Nieuwe lijst van de Bijstandsbond met klachten van baanlozen over klantmanagers

Logo van de Bijstandsbond

Eind juni 2024 is de Amsterdamse Bijstandsbond begonnen met het verzamelen van klachten over de bejegening van bijstandsgerechtigden door klantmanagers van gemeentelijke Sociale Diensten, het onterecht onder druk zetten van baanlozen en het totale onbegrip voor de situatie waarin mensen in de bijstand verkeren. Daartoe heeft de Bijstandsbond bijstandsgerechtigden overal in het land opgeroepen om hun klachten over klantmanagers te melden, zodat de bond van en voor baanlozen lijsten met klachten kan gaan samenstellen en druk kan gaan uitoefenen op gemeenten en de rijksoverheid.

Er doen zich werkelijk schandelijke misstanden voor. Begin augustus is een eerste lijst van klachten gepubliceerd, die allemaal gaan over de afdeling Werk, Participatie en Inkomen (WPI), de Sociale Dienst van de gemeente Amsterdam. Toen al kondigden wij, de medewerkers van de Bijstandsbond, aan dat maandelijks of tweemaandelijks een nieuwe klachtenlijst zal worden gepubliceerd. Soms zal er ook een langere klacht afzonderlijk worden gepubliceerd. Alvorens we ingaan op zes nieuwe klachten, besteden we hieronder eerst aandacht aan de werksfeer onder het ambtenarenkorps in Amsterdam.

Intimidatie en discriminatie

Werkers van de gemeente Amsterdam zijn op grote schaal de dupe van racisme, pesten en machtsmisbruik. Dagblad Het Parool publiceerde hierover na een uitgebreid onderzoek op 14 september 2024 een artikel. De krant sprak de afgelopen maanden tientallen (ex-)ambtenaren over hun ervaringen. “Ze spreken me als een klein kind toe en schreeuwen tegen me”, aldus een ambtenaar. Er is dus een sfeer van intimidatie en racisme onder het ambtenarenkorps van de gemeente Amsterdam. Op 20 september 2023 ontvingen leden van de gemeenteraad blijkens een raadsinformatiebrief van de wethouder een anonieme e-mail met ernstige beschuldigingen over discriminatie en racisme bij de directie Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Sindsdien zijn er meerdere discussies in de gemeenteraad geweest en in een raadsinformatiebrief van 16 juli 2024 worden maatregelen aangekondigd.

Het is de vraag hoe zich dit verhoudt tot de manier waarop bijstandsgerechtigden door de ambtenaren (klantmanagers of klantbegeleiders) worden behandeld. Als de sfeer verziekt is, moet dat zijn weerslag hebben op de behandeling van baanlozen. Het is tot nu toe onduidelijk in hoeverre klantmanagers en teammanagers die onder druk worden gezet, op hun beurt bijstandsgerechtigden onder druk zetten. Maar de intimidatie en behandeling van ambtenaren lijkt de gehele gemeentelijke organisatie te doortrekken, inclusief de afdeling Werk, Participatie en Inkomen waar de Sociale Dienst onder valt. Wellicht heeft de verziekte sfeer ook te maken met het feit dat er gesteggeld wordt over een goede klachtenregeling voor de burgers, waaronder bijstandsgerechtigden. Die nieuwe klachtenregeling zou er aan het begin van de zomer al moeten zijn gekomen, maar is er nog steeds niet. De deadline was 20 juni, maar dat is verschoven tot na de zomer. In de wandelgangen horen wij dat er ruzie over is. Met name over wie de klacht moet beoordelen. Er wordt gewerkt aan een plan dat voornamelijk zal gaan over de interne communicatie bij de afhandeling en wie op welke afdeling zich ermee bezig moet houden. Er zijn over 2023 op het gebied van werk slechts 125 klachten binnengekomen en op het gebied van inkomen 1122. De gemeente vindt dat zelf ook weinig, en men vroeg zich af waardoor dat kwam.

