Met de nieuwe “huisregels” lapt de Universiteit Utrecht het demonstratierecht aan de laars
De Universiteit Utrecht (UU) is met de onderstaande “huisregels” gekomen, compleet in strijd met het nationale en internationale demonstratierecht. Sterker nog, het lijkt op een vraag in een rechtententamen, en ik ga het ook zo beantwoorden.
Allereerst: welk wettelijk kader is van toepassing? Het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (EVRM) geldt in principe alleen tussen de staat en de burger, en niet tussen burgers onderling. Echter, zowel politie als rechter zijn gebonden door het EVRM.
Dat betekent dat als de UU de politie vraagt om deze regels te handhaven, of als de UU consequenties wil verbinden aan deze regels, dat de rechter deze regels moet toetsen aan het EVRM. Anders handelt de rechtspraak, als onderdeel van de staat, mogelijk in strijd met het EVRM.
Het gaat hier om vrije meningsuiting (artikel 10 EVRM) en vrijheid van betoging en vereniging (artikel 11 EVRM). Deze twee rechten zijn aan elkaar verbonden: bij een demonstratie wordt zowel gebruik gemaakt van het recht op betoging als de vrije meningsuiting.
Beide zijn, volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) fundamentele grondrechten, die aan de basis staan van een democratische rechtsstaat en zonder welke die democratische rechtsstaat niet kan bestaan. Daarom past het EHRM een streng regime toe op inperkingen.
Het EHRM past op alle grondrechten hetzelfde basisframe toe: rechten die in het EVRM zijn verankerd, mogen alleen worden ingeperkt als die inperking 1) bij wet is voorzien, 2) een legitiem doel nastreeft, en 3) noodzakelijk is in een democratische samenleving.
Dat brengt ons bij de huisregels van de Universiteit Utrecht en de beoordeling ervan. Om te beginnen: is de inperking bij wet voorzien? Daarover kan je van mening verschillen. De UU zal een beroep doen op eigendomsrecht om deze regels te mogen stellen.
Echter, de WOM plaatst het recht om demonstraties in te perken in handen van de gemeenteraad en de burgemeester, niet in handen van private organisaties. Demonstraties op openbaar toegankelijke plaatsen mogen dus niet verder worden ingeperkt dan bij wet geregeld.
Voor de vraag of is voldaan aan de eisen van een legitiem doel en democratische noodzakelijkheid gaan we de beperkingen een voor een behandelen. Goed om te weten: een beperking hoeft niet een verbod te zijn, het kan ook een voorwaarde of een andere regel zijn.
Dan, het onderscheid tussen demonstreren en bezetten. De UU stelt dat “wet- en regelgeving” een bezetting verbieden, en dat hiertegen aangifte kan worden gedaan. Volgens de UU is een bezetting nooit een demonstratie. Dit is niet in lijn met internationale jurisprudentie.
Het EHRM heeft bepaald dat (langdurige!) bezettingen, ook als die in strijd zouden zijn met wetgeving, hebben te gelden als vreedzame demonstraties, die ook de bescherming van artikel 11 genieten. Bezettingen kunnen dus niet per definitie worden verboden.
De aanmeldingsprocedure ligt wat complexer. Volgens de WOM moet een demonstratie inderdaad bij de gemeente aangemeld worden. Het tijdspad wordt in de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen, en voor Utrecht is dat 24 uur van tevoren.
Dat de demonstrant een kennisgeving moet afgeven aan de gemeente, betekent echter niet dat de demonstrant ook kennis moet geven aan de organisatie waartegen gedemonstreerd wordt. Dat zou ook vreemd zijn: dat je alle demonstraties moet aankondigen bij het ‘doelwit’.
Bovendien wordt verplicht dat plaats en tijd worden “afgestemd” met “Security”, wat in feite betekent dat je toestemming nodig hebt voor je demonstratie. De WOM bevat hiervoor geen enkele grond. Over het feit dat “Security” hierover gaat, komen we later nog te spreken.
Dan de genummerde “huisregels”. In principe kunnen grenzen worden gesteld aan beschadigende, intimiderende of discriminerende uitingen en handelingen. Deze bepaling gaat echter verder, en verbiedt ook mogelijk “kwetsende” uitlatingen. Daarover is de jurisprudentie duidelijk.
Hiervoor moeten we kijken naar artikel 10 EVRM en de vrije meningsuiting. Die is ook van toepassing op ideeën die “kwetsen, choqueren en verontrusten”. Zonder dat recht bestaat er geen democratische samenleving. Dit is echt eerstejaars juridische kennis.
