Nieuw Amsterdams beleid van GroenLinks-wethouder Groot Wassink dreigt dwangarbeid voor baanlozen op te leveren
Op 4 maart 2024 stuurde de Amsterdamse GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink een raadsinformatiebrief naar de gemeenteraad, getiteld “Proces visie participeren vanuit de bijstand”. In de brief worden uitgangspunten geformuleerd voor overleg met sociale en lokale partners om in samenwerking met de dienst Werk, Participatie en Inkomen (WPI) van de gemeente Amsterdam te komen tot activering van mensen in de bijstand. Een reactie op de brief vanuit de Bijstandsbond.
Het is een vaag stuk, waaruit niet blijkt wat de wethouder nu precies wil. Samenwerking met lokale partners wordt genoemd, maar niet wie dat dan volgens de wethouder moeten zijn. Wij als Bijstandsbond vinden: uitgangspunt moet zijn dat onbetaald werk, volgen van een therapie en deelname aan cursussen en gespreksgroepen vrijwillig moet zijn. Druk vanuit WPI moet niet uitgeoefend worden. Toch ziet de wethouder het vrijwilligerswerk en allerlei andere activiteiten in het verlengde van de gang naar betaald werk. Het is daarvoor een opstapje. Hij erkent niet echt dat voor het overgrote deel van de bijstandsgerechtigden betaald werk nooit meer weggelegd zal zijn en dat daar dan ook niet naar gestreefd moet worden.
Verder is ons uitgangspunt: er mag geen relatie bestaan tussen het wel of niet deelnemen aan bovengenoemde activiteiten en het recht op een bijstandsuitkering. Die relatie mag bij bijstandsgerechtigden die niet de weg naar betaald werk op kunnen gaan, niet aan de orde zijn. Wij vrezen dat die druk toch uitgeoefend gaat worden. Onze ervaring is dat er klantmanagers zijn die weinig ervaring of kennis hebben in het omgaan met arbeidsongeschikten in de bijstand en die toch druk uitoefenen en weinig ruimte laten voor initiatieven van bijstandsgerechtigden zelf. Daarbij plaatsen wij vraagtekens bij de communicatie tussen de hogere en lagere niveaus van WPI. We komen af en toe een klantmanager tegen die in feite zijn eigen regeltjes maakt. Daarnaast beschikken de klantmanagers maar beperkt over een sociale kaart van Amsterdam. Zij kunnen de bijstandsgerechtigden vaak niet zo goed adviseren. Bovendien is het de vraag of bijstandsgerechtigden wel verantwoording moeten afleggen aan klantmanagers over het vrijwilligerswerk dat zij doen of bijvoorbeeld de therapie die zij volgen. Vrijwilligerswerk is een eigen keuze. Het gevaar bestaat dat het nieuwe beleid de kant opgaat van de “verplichte tegenprestatie”, ofwel: dwangarbeid, waar de wethouder zelf tegen is. Het gevaar bestaat verder dat het nieuwe beleid in feite het ontwikkelen van werken met behoud van uitkering wordt.
Complicaties
De wethouder heeft als uitgangspunt dat bijstandsgerechtigden niet in de steek moeten worden gelaten, en daarom opgeroepen moeten worden om hen te steunen, te activeren voor vrijwilligerswerk, enzovoorts. Het is de vraag of dat via de weg van WPI moet gebeuren. Neem als voorbeeld de buurtcirkels. Dat zijn gespreksgroepen in de buurten om eenzaamheid te bestrijden. De buurtcirkels kunnen verschillende activiteiten ontplooien, zoals spelletjes doen of museumbezoek. Ze worden begeleid door professionele ambulante begeleiders van HVO Querido, Leger des Heils en andere welzijnsorganisaties. De begeleiders werven kandidaten voor de buurtcirkels. Zo zijn er in iedere buurt meerdere en ook in andere steden. Er wordt dus qua werving en begeleiding al het nodige gedaan om bijstandsgerechtigden niet in de steek te laten. Deze manier van werven heeft het voordeel dat ook WIA- en AOW-gerechtigden in beeld komen. Interventie van WPI kan de zaak compliceren. Neem bijvoorbeeld het verhaal van iemand die aan een buurtcirkel deelnam en die daarmee moest stoppen, omdat hij van WPI een ander activeringstraject moest volgen. Wij denken dat activering van mensen in de bijstand op een andere manier moet worden ingevuld dan via WPI. Met name arbeidsongeschikten op psychische gronden schieten vaak in de stress als ze een oproep van WPI krijgen. Zij zijn vaak ook niet in staat om veel activiteiten te ontplooien, omdat ze een burnout hebben of andere klachten. Maar dit geldt ook voor veel lichamelijk gehandicapten. Vaak is het beste dat WPI die mensen met rust laat en dat via andere wegen hulpverlening, ondersteuning of activering wordt ingezet.
Piet van der Lende
In grote lijnen kan ik je redenatie ondersteunen. Klantmanagers zijn inderdaad geneigd om druk uit te oefenen.
Onder klantmanagers heerst nogal eens de opvatting, dat bijstandsgerechtigden alle hoop hebben verloren. Daarom zou de klantmanager een nieuw perspectief moeten aanreiken. Maw de klantmanager neemt de regie over! De redenen van de wanhoop bij de bijstandsgerechtigden worden weggewuifd.
Inhoudelijk is de raadsbrief inderdaad vaag, maar niet per se slecht. Kleine punten van kritiek:
“Wanneer we kijken naar het dalende aantal Amsterdammers in de bijstand zijn we goed op weg. (…) Hoe maken we inzichtelijk dat de inzet van onze dienstverlening leidt tot de ontwikkeling van de Amsterdammer?”
Mijn commentaar: Uitstroom uit de bijstand is geen doel op zich, en daarom een gebrekkige indicator van succes. Het is alleszins denkbaar, dat gezien de omstandigheden er juist extra mensen zouden moeten instromen. Bestuurders willen graag beleid evalueren (output sturing). Maar persoonlijke ontwikkeling is nauwelijks te meten, tenzij misschien door mensen langdurig te volgen. Je zou dus kunnen pleiten voor inputsturing in combinatie met gezond verstand.
Jij doet dezelfde aanbeveling, zij het in andere woorden. Ik weet niet welke argumentatie het beste resoneert bij ambtenaren.