Klachten

De laatste tijd melden zich steeds vaker voormalige ZZP-ers bij de Bijstandsbond. Dit zijn veelal hoogopgeleide mensen die een bedrijfje hadden, maar door gezondheidsproblemen hun werk niet meer uit kunnen oefenen. Hetzij als gevolg van een chronische ziekte, hetzij als gevolg van een langdurige tijdelijke terugval. Noodgedwongen melden zij zich dan bij de Sociale Dienst met de verwachting dat ze hulp krijgen bij hun reïntegratie. Tot hun verbijstering stuiten ze op eisende, onverzoenlijke klantmanagers, die hen in ruil voor de bijstandsuitkering allereerst dwingen om de inschrijving van hun bedrijf ongedaan te maken bij de Kamer van Koophandel. En verder worden ze zonder enige ondersteuning gepusht om aan het werk te gaan. En dan niet werk dat hen in staat stelt langzaam maar zeker hun weg terug te vinden naar het eigen bedrijf, maar werk dat geen enkele rekening houdt met hun arbeidsbeperkingen. Lukt ze dat om voorspelbare redenen niet, dan worden ze vol wantrouwen bejegend en behandeld alsof ze te beroerd zouden zijn om te werken. Ernstig geschokt komen ze dan bij ons. Bij de Bijstandsbond leggen we deze ZZP-ers hun rechten, plichten en mogelijkheden binnen de Participatiewet uit. Het is triest, maar niemand uit deze groep wist dat de wet zo slecht was en de uitvoering zo hard.

Klacht 1

Een vrouw zit sinds 2019 in de bijstand. Begin dit jaar heeft zij naast een klantmanager ook nog een klantbegeleider gekregen. Die moet haar aan het werk helpen. De vrouw heeft haar hele leven tot nu toe gewerkt. Ze was eerst politieagent op Curaçao. Daarna heeft ze in Amsterdam jarenlang bij het GVB gewerkt. Ze was toezichthouder op de Noord Zuid-lijn van de metro. Ze woonde bij een vriend, maar ze kregen ruzie en toen werd ze dakloos. Toen heeft ze drie maanden gewerkt bij Medipoint, waar ze medicijnendoosjes moest schoonmaken. En vanaf 2019 dus in de bijstand. Ze is depressief, heeft veel stress en slikt anti-depressiva. Ze heeft PTSS. En begin dit jaar is de ellende begonnen. Eerst zei de klantmanager: “Ik laat je afkeuren”. Maar plotseling, in een volgend gesprek, zei de manager: “Je moet twee dagen per week werken”. Zonder verdere toelichting. En toen ging de klantbegeleider met haar aan de gang. Hij stuurde haar sms-jes, whatsappjes en e-mailde haar. Hij zette haar onder druk om een schoonmaakbaantje te nemen. Maar ze wil dat niet. “Dan ben je oproepkracht en je kunt er niets anders bij doen. Je moet de hele tijd beschikbaar zijn en na twee maanden gooien ze je er weer uit”, aldus de vrouw. Ze kan de stress die dat soort werk met zich meebrengt, niet meer aan. “Ik ben 52 jaar, het is niet makkelijk iets te vinden.” Op een zaterdag vond de vrouw vier brieven van de klantbegeleider in haar brievenbus. Ze moest in augustus vier maal op gesprek komen. Iedere brief bevatte een uitnodiging voor een gesprek. Met datum en tijd. Ze moest elke dinsdag komen. “ik heb geen busgeld om steeds daar naartoe te gaan.” Tijdens de gesprekken stond de klantbegeleider steeds op en liep hij weg. En hij stuurde haar dan weer sms-jes, whatsapp berichten en e-mails. Soms zegde hij een gepland gesprek ook af. Zo blijft hij doorgaan. “Die man moet van mijn nek af. Ik word er gek van. Ik heb geen rust. Die man heeft psychische problemen, niet ik. Hij staat ‘s morgens op met mij in zijn hoofd.” Ze heeft zich nooit officieel ziek gemeld. Wel zei ze op het stadsdeelkantoor aan de balie dat ze een klacht wilde gaan indienen. Daarvan heeft ze een tekst. Wij adviseerden haar om zich officieel ziek te melden. Ze had ook nog een afspraak met de klantmanager op 20 augustus, omdat ze zich niet aan de afspraken zou houden.

