Nazi-fasci-communisme: de geïnstrumentaliseerde anti-communistische hydra die we moeten ontmantelen
In september 2020 stemde de gemeenteraad van Dalmine, Italië, voor een motie die, onder verwijzing naar de verschrikkingen van de goelags en de hongersnood in de Sovjet-Unie, het nazi-fascisme gelijkstelt aan het communisme, en dus vereist dat men zich anti-communist verklaart om gebruik te mogen maken van openbare ruimten. Dat is een belediging voor de nagedachtenis van de vele Dalminese partizanen. Maar dat niet alleen: terwijl Dalmine slechts een afgelegen Italiaanse stad is die in handen is van een overwegend rechtse gemeenteraad, heeft het Europees Parlement in 2019 een soortgelijke motie voorgesteld en goedgekeurd. Het is duidelijk dat ongefundeerd en geïnstrumentaliseerd anti-communisme een actuele en zorgwekkende kwestie is, die om reflectie en verzet vraagt. Om alles uit te pakken wat er mis is met de anti-communistische motie van Dalmine, hebben de lokale groepen Associazione Nazionale Partigiani Italiani (ANPI), Confederazione Generale Italiana del Lavoro (CGIL), Associazione Ricreativa e Culturale Italiana (ARCI), en Associazioni Cristiane Lavoratori Italiani (ACLI) een interview georganiseerd met professor Alessandro Barbero, een Italiaanse historicus, academicus en schrijver. Wat volgt, is een verdere uitwerking van het onderwerp, waarbij wordt uitgegaan van de argumenten van professor Barbero en die verder worden uitgebreid.
Professor Barbero windt er geen doekjes om: nazi-fascisme en communisme gelijkstellen is een grove onnauwkeurigheid. Die vergissing, zo vervolgt hij, komt voort uit een oversimplificatie van zowel de politieke ideologie als de geschiedenis. Niet toevallig bevinden het nazi-fascisme en het communisme zich op de tegenpolen van het politieke spectrum.
The original text in English. De originele tekst in het Engels.
Aan de ene kant hebben we nazi-fascistische verheerlijking van de ongelijkheid tussen menselijke ‘rassen’, en de daaruit voortvloeiende noodzaak van uitroeiing, imperialistische expansie, rigide hiërarchieën, en totale controle over het politieke, economische en sociale functioneren van de staat. Aan de andere kant vinden we communistische egalitaire idealen van vrede, gelijke verdeling en sociaal eigendom van hulpbronnen en productiemiddelen, en afschaffing van kapitalistische uitbuiting van de arbeidersklasse, de armen en de onderdrukten. Niettemin maakt ideologie alleen nog geen politiek regime, en de manier waarop het communisme zich in de Sovjet-Unie ontwikkelde is keer op keer gebruikt om het nazi-fascisme ten onrechte met het communisme te vergelijken.
Dat wil niet zeggen dat er geen gelijkenissen zijn tussen Italië, Duitsland en Rusland in de jaren dertig. Ontegenzeggelijk zagen zowel de Sovjet-Unie van Stalin als het Duitsland van Hitler een autoritaire eenpartijdictatuur opkomen die resulteerde in absolute controle over de economie, onderdrukking van de vrijheid en genocide. Maar hoewel deze overeenkomsten voor een omschrijving van het stalinisme en het nazisme als totalitair lijken te pleiten,(1) zijn ze niet voldoende reden om de ene ideologie en bijbehorende politieke project in zijn geheel gelijk te stellen aan de andere, omdat dit zou neerkomen op een reductie van het communisme en zijn veelvuldige uitingen tot een van zijn specifieke verschijningsvormen.
De gelijkstelling van het communisme met het stalinisme
Particularisme en extremisme zijn kenmerken van een dergelijke foutieve redenering, vooral wanneer men bedenkt dat de indeling van Stalins Sovjet-Unie bij het communisme nog steeds ter discussie staat. Verscheidene geleerden beschouwen het als een degeneratie van het communisme tot staatskapitalisme: een economisch systeem dat functioneert volgens de logica van de kapitaalaccumulatie en waar de productie en de zakelijke activiteiten worden uitgevoerd door entiteiten en instellingen die onder staatscontrole staan. Ook al werden huisvesting en landbouw georganiseerd volgens de staatssocialistische principes van collectivisering en herverdeling zonder winstoogmerk, de meeste andere sectoren, vooral de zware industrie (bijvoorbeeld de staalfabrieken), werden genationaliseerd en ingezet om de stroom van kapitaal naar het land te vergroten.
