Mobiliteit als organisatievorm: rebellie van vluchtelingen van de buitengrenzen tot in de binnensteden van de EU

Logo.
Logo.

De berichtgeving over protesten van vluchtelingen in Europa en ten zuiden van de Middellandse Zee houden al meer dan een jaar aan. Nicosia, Tel Aviv en Jeruzalem, Melilla, Calais, Amsterdam, Wenen, Berlijn – de lijst met steden waar vluchtelingen op pleinen een protestkamp hebben opgezet, is lang geworden. Overal worden, met existentiële vastberadenheid, dezelfde eisen gesteld: een waardige behandeling, sluiting van de kampen, opheffing van het arbeidsverbod en het toekennen van dezelfde sociale en politieke rechten als de plaatselijke bevolking heeft. Er vinden honger- en zelfs dorststakingen plaats. En daarnaast zijn er ook nog landelijke opstanden in uitzetbajessen in Italië, Hongarije, Bulgarije en elders.

Dit is een vertaling van het artikel “Mobilität als Organisationsweise. Rebellion der Flüchtlinge: von den EU-Außengrenzen bis in die Innenstädte” dat verscheen in het maandblad AK nummer 590 van 21 januari 2014.

Zo snel als de berichtgeving via de nieuwe media wordt verspreid, zo simpel is het om samen met protesterende vluchtelingen persoonlijk contact op te nemen met protestkampen duizenden kilometers verderop. Ook vluchtelingen die zijn uitgezet, en vluchtelingen die tijdens hun vlucht zijn gestrand, ontmoeten elkaar steeds weer, van protestkamp tot protestkamp.

Maar toch kun je ook weer niet zeggen dat de protestkampen samen overkoepelend georganiseerd zijn. Waar organisatie en delegatie ontstaat, dreigen de solidaire structuren in fracties uiteen te vallen. De YouTube-filmpjes van protesterende vluchtelingen spreken tot de verbeelding, in tegenstelling tot de wat magere agenda’s en schriftelijke platform-discussies. In plaats daarvan ontwikkelen de tentenkampvluchtelingen kracht door hun aanwezigheid in de binnensteden, door hun zichtbare vastberadenheid en doordat er op hetzelfde moment wordt geprotesteerd op talloze andere plaatsen.

De collectieve acties van de vluchtelingen zijn niet verankerd in partijen en organisaties, maar in een informele, zich verzettende mobiliteit. Ze baseren zich op kennis over hoe je te verbergen, over valse papieren en de mogelijkheden tot legalisering. De routes van de vluchtelingen ontwikkelen zich aan de hand van de netwerken die migranten voor hen over landen en continenten aangelegd hebben.

Dat vluchtelingen een nieuw zelfbewustzijn hebben ontwikkeld, is duidelijk. Syrische bootvluchtelingen die door een Italiaans marineschip naar Lampedusa werden gebracht, deden bijvoorbeeld direct bij aankomst aangifte tegen het marinepersoneel wegens diefstal. Dat had geld en persoonlijke eigendommen in beslag genomen ter waarde van meer dan honderdduizend euro, daarvoor geen kwitanties afgegeven en vervolgens al het geld laten verdwijnen. Vluchtelingen uit Eritrea en Somalië hebben sinds 2011 een eigen SOS-noodoproep-systeem voor op zee opgezet, en dat wordt nu door het project WatchTheMed openlijk ondersteund en verder uitgebouwd. De “Harragas”, migranten die na aanvang van de opstand in Tunesië naar Italië vertrokken en daar massaal werden opgesloten om te worden uitgezet, brachten hun ervaring op het terrein van opstanden met zich mee. Ze hadden in Tunesië onder Ben Ali politiebureaus en lokale overheidsinstanties aangevallen, en nu kwamen ze opnieuw in opstand in de vluchtelingengevangenissen. In alle Italiaanse deportatiebajessen kwam het in 2011 tot opstanden. Een groot deel van die gevangenissen werd verwoest en is tot op heden niet meer in gebruik genomen.

Tegelijk zijn er langs de vluchtroutes transnationale politieke netwerken ontstaan, zoals Boats4People, WatchTheMed, Noborder of Welcome to Europe. Die verrichten ondersteunend onderzoek en proberen nieuwe manieren uit van het bewerken van, en interveniëren in, de publieke opinie. Op die manier is het de afgelopen maanden gelukt om de scheepsrampen in de Middellandse Zee, de situatie in de kampen en het racistische rechteloos maken van vluchtelingen op een kritische manier enorm breed in het nieuws te krijgen, zoals dat nog niet eerder gelukt is in het tijdperk van Fort Europa.

Maar we moeten de zwakke kanten niet over het hoofd zien: de protestbewegingen tegen het crisismanagement in Zuid-Europa zijn weggeëbd, en ook is er geen verbinding ontstaan met de rebellie binnen de Arabische landen. Het pact van de EU met de (militaire) dictaturen en de regionale machthebbers van het Midden-Oosten en Noord-Afrika is op dit moment niet in gevaar.

Daaruit vloeit de volgende vraag voort: zou er, nu er rond het massale sterven op de Middellandse Zee een kritische publieke opinie ontstaat, niet de kans bestaan voor een transnationale actie op de Middellandse Zee? Een actie die een scharnier zou kunnen gaan vormen tussen vluchtelingen en solidariteitsgroepen, tussen Europa en de Arabische opstanden, tussen de woede in de metropolen en de oorlogsvluchtelingen uit Syrië en de Hoorn van Afrika? Bijvoorbeeld een schip dat vanaf de Middellandse Zee uitzendt op de korte en lange golf, maar ook via internet en satelliet. Een publieke radiozender die de SOS-hulpoproepen van bootvluchtelingen direct uitzendt, die meertalige discussies laat horen van bootvluchtelingen met de luisteraars aan land, en die muziek laat horen zoals harraga, hiphop en rap van de opstanden, uit de kampen en uit de voorsteden. Of een veerboot in eigen beheer die van Zuid-Italië naar Tunesië vaart en dan terug met ongedocumenteerde vluchtelingen aan boord!

De discussie over hoe zo’n samenwerking eruit zou kunnen zien, gaat iedereen aan die de afgelopen jaren in beweging is gekomen: protestkampen en Choucha-vluchtelingen, Blockupy-activisten en Arabische opstandelingen, vluchtelingensolidariteitsgroepen en lokale buren in Berlijn-Kreuzberg, Calais, Amsterdam en transnationaal.

Helmut Dietrich