In aanwezigheid van medewerkers van de Bijstandsbond belde ze de klantmanager. Ze zette de mobiele telefoon op de luidspreker, zodat wij het gesprek konden horen. Ze werd werkelijk keihard en schandelijk door de klantmanager behandeld. De vrouw zei: “Ik meld me ziek, ik kan er niet meer tegen, ik ben gestresst en heb grote problemen”. De klantmanager zei: “U kunt zich niet ziek melden. Ziek melden doe je als je werk hebt. En als u zich ziek meldt, wat dan? Wat wilt u dan?” De vrouw zei: “Ik wil een keuring”. “Nee, ik ga u niet keuren, u moet 20 augustus bij mij komen, want u houdt zich niet aan de afspraken. En de klantbegeleider zal bij dat gesprek aanwezig zijn. Dan gaan we het daarover hebben.” De klantmanager sprak op hoge toon. Terwijl de vrouw de mobiele telefoon op de luidspreker had staan, zeiden wij als medewerkers van de Bijstandsbond tegen haar: “Hou vast aan je ziekmelding”. De klantmanager zei: “Wie is dat? En nu wil ik weten of je de mobiele telefoon op de luidspreker hebt staan.” De vrouw zei: “Ik kan er niet meer tegen. Ik kom niet. Ik wil met die klantbegeleider niks meer te maken hebben.” De klantmanager zei nogmaals: “Ik accepteer uw ziekmelding niet. U heb rechten en plichten als uitkeringsgerechtigde. Je kunt je als bijstandsgerechtigde niet ziek melden. Zo werken wij niet. Als u niet op de afspraak de 20ste komt, dan moet ik een sanctie overwegen.” De vrouw hield vast aan haar ziekmelding. De klantmanager zei: “Ik ga u een brief schrijven met een sanctie. Daartegen kunt u bezwaar maken.” Wordt vervolgd.

Klacht 2

Een vrouw gaat een gesprek krijgen met een consulent van de Sociale Dienst Amsterdam. Vorig jaar kreeg ze, na een bezoek aan de keuringsarts, tijdelijke vrijstelling van de werkzoekplicht. Het gaat inmiddels iets beter met haar gezondheid, maar ze weet niet wat ze kan verwachten van de consulent. Zelf zou ze misschien willen verkennen of ze een paar uur kan werken, maar alleen in een beschutte omgeving en zonder sancties. Ook wil ze weten of een reïntegratietraject mogelijk is. “Het zou fijn zijn om begeleiding te krijgen”, zegt ze. Maar ze zegt ook: “Mijn gezondheid is nog heel wiebelig, meerdere chronische ziekten en wisselend belastbaar”. Ze zou, als het al zou lukken om weer te werken, weer ZZP-er willen zijn, zoals ze altijd heeft gedaan voordat ze ziek werd. “Dat past beter bij mij en is ook beter voor potentiële werkgevers, want ik ben onbetrouwbaar vanwege mijn gezondheid. Als ZZP-er kan ik mijn eigen uren indelen.” Ze heeft hoop. Maar de consulent liet vorig jaar doorschemeren dat zij, gezien haar cv, zo een functie kan krijgen in het onderwijs, omdat daar tekorten zijn. Daarbij werd aangegeven dat ze de plicht heeft om dat te accepteren. Maar ze weet dat zoiets absoluut niet zal gaan, vanwege haar gezondheid. Haar gezondheid is haar eerste prioriteit. Het probleem is dat, als ze gaat overleggen met de klantmanager en haar plan voorlegt, die klantmanager gaat zeggen: “Je moet realistisch zijn, je moet dit baantje accepteren”. Zoiets voorleggen aan de klantmanager heeft dus risico’s.