Interessant is dat de intensieve investeringen in, en reorganisatie van, de economie rond zware industrieën door de Sovjet-Unie onder Stalin nu worden erkend als een mogelijk startmechanisme van de beruchte Holodomor-hongersnood van 1932-33.(2) Wij zouden dus de rol moeten erkennen die kapitalistische factoren, naast uiteraard communistische en autoritaire factoren, hebben gespeeld in de donkerste implicaties van Stalins bewind. Dit zou ons kunnen helpen om tot een beter begrip te komen van de gruwelen waarmee velen het anti-communisme rechtvaardigen. Daaruit blijkt dat het daarop baseren van anti-communisme alleen kan werken als we een lezing van hun oorzaken toestaan die opzettelijk de elementen weglaat die ook kenmerkend zijn voor de westerse landen. Wat een toeval!
Bovendien verzetten socialisten zich nu, en toen ook al, tegen Stalins onderdrukkende en bloeddorstige bewind, zoals dat zich ontpopte in onder meer de oprichting van de goelags en in de controle over de pers, omdat het de communistische kernwaarden verraadt: vrijheid, gelijkheid en zelfbeschikking van alle mensen.(3) Tegenwoordig kunnen we van de meeste communisten verwachten dat zij anti-stalinistisch zijn, omdat ze de terreur hebben ingezien die door zijn waanzin is veroorzaakt (letterlijk, men vermoedt dat Stalin een psychopathische persoonlijkheid had, vatbaar voor manipulatief gedrag en paranoia (4)) en de schade die hij heeft toegebracht aan de communistische idealen.
Dit staat in schril contrast met het nazi-fascisme, want er is nauwelijks een neo-nazi of neo-fascist te vinden die niet nostalgisch is over de twee dictators, ook al beseft men vaak niet hoezeer ons leven onder hun bewind zou worden beheerst en bedreigd. Neo-nazistische en neo-fascistische groeperingen verheerlijken eigenlijk elk aspect van die regimes, en met uitzonderlijke vurigheid de meest gewelddadige en destructieve onderdelen, zoals de rassenwetten en de kolonisatie van Ethiopië. Op zijn minst ziet men het genocidale aspect van het nazi-fascisme over het hoofd, en onderstreept men daarentegen het “goede” dat in hun naam werd gedaan. Dat is een schaamteloze dubbele standaard in vergelijking met de hyperkritische houding die voor het communisme is gereserveerd. En twee toevalligheden maken een vooroordeel.
Het gelijkstellen van het nazi-fascisme aan het communisme op basis van het stalinisme is dus niet alleen strategisch reductief, maar uiteindelijk ook gebaseerd op een selectieve lezing en vooringenomen interpretatie van geschiedenis en ideologie. Om een psychologisch kader te gebruiken, lijkt dit soort anti-communisme een projectie te zijn van de bloeddorstige bedoelingen van het nazi-fascisme op het communisme, waarvan het uiteindelijke doel in feite het tegendeel was van wreedheid.
Het communisme is geen spook
Velen klagen dat het staatskapitalisme, het autoritarisme en de terreur van de Sovjet-Unie op de een of andere manier een onvermijdelijk product waren van Lenins Rusland en het communisme, en gebruiken dat argument om te roepen dat het communisme alleen maar kan uitmonden in dictatuur en bloedvergieten. Dat is ronduit gezegd vergezocht, omdat het is gebaseerd op één extreem geval en op het afleiden van causaliteit uit een eenvoudige temporele opeenvolging. Verder blijkt daaruit een eurocentrische lezing van het communisme, waarbij geen rekening wordt gehouden met de ervaringen van diverse Latijns-Amerikaanse, Aziatische en Afrikaanse communistische staten, noch met de bijdrage van communistische activisten en politici aan de strijd tegen de onderdrukking van arbeiders, armoede en ongelijkheid. Daarom zullen wij ons nu richten op de wereldwijde ervaringen met communisme.
In haar lange geschiedenis nam het communisme in verschillende landen verschillende vormen aan, en leidde in elk van die landen tot zeer uiteenlopende resultaten, sommige succesvoller dan andere. Een dergelijke vermenigvuldiging van ervaringen en standpunten, die de grieven van economische uitbuiting deelden, leidde tot verschillende subideologieën binnen het communisme zelf. Sommigen zien de noodzaak van een gecentraliseerde staat, zoals in het leninistische Rusland, anderen stellen dat de macht direct moet worden overgedragen aan arbeiderscoöperaties en gedecentraliseerde organisaties, zoals in het anarcho-communistische Spanje van de jaren 1930. Allen stellen zich een maatschappij voor die vrij is van het juk van sociale klassen, loonslavernij en, uiteindelijk, de staat.
