Onderschat ook jij de klimaatcrisis?

Bij de klimaatdemo in Utrecht op 29 februari 2020 (foto: Jan Kees Helms),

Hoi,

Niemand in mijn omgeving ontkent het bestaan van klimaatverandering, gelukkig. Maar ik denk dat jullie bijna allemaal de ernst ervan zwaar onderschatten. Ja, ik denk dat ook jij tot op zekere hoogte klimaatontkenner bent. Ik ben het zelf, vrees ik, ook nog steeds, en niet zo lang terug was ik het nog veel meer. Ik ben de laatste tijd meer gaan lezen en heb geprobeerd het ook echt tot me door te laten dringen. En ik schrijf dit omdat ik hoop dat dat ook bij jou gebeurt.

Dat is niet leuk. Ik voel me er zelf geregeld voor langere perioden best wel kut over. Ik wil niet dat jij je ook kut gaat voelen, maar ik wil wel dat meer mensen inzien hoe ernstig de wereld er aan toe is.

Ik ben opgegroeid in een tijd dat klimaatverandering een gegeven was. In de jaren 80 was het al duidelijk dat klimaatverandering bestaat, ik ben in 1989 geboren. Ik weet niet beter. Toen ik ging studeren, werd ik vegetariër, vlak daarna ben ik actief geworden bij Greenpeace. Sinds die tijd is mijn woede over het feit dat er geen klap gebeurt tegen klimaatverandering langzaamaan steeds verder gegroeid. Soms richt die woede zich op bedrijven of politici. Soms, ik weet niet of jullie dat kennen, dan loop ik door een wijk waar de auto’s ongeveer evenveel plaats innemen als de bebouwing, en dan zou ik het liefst…. iets doen met al die auto’s, of als een tovenaar in mijn vingers knippen en ze allemaal laten verdwijnen. Het is zo vervreemdend hoe sommige dingen zo overduidelijk immens schadelijk zijn, maar de halve wereld er toch gewoon mee doorgaat.

Heel lang was die woede een soort van abstracte woede. Verwoesting van de natuur leek ver weg. Het bestond wel, maar echte gevolgen waren nog niet merkbaar voor mij. Maar de laatste jaren werden die gevolgen wel steeds zichtbaarder en urgenter. Bosbranden, verblekende koraalriffen, verdwijnende gletsjers en ijskappen. En hier: hitte, droogten en geen winters meer.

Ik heb heel lang mijn kop in het zand gestoken, en om klimaatnieuws heen gelezen, zoals veel mensen dat doen, omdat het gewoon klote is om er over te lezen. Op een gegeven moment kan er gewoon niets meer bij. Het gaat je voorstellingsvermogen te boven en je invloed erop is zo miniem. Ik heb waarschuwingen van wetenschappers niet écht serieus genomen. Maar als je het niet echt leest, weet je ook niet echt wat er aan de hand is.

Ik denk dat ik heel lang niet écht bang ben geweest, maar de laatste tijd ben ik dat wel.

Ik had ook lang nog wel het vertrouwen dat er ergens iets zou gebeuren, dat mensen met macht zich zouden realiseren dat er echt iets moest gebeuren, en dat de planeet veerkrachtig genoeg is om dingen op te vangen en te herstellen, uiteindelijk. Ik had het gevoel dat het probleem uiteindelijk beheersbaar en oplosbaar zou zijn. “Ze” zullen er toch wel een (technologische) oplossing voor vinden? Het zal toch niet echt zo uit de hand lopen? Zo stom zullen ze toch niet zijn?

Maar dat vertrouwen werd steeds minder naarmate ik zag hoeveel er eigenlijk kapot aan het gaan is, hoe de aarde onder druk staat, en hoe weinig actie er ondernomen wordt. En het gestaag toenemende aantal rampen waarbij enorme aantallen (menselijke) slachtoffers vallen.

Sommigen van jullie hebben het bij klimaatverandering over gevolgen voor jullie kinderen of zelfs kleinkinderen. Sommigen van jullie denken dat als Greta Thunberg over tien jaar terugkijkt, ze zelf ook wel zal vinden dat ze een beetje overdreef. Jullie hebben het gevoel dat het wel opgelost gaat worden, dat de ernst nu wel duidelijk is voor politici en bedrijven en beleidsmakers. Dat er technologie ontwikkeld wordt die ons verder helpt. Sommigen vinden het een beetje overdreven dat ik niet meer wil vliegen, want die vliegtuigen gaan voorlopig toch nog wel.

