Nee Correspondent, van Jordan Peterson kan links niet leren

Peterson

Progressieven kunnen best iets leren van de omstreden rechts-conservatieve psycholoog Jordan B. Peterson, ziet correspondent Bregje Hofstede. In sommige gevallen is hij wakkerder dan woke”, zo prijst De Correspondent een nieuw artikel van Bregje Hofstede op X aan. Van Jordan Peterson kunnen we echter niets leren, van het stuk wel. Helaas vooral over hoe progressieve centristen ten prooi vallen aan conservatief gedachtegoed. Alles dat Hofstede hoopt te leren van Peterson, kan ze veel beter leren van anderen, zonder de rechtse bagage.

Al in de eerste paragraaf na de inleiding tuint Hofstede in een bekende val. Peterson zou niet conservatief zijn, want hij stelt dat “de orde” zichzelf constant moet transformeren. Dat standpunt is echter niet noodzakelijkerwijs progressief. Ook reactionairen willen verandering zien.

Juist de meest overtuigde reactionairen willen dat de samenleving zich aanpast. Het zijn in feite revolutionairen, maar wel selectief revolutionairen. De veranderingen die zij voorstaan zijn voor de meesten verslechteringen. Daarnaast laten ze veel van de oude orde in stand.

Dit is het gevaar van een te beperkte blik op wat “progressief” is. Voor veel “progressieven” is het doel om de zogenaamde minderheden gelijke rechten te geven. Zonder dat daarbij iets wordt gedaan aan de onderliggende systemische ongelijkheid (daarover later meer).

In het volgende deel gaat Hofstede in op Peterson’s verklaring voor de weerstand tegen vernieuwing: de mens wordt bang als je aan de sociale spelregels zit. Vertaald naar een “progressieve” lens: mensen zijn irrationeel bang voor verandering.

Wie tussen de regels doorleest, ziet hier een “progressieve”, links-centristische verklaring voor de winst van Wilders: mensen zijn belachelijk, irrationeel, en snappen niet waarom progressieve ideeën “beter” zijn. Het komt neer op: wij zijn slim en zij zijn dom.

Voordat je een groot deel van de kiezers wegzet als “dom”, is het waardevol om te bekijken of je zelf wel iets goeds te bieden hebt. Daarin zit een zwakte van de “liberaal-progressieve” beweging, met vertegenwoordigers in D66, Volt, PvdA/GL en PvdD: het is weinig vernieuwend.

Dit gebrek aan een systemische analyse toont zich in het volgende stuk: een oproep om “door te pakken” en “niet te blijven hangen in slachtofferschap”. Met andere woorden: “doe het gewoon”. Dit gaat compleet voorbij aan achterliggende redenen voor bepaalde onderdrukking.

Want seksisme is niet beperkt tot vrouwen die het huishoudelijke werk moeten doen of de rekening niet mogen betalen. Vrouwen hebben wettelijk ingebakken kinderzorgtaken, en maatschappelijk verwachte mantelzorgtaken. Wie zich daartegen verzet, kan op sociale tegenwerking rekenen.

Dit volgt uit de manier waarop maatschappelijke macht is verdeeld: witte cismannen hebben veel invloed, zeker in bedrijven, waardoor de maatschappij volgens hun visie is ingericht. Een visie die op veel bijval mag rekenen vanuit bijvoorbeeld de (bedrijfs)media.

Het zijn juist deze gevestigde machten van bedrijven, media-outlets en politieke partijen die baat hebben bij een klein, gematigd politiek speelveld: progressief tegen conservatief, sociaal-democratisch tegen liberaal. En daaraan valt Hofstede nu ook ten prooi.

Dat blijkt uit het volgende stuk. In een verwarrend betoog gaat Hofstede in op een “smash the cistem”-sticker. Haar gebruik van het woord “normaal” is al een eerste teken dat hier iets misgaat: bestaande categorieën als “cis” en “trans” worden als natuurlijk verondersteld.