Als we de geschiedenis van verschillende communistische landen buiten Europa analyseren, kunnen we inderdaad andere gevallen van slachting en onderdrukking vinden. Mao Zedong, bijvoorbeeld, deelde Stalins opvatting dat geweld een noodzakelijk middel was om het communistische einddoel te bereiken, en ook hij gaf opdracht tot het doden van dissidenten, terwijl hij een rampzalig landbouwbeleid instelde dat leidde tot de hongersnood van 1959-61. Fidel Castro vervolgde homoseksuelen en beperkte ook de vrijheid van meningsuiting, vereniging, vergadering en beweging. Dit zijn allemaal onvergeeflijke zaken, die mij en anderen ervan weerhouden om deze figuren van het communisme tot absolute idolen te verheffen, of ons er zelfs toe aanzetten hen volledig te veroordelen.
Maar, nogmaals, er is een verschil tussen toegeven dat ook het communisme zich kan ontwikkelen tot autoritarisme, en het reduceren van alle communisme tot zijn autoritaire gevallen. Er is ook een verschil tussen communisten die de verschrikkingen van het communisme, eigen of afgeleid, veroordelen, en nazi-fascisten die de verschrikkingen van het nazi-fascisme verheerlijken. En tenslotte is er een verschil tussen communisten die zich laten inspireren door het revolutionaire werk van communistische leiders, partijen en organisatoren uit de twintigste eeuw om de samenleving voort te stuwen naar de bevrijding van alle onderdrukte gemeenschappen, en nazi-fascisten die zich laten inspireren door de genocidale projecten van Hitler en Mussolini om de samenleving voort te stuwen richting witte suprematie.
Dan moeten we ons afvragen tegen wie het gemeentebestuur van Dalmine en het Europese parlement proberen te vechten met hun anti-communistische verontwaardiging over de gruweldaden uit het verleden, op een moment dat vrijwel geen enkele communist zich inzet om die gruweldaden te herhalen. Misschien het spook van het communisme, hoogstwaarschijnlijk gewoon onze veroordeling van de gruweldaden van het neo-liberale en corporatieve kapitalisme, het post-koloniale imperialisme en het witte supremacisme, samen met onze poging om er georganiseerde beweging tegen op te zetten.
Van het spook naar het spectrum van het communisme
Cruciaal is dat een paar autoritaire leiders niet de totaliteit van het communisme uitmaken, maar wel de honderden mensen uit de arbeidersklasse die in opstand kwamen tegen economische uitbuiting en om hun samenleving te veranderen, in een tijd waarin ze door de machthebbers werden vervolgd en afgeslacht. Van de fabrieksarbeiders van 1917 in Rusland, via de Latino’s, Mexicanen en Chicano’s die in de VS van de jaren 1950 door Dolores Huerta en Cezar Chavez werden verenigd, tot de arbeiders en boeren van het India van 2020: communistische idealen en benaderingen hebben sinds de tweede Industriële Revolutie de oorlog tegen het kapitalisme aangewakkerd. Hun overwinningen klinken door in de verbeterde arbeidsomstandigheden en de toegenomen politieke macht van de arbeidersklasse: werkdagen van acht uur, vrijheid van vereniging en stakingsrechten, en veiligheid op de werkplek, om er maar een paar te noemen. Het zal nog lang duren voor die oorlog gewonnen wordt, maar het is mede dankzij hun inspanningen en opoffering dat wij kunnen blijven vechten.
