Naturalisatieceremonie indoctrineert nieuwe Nederlanders
Migranten en vluchtelingen door de strot duwen dat ze trots behoren te zijn op Nederland en zich ermee dienen te identificeren. Dat is het nationalistische doel van “de naturalisatieceremonie” die door toenmalig minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk is ingevoerd. Sinds 2006 moeten alle gemeenten minstens een keer per jaar zo’n ‘feestje’ organiseren. Nieuwe staatsburgers zijn verplicht om daaraan deel te nemen en met veel bombarie en gebakken lucht het Nederlanderschap uitgereikt te krijgen. Recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie maakt onbedoeld duidelijk dat de deelnemers niet zitten te wachten op dit soort staatspropaganda.
Met de naturalisatieceremonie willen beleidsmakers migranten en vluchtelingen zich meer verbonden laten voelen met Nederland. Maar velen wonen hier al jarenlang, hebben schoolgaande kinderen, werken betaald en onbetaald, en nemen dus al volop deel aan de samenleving. Het is daarom betuttelend en disciplinerend om hen te verplichten tot een plechtigheid waar vertegenwoordigers van gemeenten hen behandelen alsof ze pas na het verkrijgen van het Nederlanderschap een volwaardig mens worden. De nieuwe Nederlanders moeten tijdens de ceremonie een toespraak aanhoren van een burgemeester of wethouder. “Ik had daarbij het gevoel dat ik tot nu toe geen normen en waarden had gehad en dat ik nu die van Nederland moest overnemen. Maar ik heb zelf ook normen en waarden!”, reageert een nieuwe Nederlander in het WODC-rapport. Ze kreeg zo aangepraat dat ze moest assimileren. Een ander vond de ceremonie “nep” en “tijdverspilling”. Hij moest “een beetje lachen” om de ongeloofwaardigheid van het verhaal van de burgemeester over het zogenaamde tolerante en solidaire Nederland. “Iedereen weet toch dat het niet koek en ei is.”
In veel gemeenten krijgen nieuwe Nederlanders ook nog het tenenkrommende boekje “Welkom” in handen gedrukt. Daarin worden ze aangesproken alsof ze nog van alles moeten leren, alsof ze buitenlandse kinderen zijn die voor het eerst van hun leven dit land bezoeken. Nederland ligt in Europa en Beatrix is de koningin, aldus de bedroevend paternalistische schoolles. “Sommige dingen horen bij Nederland. Bijvoorbeeld ondernemen. Dat betekent zélf iets opbouwen, zélf handelen! Je eigen winkel of bedrijf beginnen.” Overbodige nationalistische onzin voor nieuwe Nederlanders die al lang en breed een eigen onderneming hebben. Ook andere clichébeelden worden in het boekje uit de kast getrokken. “Ook zuinigheid past bij Nederlanders. Hij of zij spaart geld en gebruikt spullen zo lang mogelijk. Of verkoopt deze spullen weer op rommelmarkten.” Nogal cynisch voor de vele nieuwe staatsburgers die in dit land altijd al met weinig inkomen moesten zien rond te komen. “Vroeger zei men dat Nederland uit kooplieden en dominees bestond. Een koopman handelt in spullen en een dominee leidt een kerkdienst. Een Nederlander zou je met hen kunnen vergelijken. Hij weet overal geld mee te verdienen, geeft niet veel geld uit aan luxe dingen, is soms streng en ja… hij weet het vaak beter. Ook dat is echt Nederlands.” Met dit soort chauvinistische prietpraat voelen de nieuwe Nederlanders zich meteen stukken minder welkom.
Sinds 1 mei 2009 moeten ze tijdens de ceremonie ook nog “de verklaring van verbondenheid” afleggen. Die luidt: “Ik verklaar dat ik de grondwettelijke orde van het Koninkrijk der Nederlanden, haar vrijheden en rechten respecteer en beloof de plichten die het staatsburgerschap met zich meebrengt getrouw te vervullen. Dat verklaar en beloof ik.” Zo proberen de machthebbers om “allochtonen” eronder te houden. Maar een “autochtoon” als PVV-leider Geert Wilders hoeft een dergelijke verklaring niet af te leggen, hoewel hij juist de vloer aanveegt met de vrijheid van godsdienst en het principe van gelijkwaardigheid.
Harry Westerink