Noisejob: De strijd van schurkenstaten tegen schurken
Jarenlang is de VS samen met de Europese staten dag en nacht in alle hoeken en gaten ter wereld op zoek geweest naar Saddam Hoessein en Osama Bin Laden. Oftewel: schurkenstaten wilden schurken vangen. Om hen te vinden heeft de VS overal militairen geleend en ingehuurd en een gigantische hoeveelheid geld verspild. Dat geld werd niet gebruikt om bijvoorbeeld de honger onder minstens 1 miljard mensen te bestrijden, maar om twee schurken uit te schakelen. De VS moest en zou dat tweetal tot aartsvijand omgedoopte moslims te pakken krijgen, koste wat het kost. En het kostte veel, niet alleen geld, maar ook talloze doden en gewonden.
De VS en ook de EU-landen streefden ernaar om meer controle te krijgen of te blijven houden over de olierijke gebieden van de wereld, zoals Irak. Men wilde vanwege geopolitieke redenen een flinke vuist in de pap houden in het Midden-Oosten. Om die drang naar nog meer macht te rechtvaardigen verzon de toenmalige Amerikaanse president de Bush-smoes dat Hoessein ergens in Irak gevaarlijke massavernietigingswapens verborgen hield en nauwe banden had met Al Qaida. De zo vreselijk democratische VS en de zo vrijheidslievende EU maakten zich zorgen over de bevolking van Irak, die wreed werd onderdrukt door hun dictator. De VS en de EU maken zich altijd zorgen om de bevolking van landen, als men er belang bij heeft om die landen aan te vallen en te onderwerpen aan wie het voor het zeggen zou moeten hebben, namelijk de westerse staten die de baas willen spelen. De Amerikaanse en Europese zorgen om de plaatselijke bevolking nemen dan zozeer toe dat men besluit om al die mensen militair te gaan bestoken, hun steden plat te bombarderen en een niets en niemand ontziende bezettingsmacht te midden van de bevolking te vestigen. Maar als die landen geen olie onder de grond hebben of in een strategisch onbelangrijk gebied liggen, dan kan de bevolking van zulke landen de VS en de EU geen moer schelen. Het zal de VS en de EU dan worst zijn of die mensen lijden onder armoede, vervolging en geweld.
De Amerikanen en Europeanen zochten naar de Iraakse vernietigingswapens tot ze een ons wogen. Ter plekke troffen ze van alles aan: honger, dorst, ellende, verdriet, uitzichtloosheid, onderdrukking. Maar ze vonden niet de wapens die ze zochten. Toch wilden de westerse grootmachten in Irak blijven. Daarom werden ze ineens ontzettend bezorgd om het lot van de Irakezen, die erg hadden te lijden onder het juk van de dictatuur. Irakezen bevrijden, dat werd de voornaamste reclameslogan en propagandastunt van het westen. Niet de Iraniërs bevrijden, niet de Syriërs, niet de Egyptenaren, niet al die mensen die jaren later, in 2011, in opstand kwamen, maar enkel en alleen de Irakezen. Zij werden in het prille begin van de eenentwintigste eeuw het uitverkoren volk dat voortaan gebukt mocht gaan onder een invasie, een bezettingsmacht en uiteindelijk een burgeroorlog. Hoessein werd van zijn sokkel getrokken en het land heette bevrijd te zijn. Die zogenaamde bevrijding kostte de bevolking zoveel bloed, zweet en tranen dat ze het verschil tussen deze bevrijding en de vroegere onderdrukking door Hoessein hoe langer hoe minder konden waarnemen. De Irakezen van toen waren de Libiërs van nu, het spiksplinternieuwe uitverkoren volk dat de zegen van de VS en de EU heeft ontvangen en op zijn beurt bevrijd mag worden van een dictator, namelijk Khadaffi. Dezelfde Khadaffi mocht jarenlang vriendjes zijn met zijn huidige westerse vijanden.
De zelfmoordaanslagen van Al Qaida-aanhangers kostten ook veel mensenlevens, zeker op 11 september 2001. Bin Laden en zijn baardmannen stelden dat ze de moslimwereld wilden bevrijden die leed onder de barbarij van moderne kruisvaarders, die overigens zelden een baard dragen. De baardmannen en de baardeloze mannen ontstaken over elkaars wandaden in steeds heftiger woede, zoals mannen dat plegen te doen die nog moeten leren om goed om te gaan met hun emoties. De westerse landen achtten de tijd rijp om Bin Laden en zijn bende over de kling te jagen. Uit naam van de strijd tegen het internationale moslimterrorisme begonnen ze een oorlog tegen Al Qaida. Uit naam van de strijd tegen het internationale westerse terrorisme streden Bin Laden en zijn volgelingen tegen de VS. De mannen hielden elkaar onderling flink bezig, dat is wel duidelijk.
De strijd tegen terreur vormde een prachtig argument voor de westerse staten om niet alleen moslimfundamentalisten op de huid te zitten, maar ook om de invloed in strategisch belangrijke gebieden te verstevigen en uit te breiden. Door die strijd neer te zetten als een gevecht tegen de verpersoonlijking van de duivel en zijn addergebroed groeide in het westen de haat tegen de islam en tegen moslims zienderogen. Het westen en het oosten van de wereld kwamen steeds verder van elkaar af te liggen, leek het wel.
Hoessein is ter dood gebracht om de wereld veiligheid te geven. Bin Laden moest dood om de vrijheid en de democratie te behouden. Aldus de praatjes van westerse machthebbers. Om de duizenden slachtoffers van de massamoord op 11 september 2001 te wreken, laten de VS en de EU duizenden mensen in Irak en Afghanistan sterven. Wie wreekt het bloed van die mensen? Zij gaven hun bloed en zij gaven ook hun land. Wie maakt zich zorgen om hen, om de mensen om wie de VS en de EU zich nooit zorgen hebben gemaakt? Welk land in de regio gaat met welke leugen onderworpen worden? En hoeveel mensen moeten er nog meer sterven voor de machten die willen heersen door te vernietigen?
Lili Irani