Na het gesprek met de klantmanager liet de vrouw de Bijstandsbond weten dat het gesprek goed was verlopen, binnen de mogelijkheden die er zijn. Het bleek een soort check up. Volgens de consulent heeft de gemeente Amsterdam erop aangedrongen dat mensen die arbeidsongeschikt in de bijstand zitten, vaker moeten worden gezien. De bijstandsgerechtigde trof een buitengewoon begripvolle consulent en daar was ze erg opgelucht over. Maar ook zei ze: “Het is jammer dat er in geval van ziekte geen recht op een reïntegratietraject is in de bijstand.” Ze bedankte de Bijstandsbond voor de steun. Niemand anders kon haar iets vertellen over haar rechten in deze situatie. Het is niet echt een fijne positie, maar ze begrijpt nu beter waar ze zich precies in bevindt. Als baanlozen werkelijk een reïntegratietraject willen dat bij hen past, dan blijkt maar al te vaak dat gemeenten plotseling niets meer aan begeleiding doen. In dit geval mocht de vrouw blij zijn dat een individuele consulent zich begripvol toonde. Maar dat verandert niets aan het feit dat de reïntegratie van arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden op structuurniveau ernstig tekortschiet.

Klacht 3

Een baanloze had gesprekken met de Sociale Dienst en kreeg te horen van het Servicepunt Werkgevers dat hij als bijrijder op een auto kon gaan werken om wegversperringen op te ruimen. De man zei: “Okee, maar gezien mijn medische klachten betwijfel ik of het lukt met laden en lossen”. Het opruimen van wegversperringen is zeer gevaarlijk en zwaar werk. “Maar ik zal kijken of het wat is. Ik wil best twee dagen proefrijden.” Daarna hoorde hij een hele tijd niets meer van de Sociale Dienst. Plotseling kreeg hij een brief dat hij werk geweigerd zou hebben en daarom dreigde men met 100 procent strafkorting op zijn uitkering. Hij werd opgeroepen voor een gesprek. In de brief stond ook dat hij een dag als bijrijder meegereden zou hebben en gezegd zou hebben: “Dit is niets voor mij”. Uit de brief: “U heeft een aantal uren meegedraaid voor de functie van bijrijder. U is vervolgens een baan aangeboden door de heer X. U hebt de baan geweigerd. Overwogen wordt om uw uitkering met 100 procent te korten gedurende een maand. U wordt opgeroepen voor een gesprek om uit te leggen waarom u de baan hebt geweigerd.” Maar hij heeft nooit in de vrachtwagen gezeten, hij is er helemaal niet geweest. Het is belachelijk dat hij deze dreigbrief heeft gekregen. Toen kwam er een gesprek met de klantmanager waarin de baanloze alles uitlegde. De klantmanager zei: “We zullen het nader onderzoeken”. Vervolgens kreeg de bijstandsgerechtigde een beschikking waarin hem zonder enige verdere toelichting alsnog een korting werd opgelegd. De klantmanager gelooft dus niet dat hij nooit op gesprek bij de werkgever is geweest. Wordt vervolgd.


Klacht 4

Een vrouw moest gekeurd worden en werd gebeld door het keuringsinstituut, met het bericht: u kunt volgende week komen. De vrouw zei: “Ik kan dan niet, graag in september”. Vervolgens kreeg ze een mail van de klantmanager die meldde: “De volgende 2 data wordt u opgeroepen, allebei op een maandag”. Dat was louter een mededeling, er werd niet gevraagd of ze dan ook beschikbaar was. Daarop kreeg ze een brief met de melding dat ze niet bij de keuring was geweest en dat men haar wilde gaan korten. Maar ze heeft nooit een definitieve oproep gehad. Het is schandelijk dat op deze wijze wordt gedreigd met het afpakken van geld bij mensen die moeten rondkomen van een minimuminkomen.