Ik snap het tot op zekere hoogte wel, en drie jaar terug zat ik ook nog in een vliegtuig. Maar ik weet nu dat we misschien over een paar jaar al op 1.5 graden opwarming zitten, over 20 jaar al op twee graden opwarming en dat daar weinig meer aan te doen is (dan is dus al het minst ambitieuze doel van Parijs niet gehaald). Dat drie graden opwarming goed mogelijk is binnen enkele decennia, als er de komende jaren geen enorme vermindering van CO2-uitstoot plaatsvindt, en dat de wereld zoals we die kennen dan verdwijnt. Bijvoorbeeld omdat 35 procent van de aarde, en 55 procent van de werldbevolking dan twintig dagen per jaar bloot staan aan dodelijke hitte. Ecosystemen storten overal in, en wereldwijd krijgen we te maken met rampen van bosbranden, overstromingen en orkanen tot droogtes, en als gevolg daarvan honger, dorst, politieke instabiliteit, (religieus) extremisme, autoritaire regimes en oorlog.

De wereld zal dan een onherkenbare chaos zijn. Binnen enkele tientallen jaren, nog in mijn leven.

Als we op termijn richting vier graden gaan, wat verre van onmogelijk is, kunnen er nog geen miljard mensen overleven in de wereld. Zes miljard mensen gaan dan dood.

Al de komende jaren zullen gelijktijdige droogten op meerdere plekken op aarde mogelijk wereldwijd honger veroorzaken.

Ik ben net terug van vakantie in San Sebastián, in Noord-Spanje. Toen ik daar was, las ik een artikel over hoe twee graden opwarming de Mediterraanse wereld onherkenbaar dreigt te veranderen in een woestijn. Met een beetje pech is dat over 15 jaar dus zo ver. En ook veel andere plekken stevenen op zo’n onomkeerbare verandering af, zoals de poolgebieden, tundra en het tropisch regenwoud.

Klimaatverandering is niet meer iets dat we kunnen voorkomen, het is een gepasseerd station. De vraag is alleen nog hoe erg het uit de klauwen gaat lopen, en hoe snel, en hoeveel schade het aan gaat richten, en voor wie. En het probleem is: we weten het niet. Tot nu onderschatten wetenschappers klimaatverandering systematisch, dus met een beetje pech gaat het veel sneller dan we nu denken en voorspellen. En de wetenschap laat ons ook vaak het meest waarschijnlijke scenario zien, maar niet het slechtste scenario, waar ook nog een flinke kans op is.

Ik weet niet hoe jou je dat doet voelen, ik word er niet vrolijk van. Ik word boos op mensen die het niet willen zien en vraag me af met wat voor bord voor je kop je dan leeft. Ik walg van een minister-president die vooral economische kansen ziet, en blijkbaar geen fuck geeft om mensen die dood gaan door klimaatorkanen, geen eten en drinken hebben door klimaatdroogten, om enorme aantallen dieren die sterven door diezelfde droogten, om koraalriffen in stervende oceanen waarvan al zo goed als zeker is dat ze verloren zijn.

Als ik over ellende op deze schaal nadenk, weet ik ook wel dat bewust consumeren niet gaat helpen. De oplossingen moeten grootschalig en structureel zijn. Maar toch word ik boos op mensen die het wel weten, maar het desondanks toch belangrijk vinden om een dikke bak onder hun reet te hebben. Dat mensen niet eens willen overwegen om een dagje per week vegetariër te worden. Of om niet te vliegen, of wat dan ook. Dat mensen zelfs dat beetje overvloedig comfort niet in willen leveren, terwijl het je ongeveer niks kost.

Tegelijkertijd snap ik het ook, want ik zet ook niet alles opzij, ik leef niet in een hutje op de hei, ik ga op vakantie. Mijn leven gaat gewoon door.

Maar bij veel dingen die ik doe, denk ik wel over de toekomst. En ben ik bang voor de toekomst. Ik heb een vriendin. En we zijn nog geen half jaar samen, en ik weet dat het onzin is, maar ik vraag me af of we kinderen moeten willen. Niet omdat ik denk dat overbevolking een probleem is (dat is een gevaarlijk argument), maar omdat ik niet weet of ik kinderen op een stervende planeet wil zetten, die misschien ook hun einde betekent. Ik vraag me af waar we moeten gaan wonen als we samen gaan wonen. Of Enschede misschien beter is dan Leiden.