In het verlengde van hetzelfde visionaire project vormden communistische politici en partijen overal een vruchtbaar en integraal onderdeel van het democratische leven van hun landen. In Italië organiseerden communistische vrouwen en mannen de clandestiene oppositie tegen het fascisme. Leden van de Communistische Partij schreven de Italiaanse grondwet, en bekleedden politieke functies op nationaal, regionaal en gemeentelijk niveau. Een van hen was Nilde Iotti van de Partito Comunista Italiano en de eerste vrouwelijke voorzitter van de Italiaanse Tweede Kamer van 1979 tot 1999. Nilde wordt beschouwd als een sleutelfiguur van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en wordt herinnerd om haar revolutionaire feministische geest en haar werk voor de echtscheidingswetten.(5)
Communistische staten over de hele wereld inspireerden tot verandering en rechtvaardigheid met hun revolutionaire en concrete hervormingen: gezondheidszorg in Fidel Castro’s Cuba,(6) dat internationaal wordt erkend als een van de beste en meest toegankelijke ter wereld; onderwijs en economie in Thomas Sankara’s Burkina Faso, dat de alfabetiseringsgraad en het schoolbezoek aanzienlijk verhoogde en het land minder afhankelijk maakte van chanterende buitenlandse hulp:(7) meer recent, economie en cultuur in Evo Morales’ Bolivia, dat 18 procent van de bevolking uit de armoede tilde en tegelijk het minimumloon met 87,7 procent verhoogde, en de inheemse bevolking macht gaf.(8)
Het communisme, met andere woorden, is een veel rijkere en complexere ervaring geweest dan alleen haar meest gruwelijke en rampzalige gevallen. Integendeel, zo verklaart professor Barbero, het nazisme en het fascisme zijn twee specifieke politieke regimes, die ongeveer twintig jaar hebben geduurd (gelukkig maar!), in twee specifieke landen (Italië en Duitsland) en die volledig vereenzelvigd kunnen worden met hun dictators (Hitler en Mussolini) en hun zucht naar macht en overheersing. Nazisme is alleen en niets anders dan hitlerisme, evenals fascisme alleen en niets anders is dan mussolinisme. (9)
Het doden van de hydra
Moties zoals die door de gemeenteraad van Dalmine zijn voorgesteld, zijn dus duidelijk een instrumentele manipulatie van de geschiedenis en de ideologie. Hun poging is om elke vorm van communisme, van anarcho-communisme tot marxisme en leninisme, te reduceren tot totalitarisme, om zo elke communistische sympathisant te demoniseren, en met hen elke poging om de huidige uitbuitende economische en politieke systemen te bekritiseren en te ontmantelen.
We weten allemaal maar al te goed dat de demonisering van het communisme een centrale rol heeft gespeeld tijdens de Koude Oorlog, en dat de westerse landen op basis daarvan hun politieke macht, de parlementaire democratie, en hun economische structuur, het neo-liberale, op het bedrijfsleven gerichte kapitalisme, konden legitimeren. Opmerkelijk is dat belanghebbenden en politici door die legitimering vandaag de dag in staat worden gesteld om de gruwelen te rechtvaardigen die in naam van de democratie en de vrije markt-ideologie zijn begaan: van kolonialisme en slavernij, die het diepste fundament vormen van de hedendaagse democratie en het kapitalisme, tot moderne slavernij en de onderdrukking van het op ‘ras’ en geslacht gebaseerde proletariaat in mijngebieden in Azië en Latijns-Amerika. Toch zien we niet dat mensen proberen kapitalisme en democratie gelijk te stellen aan nazi-fascisme op grond van dergelijke gruwelen.
Op deze manier wordt anti-communisme het oude en nieuwe strategische instrument om het electoraat te polariseren, en om een kader te geven aan reactionaire en uitsluitingsgezinde hervormingen die er anders niet door zouden komen, terwijl men er toch in slaagt de nazi-fascistische aspecten die erin zijn verwerkt, te verhullen. Dus terwijl politici van zowel linkse als rechtse partijen ons waarschuwen dat we zonder loonarbeid, recht en orde, en stabiele democratieën in communistische hongersnood en uitroeiing zouden vervallen, wordt aan mijn transgender zusters en broeders in Orbans Hongarije hun bestaansrecht ontnomen, blijft het gevangenis-industrieel complex in de VS winst maken met het opsluiten van onschuldige zwarte vrouwen en mannen, en blijven de onzichtbare maar tastbare grenzen van de Middellandse Zee vluchtelingen verdrinken.
Om deze redenen vormen gebeurtenissen zoals het genoemde interview met professor Barbero een invloedrijke en noodzakelijke vorm van verzet. Hoe overbodig deze discussie ook moge lijken, zolang geïnstrumentaliseerd anti-communisme bestaat, is het onze plicht duidelijkheid te brengen in het onderwerp en mensen te helpen een feitelijker en eerlijker beeld te schetsen van het communisme en zijn geschiedenis, en de hoop te doen herleven dat politieke projecten waarvan het einddoel onze bevrijding is, nog steeds mogelijk zijn.
Het is tijd om de nazi-fasci-communistische hydra te doden. Want alleen door te kijken naar ons verleden van strijd, visionaire ideologieën en mislukkingen zullen we in staat zijn om een sterker, meer solidair en effectiever verzet op te bouwen tegen de tastbare verschrikkingen van de huidige samenleving.
Marty
Noten
- Arendt, H. (1951). “The Origins of Totalitarianism”, Hannah Arendt.
- Glover, J. (2001). “Humanity: A Moral History of the Twentieth Century”. Yale University Press.
- “Soviet Russia, it must now be obvious, is an absolute despotism politically and the crassest form of state capitalism economically” (Emma Goldman, 1935).
