De magere solidariteit van het hand in hand lopen
Afgelopen weekend zijn twee homoseksuele mannen in elkaar geslagen omdat ze hand in hand over straat liepen. Een zoveelste teken aan de wand dat het geweld tegen LHBTQ+’s nog lang niet is uitgebannen uit onze samenleving – integendeel. Het is ronduit misselijkmakend dat homo- en transfoob geweld nog altijd bestaat (in vrijwel alle gelederen van de samenleving), en de LHBTQ+ gemeenschap verdient niet minder dan ieders solidariteit.
Maar hoe ben je het beste solidair met een gemarginaliseerde groep waar je zelf geen deel van uitmaakt? Moeilijke vraag, vind ik. De hele ochtend al zie ik op social media een foto van een – bij mijn weten hetero, cisgender – politicus circuleren. Hand in hand begeeft de politicus zich met zijn secondant naar de informatiebesprekingen op het Binnenhof. In solidariteit met de slachtoffers van homofoob geweld, zo luidt de boodschap, moeten vandaag alle mannen hand-in-hand op de foto.
Aan de goede intenties twijfel ik geen moment, maar toch vind ik dit soort uitingen van solidariteit een beetje mager. Al houdt de politicus in kwestie nóg zoveel handen vast, het is natuurlijk niet zo dat hij normaliter met dit soort geweld geconfronteerd wordt. Homo- en transfoob geweld treft een specifiek deel van de samenleving als zodanig. LHBTQ+’s worden op straat aangevallen – niet zozeer omdat ze hand-in-hand lopen, maar omdat ze daarmee uiting geven aan wie ze zijn. En het punt is juist dat Alexander Pechtold – net als ondergetekende, en heel veel andere mannen – nóóit verantwoording hoeft af te leggen over zijn seksuele oriëntatie. Laat staan dat hij er agressief om bejegend wordt. Een keer hand-in-hand op de foto gaan, verandert daar helemaal niets aan.
Zoals ik een paar jaar geleden al eens betoogde is er een belangrijk verschil tussen solidariteit en empathie. Empathie gaat uit van de impliciete veronderstelling dat iedereen kan weten wat het is om LHBTQ+ (of, in een andere context, vrouw, of zwart, of vluchteling, of moslim) te zijn in onze samenleving. Maar het punt is juist dat niet iedereen dat kán weten: het onophoudelijke classificeren van mensen in verschillende groepen en categorieën heeft juist tot gevolg dat de ervaringen van de een per definitie ontoegankelijk zijn voor de ander.
En dat is wat mij betreft precies het probleem van dit soort “je suis…”-activisme. Het punt is niet dat we in de huidige samenleving uiteindelijk allemaal elkaars gelijken zijn, en dat we dus allemaal hetzelfde perspectief kunnen innemen. Het probleem is juist dat er de facto geen sprake is van een dergelijke gelijkheid.
De basis voor ware solidariteit is daarom mijns inziens juist de wetenschap dat we níet in hetzelfde schuitje zitten. Dat sommige delen van de samenleving per definitie zijn gevrijwaard van bepaalde vormen van geweld, onderdrukking, of uitbuiting – en andere delen van diezelfde samenleving niet. Dat dit inherent onrechtvaardig is. En dat we niet allemaal de ervaringen van LHBTQ+’s of andere groepen hoeven te delen om dit gegeven te erkennen.
En dat uit je wat mij betreft dan het beste door je zonder omwegen solidair te verklaren, en daar vervolgens ook naar te handelen. Niet door te doen alsof het geweld in kwestie ook jou treft. Want dat doet het dus niet – en dat is nu precies het punt.
Mathijs van de Sande
Ik ben het met de strekking van dit stuk zeer eens. De gemakkelijke ‘je suis Charlie’-identificaties – en het maakt niet uit wat er precies achter ‘je suis…’ volgt, – storen mij ook.
