvenheid van het minimumloon. Vanuit een visie van onderop geeft de strijdbare Van der Lende uitkeringsgerechtigden informatie en advies over de loondispensatie, in de hoop hen daarmee weerbaar te maken.
Al in de jaren 90 drongen bazen aan op loondispensatie. Het debat ging toen nog alleen maar over ontheffing van hun plicht om het minimum cao-loon uit te betalen. Ze pleitten daarbij voor de mogelijkheid om in plaats van het cao-loon het wettelijk minimumloon te mogen betalen, of een loon dat tussen het hogere cao-loon en het lagere minimumloon in zou liggen. Inmiddels hebben veel cao’s op papier een dispensatiemogelijkheid. Maar tot 2009 was er nauwelijks sprake van een dispensatiepraktijk. Het uitbreken van de economische crisis gaf de beleidsmakers de ideale gelegenheid om de loondispensatie volop in praktijk te gaan brengen. In de nadagen van het kabinet Balkenende IV voerde demissionair minister Piet Hein Donner de Tijdelijke Wet Pilot Loondispensatie in. Op grond van die regeling mogen sommige gemeenten bij wijze van proef bazen toestemming geven om lonen uit te betalen die beneden het minimumloon of het cao-loon liggen. Deze loondispensatieproef richt zich op uitkeringsgerechtigden met een arbeidsbeperking. Inmiddels doen aan het project tientallen gemeenten mee, die er deels een eigen invulling aan kunnen geven.
“Het wettelijk minimumloon is de grondslag van de welvaartsstaat, hoewel die staat voor velen allang geen welvaartsstaat meer is”, schrijft Van der Lende. Op basis van het minimumloon worden bijvoorbeeld de normen in de bijstand berekend, en het is ook “een ijkpunt voor de loonhoogte van mensen die betaald werk hebben”. Voor de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks sociale zekerheid en geen wettelijk minimumloon. Arbeiders verdienden daardoor vaak hongerlonen, vooral in crisistijden, waarvan ze niet konden rondkomen. “Om dit te voorkomen is een wettelijk minimumloon noodzakelijk, een beschaafde norm, waarvan wij met zijn allen vinden dat ieder mens daar voor zijn levensonderhoud niet beneden mag zakken. Als je het wettelijk minimumloon gaat afschaffen over de gehele linie of voor specifieke groepen, verdwijnt het ijkpunt als norm en wordt de vaststelling van iemands loonhoogte of uitkering volkomen afhankelijk van de krachtsverhoudingen tussen vakbonden en werkgevers in specifieke bedrijfstakken. Het wettelijk minimumloon is bedoeld om arbeiders en uitkeringsgerechtigden over de gehele linie te beschermen tegen onderbetaling en bittere armoede.” Als die “ondergrens” wordt doorbroken, dan leidt dat tot “tweederangs werknemers die minder rechten hebben dan anderen en die permanent in armoede moeten leven”, waarschuwt de Bijstandsbond-medewerker.
Zoals zo vaak bij de afbraak van arbeidsrechten, is ook deze aanval het eerst ingezet tegen een groep arbeiders die een kwetsbare positie hebben aan de onderkant van de arbeidsmarkt, namelijk mensen met een arbeidsbeperking die een lagere “productiviteit” zouden hebben. Maar ontduiking van het minimumloon zal zeker niet beperkt blijven tot deze groep. Verworvenheden waarvoor de arbeidersbeweging lang heeft gestreden, liggen de laatste jaren steeds meer onder vuur. En steeds grotere groepen arbeiders wordt daarmee geconfronteerd. Is op een verworvenheid eenmaal een uitzondering gemaakt, dan is het hek van de dam. Dan dreigt die verworvenheid sluipenderwijs steeds verder te worden ondergraven en uitgehold. Dat proces is momenteel aan de gang op het gebied van uitkeringen voor werklozen en bij het minimumloon. Het kabinet is druk bezig om het systeem van loondispensatie te normaliseren door het over de hele linie, dus in alle gemeenten, te gaan invoeren. “De toekomstige discussie en strijd zal vooral ook gaan over het antwoord op de vraag bij welke groepen de werkgever geen wettelijk minimumloon hoeft uit te betalen. En ook bepaalde groepen die wel een gemiddelde of meer dan gemiddelde arbeidsproductiviteit hebben, kunnen daaronder gaan vallen, want er is niet alleen een lobby voor verlaging van het minimumloon voor groepen met een arbeidsbeperking, er is ook een lobby van economen en werkgevers voor verlaging van het minimumloon over de gehele linie.” De loondispensatieproef dient als een koevoet om de deur naar de flexibilisering van de arbeid nog verder open te breken. Van der Lende voorziet een toekomst waarin mensen aan de onderkant van de samenleving gedwongen worden om te werken beneden het minimumloon, waarbij ze een bijstandsachtige aanvulling op hun inkomen ontvangen die hen afhankelijk houdt van de overheid, die hen naar believen kan disciplineren en rechteloos kan maken.
De brochure “Voor een appel en een ei” kan worden besteld door € 4,06 (inclusief portokosten) over te maken op rekeningnummer 4554841 t.n.v. Bijstandsbond te Amsterdam.
Harry Westerink