Klacht 5

Weer een ZZP-er, een therapeute die een eigen bedrijf heeft gehad op het gebied van begeleiding van mensen met een burn-out en die zelf een burn-out kreeg, dus ziek werd. Ze kwam als zelfstandige in de bijstand terecht en werd prompt door haar klantmanager onder druk gezet om betaald werk beneden haar niveau te aanvaarden. Ze vroeg om een keuring, maar die kreeg ze niet. “Dat is heel duur”, liet de klantmanager weten, “en het is een langdurige procedure”. De therapeute ergerde zich eraan dat de klantmanager nooit vroeg hoe het met haar ging. De klantmanager vroeg alleen maar: “Lukt het vrijwilligerswerk?” Ze begon tijdens het gesprek met de Bijstandsbond te huilen. Ze zei: ”Ik kan de stress die de druk van de klantmanager veroorzaakt nu niet aan.” Inmiddels heeft ze – ver beneden haar niveau – een baantje aangebonden gekregen bij Artis: aan de balie kaartjes verkopen en mensen begeleiden. Ze doet vrijwilligerswerk in een tuin, een dagdeel per week, en dat doet haar goed. Maar de klantmanager zei: “Je mag dat niet meer doen”. Ze kwam bij de Bijstandsbond vragen of ze een andere klantmanager zou kunnen krijgen, of dat moeilijk gaat. Wij zeggen van wel. De klantmanager dreigt ondertussen af en toe met een strafkorting. Tijdens een gesprek zat de klantmanager haar een keer vijf minuten lang aan te staren zonder iets te zeggen.

Klacht 6

Een man van 60 jaar belt naar de Bijstandsbond. Hij reageert op de oproep om klachten over de Sociale Dienst te melden. Hij zegt dat hij onbeschoft is behandeld door zijn klantmanager. Deze klantmanager heeft hij al drie keer ontmoet. Tijdens de eerste twee gesprekken ging het goed, maar tijdens het derde gesprek werd de klantmanager plotseling zeer streng en er viel niet meer met haar te praten. Was ze misschien onder druk gezet door de teammanager? Of door iemand anders? De man heeft als zelfstandige gewerkt, maar zit inmiddels tien jaar in de bijstand. Hij heeft veel gezondheidsklachten en kan naar zijn mening niet meer werken. Hij heeft een moeilijk leven gehad en is een tijdje dakloos geweest. Hij bracht zijn klachten bij de klantmanager naar voren, maar die luisterde niet. “Volgens mij kun je, gezien je cv, meteen aan de slag. Doet u vrijwilligerswerk?” Het gesprek werd steeds stekeliger. “Nou”, zei de man, ‘ik klus wat voor de buren, ik ben handig, en dan repareer ik dingen en ik heb in een tuin gewerkt. Maar dat is mijn vrijwilligerswerk, daar hebben jullie niets mee te maken.” De klantmanager liet weten dat ze het heel vervelend vond dat hij dat opmerkte. De man zei: “Bij deze meld ik mij ziek.” Maar, zoals we tegenwoordig vaker zien, de klantmanager accepteerde zijn ziekmelding niet. “Nou, ik zie geen belemmeringen, hoor”, zei ze. De man bleef zeggen dat hij zich ziek wilde melden. “Als we het hierover niet eens zijn, dan kunt u mij toch voordragen voor een keuring. Dan krijgen we een objectief oordeel.” Maar de klantmanager zei: “Dat doen we niet, u kunt gewoon werken.” De man bleef volhouden dat hij ziek was. “Nou”, zei de klantmanager daarop, “u bent maatregelwaardig, u zult van ons een brief ontvangen.”

De man was voor de derde keer door de klantmanager opgeroepen, nadat hij een gesprek had gehad met iemand van de Dienst Intensivering Uitstroom in Amsterdam Zuidoost. Hij moest voor die medewerker op papier zetten hoe hij zijn toekomst zag en wat hij naar zijn mening wel en niet kon. En de medewerker van die dienst maakte opmerkingen over de kleding van de man.

Piet van der Lende