- RetiefI F. & WesselsII, A. (2008). “Was Stalin mad?” South African Medical Journal, 98(7).
- Bufalini, J. (2020). “Nilde Iotti, il coraggio di una comunista che credeva nella forza delle donne.” Striscia Rossa.
- De Pol, V. (2005). “‘No One Left Abandoned’: Cuba’s National Health System since the 1959 Revolution.” International Journal of Health Services 35(1):189-207.
- Harsch, E. (2013). “The legacies of Thomas Sankara: a revolutionary experience in retrospect.” Review of African Political Economy, 40(137), 358-374.
- O’Hagan, E. M. (2014). “Evo Morales has proved that socialism doesn’t damage economies.” The Guardian.
- Op nazi-fascisme geïnspireerde bewegingen en regimes schitterden elders en in andere tijden van de geschiedenis, zoals het Spanje van Franco in de jaren 1930 en het Hongarije van Szálasi, tot de Amerikaanse neo-nazi groep die in 2021 Capitol Hill bestormde. In geen van deze gevallen kwamen echter alle projectmatige aspecten van het nazi-fascisme tot uiting, en historici beschouwen ze eerder als bewonderaars van, en mensen die geïnspireerd werden door Hitler en Mussolini, dan als vertegenwoordigers van het nazi-fascisme zelf.
Het is uiteraard goed dat dergelijke rechtse aanvallen en simplificaties worden bestreden, maar ik mis toch iets essentieels in dit stuk. De enorme humanitaire catastrofes die onder de vlag van het communisme zijn ontwikkeld worden in het bovenstaande gereduceerd tot op zichzelf staande toevalligheden, waarbij niet duidelijk wordt waarom het staatsgerichte socialisme steeds weer tot zulke uitwassen heeft geleidt. Er is wat dat betreft een lange traditie van linkse kritiek, die hier grotendeels wordt genegeerd, en die al vroeg begon. Eurocentrisme? De terreur woedde net zo hard in China, Cambodja en Ethiopië! Waar is de analyse van het bolsjewistische organisatiemodel, wat Rosa Luxemburg al op scherpe wijze hekelde? Waar zijn de kritieken van de revolutionaire anarchisten? Waar zijn de lessen die uit al deze nederlangen getrokken kunnen worden? Het blijft een feit dat het grootste libertair socialistische project dat de geschiedenis gekend heeft, de Spaanse revolutie, door Stalin en zijn handlangers de nek om is gedraaid. Waar is het linkse bewustzijn van de lange historische strijd van arbeiders tegen hun bolsjewistische onderdrukkers? Kroonstad 1921, Barcelona 1937, DDR 1953, Hongarije 1956, de steeds weer opflakkerende strijd in Polen – het zijn slechts de hoogtepunten in een niet aflatende beweging! Waarom is een dag als vandaag, 5 maart, de sterfdag van Stalin, volledig afwezig als linkse feestdag? Voor talloze overlevenden van de Goelag en hun families was deze dag een enorm belangrijke mijlpaal! Moeten wij dit allemaal vergeten omdat een paar hedendaagse “communisten” bang zijn dat extreem-rechts ermee aan de haal gaan? Ik dacht het toch niet!
Sandra, thank you for this comment! It is so rich of inputs it should be addressed in a separate article altogether.
Let me start by saying that I agree with most of what you pointed out. For example, I am familiar with the literature that you mentioned criticizing state socialism for having often led to disastrous results. I do also see a pretty strong connection between the two, state socialism and horrors of any kind, even though drawing causal conclusions is again more complicated.
However, my main aim here was not to evaluate whether and why Communism leads to violence and state repression or not, but to deconstruct the equation between Communism and Nazi-fascism. To state that the two cannot be put on the same level, does not take away the possibility of denouncing the horrors of communism. Actually it allows us to denounce the horrors of communism, but with lucidity and adherence to reality, instead of demonizing and instrumentalizing rhetoric. For this reason, I do mention the horrors of Stalin’s Soviet Union, Mao’s China, and Castro’s Cuba, for example. And I hope that whoever reads this article will also read your comment, in order for them to read upon several other cases and broader their understanding of the “goods and bads” of communism.
To respond to your last question: I don’t think so too, “Want alleen door te kijken naar ons verleden van strijd, visionaire ideologieën en MISLUKKINGEN zullen we in staat zijn om een sterker, meer solidair en effectiever verzet op te bouwen tegen de tastbare verschrikkingen van de huidige samenleving.”. I do not think that any socialist (or at least most of us) is actually trying to erase or minimize these horrific cases either. The refusal to demonize communism, must imply the refusal to idealize it too (and I could have address this second part more clearly).
In solidarity, Marty