Ik heb wel een kanttekening. Empathie duid ik iets anders. Voor mij is empathie niet noodzakelijkerwijs die identificatie. Empathie “gaat uit van de impliciete veronderstelling dat iedereen kan weten wat het is om LHBTQ+ (of, in een andere context, vrouw, of zwart, of vluchteling, of moslim) te zijn in onze samenleving zeg je. Niet perse. Empathie is simpelweg een poging tot meevoelen: jij krijgt een klap die je niet verdient. Ik snap dat een klap pijn doen, en een onverdiende klap nog veel meer. Wat rot voor je, ik leef met je mee’. DAT is empathie, en omdat we allemaal voelende wezens zijn, kan die empathie zich in principe uitstrekken naar al die voelende wezens, door de muren en over de verschillen heen. Met empathie in deze zin is niets mis, het is een ingrediënt van solidariteit. Maar de erkenning dat de verschillen er toe doen – een zwarte kan racistisch geweld te incasseren krijgen,een vrouw kan met misogynie bejegend worden, ik als witte man loop dat gevaar niet; ik kan als homo potenrammerij te incasseren krijgen, een hetero loopt dat gevaar niet; – is wezenlijk. Maar dat mensen, ook als ze niet tot de categorie ‘doelwit’ (vul maar in) horen, toch enigszins kunnen beseffen wat het is om klappen en intimidatie te krijgen,. lijkt me onmiskenbaar en relevant. Dat we zoiets via empathie erkennen is nog geen solidariteit. Het kan er wel deel van uitmaken.
Samenvattend: empathie en solidariteit zijn niet hetzelfde, en de ‘je suis’/… allemaal-hand-in-hand-identificatie is meer dan storend. maar empathie is van solidariteit wel degelijk een onderdeel. precies in die empathie zit een uiting van onze onderlinge verbondenheid en erkenning als mens, als voelend wezen.
(het bovenstaande is achterstallig onderhoud; ik had iets dergelijks al eens over het eerdere stuk hierover willen )schrijven;) )
Dag Peter,
Ik ben het toch niet helemaal met je eens. Niet dat ik nu wil verzanden in ellenlange semantische discussies, maar “met iemand meeleven” impliceert niet per definitie empathie – dat is eerder wat we doorgaans “sympathie” noemen. “Empathie” (en-pathos) betekent letterlijk dat jij jezelf “invoelt.” Het vooronderstelt, met andere woorden, dat jij je de gevoelens van een ander eigen probeert te maken of je probeert te vereenzelvigen met de positie van een ander. “Sympathie” (syn-pathos) betekent dat je met iemand “meevoelt.” Natuurlijk is dat laatste belangrijk voor solidariteit, en een zekere mate van emotionele betrokkenheid met degene of hetgene waar je solidair mee bent is niet verkeerd. Maar dat impliceert niet dat je jezelf ook in haar of zijn schoenen hoeft te plaatsen. Natuurlijk: dat is hoe veel mensen zich solidariteit voorstellen, en dat is ook begrijpelijk. Maar ik zou zeggen dat het om bovengenoemde redenen vaak contraproductief is, en dat een meer afgewogen gevoel van sympathie een betere basis vormt voor solidariteit dan empathie.
Ik ga iets ongebruikelijks doen. Ik ga je gewoon eens helemaal gelijk geven, Mathijs:) Zoals jij sympathie beschrijft, dát is waar ik op doel. Ik blijf erbij dat er ergens, onder alle verschillen, ‘iets’ van gemeenschappelijks is, dat de mogelijkheid geeft dat de ene mens voor de ander opkomt: dat mensen sympathie voor vluchtelingen voelen is deels omdat mensen zich kunnen voorstellen dat het niet bepaald leuk is om eindeloos in lekke tenten in de sneeuw te moeten bivakkeren, na achterlating van huis en haard, en met zieke en hongerige kinderen erbij.. Maar als empathie betekent, zoals jij aangeeft: ‘in de huid van de ander kruipen’, dan is dat precies níét wat ik bedoel. Meevoelen ja, invoelen nee 😉
Eh, wat wordt in het artikel precies bedoeld met ‘dit soort’ solidariteit? Zelf ben ik er geen fan van als mascotte te worden ingezet voor deze of gene politieke strijd, noch tegen vluchtelingen, noch voor het winnen van stemmen of (ouderwetser gezegd) zieltjes. Waar elke foto met politici erop in ieder geval naar riekt.