Het is ook nog eens lui: wie zich inleest op dit onderwerp weet dat “smash the cistem” niet betekent dat iedereen a-gender moet worden. Het is een leus tegen cisheteronormativiteit: het idee dat hetero/cis de norm is, en dat “afwijkende” genderbeelden “ook mogen bestaan”.

Het is geen roep om een nieuw hiërarchisch systeem van meerderheden en minderheden op te stellen. Het is een roep om een systeem van onderdrukking af te schaffen. Dat daar weer een hiërarchisch systeem voor in de plaats moet komen, is een aartsconservatieve gedachte.

Uiteindelijk is het afschaffen van cisheteronormativiteit in ieders voordeel, omdat iedereen dan vrijer is om een eigen identiteit aan te meten. Maar om dit te laten werken moet je je ook verzetten tegen kapitalisme, racisme en klassisme, onder andere.

Ik denk dat Hofstede dit wel weet, maar deze versimpeling komt haar goed uit. Ook zij heeft baat bij een nauw maatschappelijk speelveld, waarbij alles dat meer radicaal is dan zij kan worden afgedaan. Het is heel simpel om radicale stemmen als een stropop neer te zetten.

Ze schrijft aan “de mensen” de angst toe die in haar eigen schrijven naar voren komt: de angst om sociale hiërarchieën te verliezen. Hiërarchieën waar zij als hoogopgeleide cisvrouw ook baat bij heeft. Of in ieder geval baat bij denkt te hebben.

(Als voetnoot: dat je moet laten zien hoe het politiek anders kan, is geen innovatie van Peterson. De “prefiguratieve politiek” is een kenmerk van vele soorten activisme, zoals dat van de Black Panthers en zwarte anarchisten. Dus hier wordt ook nog een geschiedenis uitgewist.)

Hierin draagt Hofstede, grappig genoeg, precies bij aan het probleem: ze versterkt het idee dat eisen als “smash the cistem” onredelijk zijn. Daarmee geeft ze de mensen die zich tegen progressieve idealen verzetten precies de munitie die ze nodig hebben.

Daarmee gaat Hofstede verder, in een relaas dat niet zou misstaan in een Telegraaf-column. Daarin gaat het over de “wokedictatuur” die geen andere meningen zou toestaan. Ironisch in één stuk uit duizenden die dezelfde stropoppen maken van progressief links.

In feite is dit niet veel meer dan de zoveelste kritiek op zogenaamde “cancelcultuur”, met steeds dezelfde oproep: kritiek vanuit rechts moet je serieus nemen en naar luisteren; kritiek vanuit links is “evangelistisch” en een aanval op het vrije woord.

Zo maakt Hofstede in feite gebruik van conservatieve tactieken om de mensen die volgens haar “te veel” eisen weg te zetten. En door haar eigen positie te beschermen met reactionair gedachtegoed, beschermt ze juist ook de extreem-rechtse figuren die dit soort tactieken bedenken.

In het deel dat daarop volgt, gaat Hofstede de parodie voorbij door Peterson te bekritiseren op wat zij zelf doet: het gedachtegoed van mensen simplificeren zodat het makkelijker af te doen is. Daarin toont ze zich meer een leerling dan een criticus van Peterson.

In haar conclusie kunnen Hofstede en ik elkaar weer vinden, maar wel vanuit een compleet andere hoek. Wat zij meeneemt van Peterson is dat de mens van nature conservatief is. Dat is een nuttig frame voor iemand wiens progressief-centristische gedachtegoed weinigen overtuigt.

Het is niet vreemd dat je mensen niet overtuigt als je alleen selectief strijdt tegen bepaalde onderdrukkingen, terwijl je onderdrukkingen als kapitalisme juist in stand laat. Zeker niet als je advies aan trans vrouwen van kleur is dat ze “verantwoordelijkheid moeten nemen”.

Dus: waarom blijven mensen vasthangen in oude structuren? Het is in ieder geval deels omdat Correspondent-schrijvers als Bregje Hofstede constant het belang van die structuren benadrukken, en verzet ertegen neerzetten als dom of ondoordacht.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op X.)