Dat ideeën mogelijk kunnen kwetsen, of mogelijk als intimiderend kunnen worden opgevat, is geen grond om die uitlatingen te verbieden. Ook die uitlatingen zijn beschermd. Een aanval op die uitingen is een directe aanval op de democratische rechtsorde.
Wat betreft gezichtsbedekking: in de zaak Laurijsen vs Nederland heeft het EHRM bepaald dat bivakmutsen, balaclavas en andere gezichtsbedekking is toegestaan bij demonstraties om de anonimiteit van de deelnemers te beschermen. Dit verbod is daarmee in strijd.
Het verbod op “belemmering” is extreem breed en daarom al problematisch. Is geluidsoverlast een belemmering? Is elke demonstratie niet in ieder geval een beetje belemmerend? Dit lijkt op een bepaling die op elk moment kan worden ingeroepen tegen demonstranten.
Echter, volgens het hof mogen zelfs onrechtmatige demonstraties doorgang vinden, zelfs als die voor “disturbance” zorgen. Belemmering hoort bij demonstraties, en autoriteiten hebben zulke belemmeringen te accepteren voor zover die geen gevaar voor anderen veroorzaken.
Als punt 4 volgen een hoop algemene verboden. Veel vallen binnen de grenzen van het demonstratierecht, maar een aantal vallen op. Het blokkeren van verkeer is onoverkomelijk bij demonstraties met grote hoeveelheden mensen, en is daarom ook deels beschermd door het EVRM.
Hoewel niet alle blokkades zijn toegestaan, is het vreedzaam blokkeren van verkeer ook beschermd. Er mogen sneller beperkingen worden opgelegd bij blokkeren van verkeer, maar daarvoor moet worden voldaan aan gebruikelijke eisen voor een beperking. Een algemeen verbod mag niet.
Regel 5, een flyerverbod is een van de ernstigste verboden, compleet in strijd met het demonstratierecht en de vrije meningsuiting. Flyeren voor politieke doeleinden is een beschermd recht, en de UU mag dat niet in algemene termen verbieden, zeker niet bij een demonstratie.
Deze keer geen geciteerde rechtspraak, omdat er geen zaak is die precies gaat over het toestaan van flyeren. Dat komt omdat flyeren zo overduidelijk onder vrije meningsuiting valt, en een verbod zo duidelijk geen legitiem doel dient, dat het verbod overduidelijk te ver gaat.
Dit document bevat flagrante schendingen van het demonstratierecht, en een eerstejaars rechtenstudent zal weinig moeite hebben om alle fouten uit dit document te halen. De vraag is dan: waarom heeft de Universiteit Utrecht dit overduidelijk illegale document zo opgesteld?
Nou: je kan zien wat voor centrale rol “Security” inneemt in het document. Alles moet langs “Security”, alles is geschreven vanuit een “security-mindset”. Overal is toestemming en afstemming voor nodig. De contactgegevens worden meerdere keren genoemd. Dit is een document van “Security”.
Ik vermoed zelfs dat hier geen jurist op heeft meegelezen, of dat er niet naar die jurist is geluisterd. Je ziet het, naast de inhoud, in de vage bewoordingen (“vanuit de wet- en regelgeving”). Hier heeft duidelijk één afdeling de leiding gehad.
Dat is zorgelijk, omdat het in lijn is met de kritiek van Amnesty International op het Nederlandse demonstratierecht. Er wordt te veel gedacht vanuit het inperken van risico’s en het voorkomen van elke vorm van “belemmering”. Grondrechten zijn een bijzaak.
Het is een toonbeeld van het steeds meer opkomende absolute veiligheidsdenken, waarbij elk mogelijk risico meteen in de kiem moet worden gesmoord. Of nou ja, de veiligheidsrisico’s waar besturen en organisaties geen baat bij hebben.
Dat juist een universiteit, dat een bolwerk zou moeten zijn voor fundamentele grondrechten, academische vrijheid en juridische kennis, zo erg tekort schiet, is een gruwelijk teken aan de wand. Dit is onacceptabel.
De enige gepaste oplossing lijkt me dat deze “huisregels” onmiddellijk worden ingetrokken, alleen al op basis van de onrechtmatigheid, en dat er openheid wordt gegeven en excuses wordt aangeboden voor de manier waarop dit document tot stand is gekomen.
Want: demonstreren is een fundamenteel grondrecht, zonder welk er geen democratische samenleving kan bestaan.
En zoals zo vaak: repressie heeft geen enkel effect. Volgens mij hebben studenten en staf hier keurig elke illegale regel ‘overtreden’.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)
Hartelijk bedankt voor dit artikel! Een vertaling in het Engels van deze tekst zou natuurlijk erg welkom zijn. Hoop dat iemand hier tijd voor heeft.