Dus als met ‘dit soort’ wordt bedoeld ff snel op de foto om er snel ff solidair uit te zien om stemmen te winnen, mee eens. Dat is niet hetzelfde als dezelfde ervaring hebben of het risico delen. Ook met z’n allen samen op een plein hand in hand te staan is niet hetzelfde.
Maar LGBTIQ*s worden op straat just wel aangevallen voor het hand in hand lopen. De hier gegeven oorzaak is vreemd. Twee mannen die cis/hetero zijn zouden dan op straat aangevallen worden. Zij geven wanneer ze hand in hand lopen immers geen uiting van wie ze zijn? Geen enkel risico op geweld want ze zijn hetero.
(Even een zijspoor hierbij: Homofobie beperkt ook heterosexuelen in hun gedrag, Vaak niet op zo spectaculaire wijze, eerder subtiel maar het is er wel.)
Er wordt hier begonnen terecht de vorm van de actie te bekritiseren maar vervolgens wordt het kind met het badwater weggegooid: in de zoektocht naar de definitie van ware solidariteit wordt over het hoofd gezien dat dit een zeldzame mogelijkheid is om een ervaring te delen. In plaats van solidariteit te tonen door samen veilig op een plein of foto te staan zou opgeroepen moeten worden om met een vriend op een willekeurige dag eens hand in hand door een drukke winkelstraat te lopen. Dan kan men zelfs als cis heterosexuele witte man zich ook eens aggressief bejegend voelen om in ieder geval vermeende sexuele voorkeur. Dat is inderdaad niet precies dezelfde ervaring die een LGBTIQ* persoon zou hebben maar het desalniettemin leerzaam.
En nee, dat is niet schaalbaar en het helpt op dit moment niet iedereen even veel maar het brengt ware solidariteit misschien wel een stapje dichter bij.
Hoe kan je worden aangepakt door een vijand ? Worden weggezet als homo en / of gek. Of worden weggezet als pedo of combinaties van eerder genoemden. Zo dat je zonder remmingen kan worden aangevallen. Een vijandbeeld maken. Isoleren. Immers het gaat dan om een ” vieze man ” en die is dan al bijna geen mens meer in een bepaalde redenering. In de zelfde redenering : maar beter geen risico nemen waar rook is is vuur je weet maar nooit. Het roddel circuit . Reactie als je / ik hulp zocht : o jij denkt dat de hele wereld tegen je is he ( gek ) . Of : jij hebt altijd wat. En : niet reageren anders word het erger. Of : ga verhuizen. Dooddoeners afschepen . Pesterijen naroepen over straat in het donker voor je woning langs rijden en schelden. De eerste stappen door pesten op weg naar moord. Notabene o is hij geen homo dan bemoeien we er ons niet mee. Ik ken dat alles uit eigen ervaring als aangevallene voor de duidelijkheid. Helemaal niet zo uniek denk ik. Wanneer heb jij voor het laatst gevochten ? Op de basis school ? Ik onderken wat Mathijs schrijft : ” Dat sommige delen van de samenleving per definitie zijn gevrijwaard van bepaalde vormen van geweld, onderdrukking, of uitbuiting – en andere delen van diezelfde samenleving niet. ” Als je ook nog armoe als stigma hebt in een slechte buurt woont wat is dan nog je leven mijn leven ? Je zal wel depressief zijn Raymond . Nou dat valt mee. Ik kan nog om me zelf lachen zelfspot is me niet vreemd. Ik hoeft niet op empathie of solidariteit te rekenen. Nou en f*ck them.
Ik verwacht niks meer. Ik maak het wel voor me zelf leuk .
wat is lhbtq+? volgens mij start solidariteit trouwens met empatie.
Ivo, dat kan je zo googlen.