Niet welkom aan tafel
Daar zit ik dan, tussen zeven witte gasten en een witte host die mij “Jeffrey” blijft noemen. Aanvankelijk zou Jenny D. op haar misdrijven worden aangesproken, maar in plaats daarvan moest ik mij verantwoorden voor haar valse beschuldigingen jegens mij en Kick Out Zwarte Piet. Dit was geen toeval. Dit komt doordat ik als zwarte man in een dominant witte samenleving in een confrontatie met een wit persoon, vooral met een witte vrouw, altijd als de verdachte (lees: de agressor) gezien zal worden. En als je altijd de verdachte bent in de samenleving, kun je ervan uit gaan dat zelfs in een gesprek met jouw dader jij de verdachte blijft. Dit bleek uit de eerste, vergoelijkende vraag aan verdachte Jenny D.: “Waar was je bang voor?”. Een paar weken geleden had ik een slachtoffergesprek met het OM ter voorbereiding op de zitting. Het OM waarschuwde mij voor het feit dat het confronterend kan zijn voor slachtoffers om met hun daders geconfronteerd te worden tijdens een zitting. Ik trok me er niets van aan. Maar toen wij met onze advocaat eenmaal de rechtszaal betraden en acht uur lang met onze rug naar de mensen die ons leven in gevaar hadden gebracht toe moesten zitten, overmeesterde een koude rilling mijn lichaam. Het weerzien, de grimmige sfeer die in de lucht hing, het treiteren gedurende de zitting, gaf ons, Mitchell Esajas en mij, een allesbehalve veilig gevoel. Gedurende de zitting werden wij boos aangekeken, luidruchtig gemaand om stil te zijn als een van ons hoestte. En iedere keer dat ik omkeek, omdat de spanning achter ons voelbaar was, zag ik tientallen boze ogen mij aanstaren. De spanning in de zaal was om te snijden. Deze ervaring had ik graag willen delen met Twan Huys. Maar de eerste vraag die ik kreeg, ging over Gouda en luidde: “Was het de bedoeling om rotzooi te gaan schoppen?”. Als je mij vraagt wat ik denk te hebben gewonnen met alle vernederingen die ik moest ondergaan, luidt mijn antwoord: het systeem is blootgelegd. Wat men thuis te zien kreeg, was een wake-up call voor het “stille midden”. Zij die wakker geschud moeten worden, zij die “geen kleur zien”, zij die “neutraal zijn”, zij die je negatief vinden wanneer je problemen benoemt, de wegkijkers, zij die het allemaal wel mee vinden vallen. Het stille midden bereik je niet met woorden. Ze willen je zien lijden voordat ze jou geloven. Er zijn talloze artikelen en boeken geschreven over institutioneel racisme, er zijn duizenden getuigenissen over racistische ervaringen van zwarte mensen in Nederland. De enige keren dat wij de aandacht van het stille midden trokken, was na ernstige incidenten. Veel mensen in het midden zijn op brute wijze wakker geschud. Want ook zij wilden op vrijdagavond, gegrepen door woede, hun tv door het raam gooien. Wij hebben geprobeerd ze de ogen te openen met mooie woorden, maar het mocht niet baten. Zij moesten het met eigen ogen zien, live op tv en daarom besloot ik om te blijven. Alstublieft!
Jerry Afriyie in Niet welkom aan tafel (Oneworld)