Ik heb leuk werk, maar het voelt allemaal vrij zinloos in het aanzicht van een klimaatcatastrofe. Ik bouw mee aan de Vrijplaats in Leiden, een mooi pand met mooie initiatieven, maar wat voor toekomst heeft het? Wat voor toekomst heeft Leiden?

Ik heb een tuin in Leiden en als ik daar rondloop, vraag ik me af of de planten die er nu staan, er over 10, 20, 50 jaar nog zijn. Of het klimaat te warm is, er te veel droogte is, de grond door kwelwater te zout is. Of de boel misschien is ondergelopen. Ik rouw al om het leven dat er nu nog is, maar straks misschien niet meer.

Toen ik anderhalf jaar terug verhuisde, groef ik mijn schaatsen op uit een verhuisdoos. Ik vroeg me af wat ik ermee moest in mijn nieuwe kamer. Ik heb overwogen om ze vast te spijkeren aan de muur van mijn kamer, als een soort van protest, een ode aan de klimaatverandering. Vorig jaar hadden mijn ouders een mooier paar schaatsen over, in mijn maat. Ik heb ze meegenomen, maar vroeg me toen ik thuis kwam af waarom.

Voor het geval dat je denkt dat ik overdrijf of zo: klimaatwetenschappers zijn ook massaal depressief. In grote delen van de wereld is nu al honger door veranderend klimaat (zoals op dit moment in zuidelijk Afrika). Veel mensen zijn al omgekomen door klimaatgerelateerde rampen, zoals orkaan Idai in zuidelijk Afrika. En dit is nog maar het prille begin.

En de mensen die het hardst getroffen worden, zijn natuurlijk de mensen die door een geschiedenis van kolonialisme, racisme en imperialisme niet de middelen hebben om zich te beschermen. Zoals wij bijvoorbeeld hier in Nederland nog wel even vooruit kunnen met onze dijken en deltawerken.

Voor het geval dat je dit apocalyptisch vindt klinken. Ik heb het hier ook niet graag over, want ik wil niet in de hoek van conspiracydenkers zitten. Als sterrenkundige lachte ik ook om de mensen die dachten dat de wereld verging aan het einde van de Maya-kalender in 2012. Maar dit is echt en wetenschappelijk bewezen. Het is alleen niet apocalyptisch in de zin dat de uitkomst en de schaal van de catastrofe niet vastliggen.

Misschien ben ik me ook verloren in alle onheilstijdingen. Ik ben geen klimaatwetenschapper en kan al het onderzoek niet overzien. En de wereld is zo complex, we weten natuurlijk niet precies wat er gaat gebeuren. Maar tegelijkertijd: de wetenschap liegt niet, en niet voor niets zijn er duizenden wetenschappers op allerlei terreinen die de noodklok luiden. En dan te bedenken dat we naast de klimaatcrisis ook nog een crisis hebben van vervuiling, ontbossing, het verdwijnen van insecten, een stikstofcrisis, de uitputting van landbouwgrond, etc etc. En al die crises werken op elkaar in. Zelfs als we klimaatverandering een halt toe weten te roepen, zijn we nog lang niet klaar.

Vreemd genoeg heeft het naderende onheil ook het effect dat ik nu meer waarde ben gaan hechten aan tijd met vrienden en familie en mijn vriendin. Genieten van de tijd die er nog is, of zo.

En af en toe ben ik ook hoopvol. Zoals afgelopen oktober toen wereldwijd miljoenen mensen de straat op gingen en de vele protestbewegingen die aan het groeien zijn. En ik geloof ook dat als we met genoeg mensen de straat op gaan, en we ons organiseren, we machthebbers ertoe kunnen bewegen om grote en serieuze maatregelen te nemen. Dat we iets van de catastrofe kunnen voorkomen. En hopelijk vervolgens de andere ecologische crises.

Vroeg of laat gaat er iets enorm veranderen. Of het kapitalisme gaat door op de huidige koers, en verwoest een groot deel van de wereld binnen een paar decennia. Of de wereldwijde protestbeweging groeit snel genoeg om dat te voorkomen, en bevrijdt ons van dit verwoestende en vervuilende systeem. De geschiedenis laat zien dat maar een paar procent van de bevolking in actie hoeft te komen om enorme veranderingen in gang te zetten. Verandering komt er aan, maar wat voor verandering hebben we zelf in de hand.

We kunnen niet wachten op politici of bedrijven. We kunnen niet wachten op nieuwe technologie. Het is al te laat, maar het kan nog veel meer te laat worden. Ik hoop dat je meedoet en niet langer wacht.

Liefs,

Joris