Onteigenen is een feestje! (Dagboek van Morgen)
Het was even wennen, de afschaffing van het eigendomsrecht. We hebben er keihard voor gestreden en ook ik verheugde mij jarenlang op echt samenleven; samen werken, samen leren, geven naar vermogen en nemen naar behoefte. Wat als onhaalbaar, onmaakbaar en TINA (!) werd verondersteld, werd werkelijkheid, is werkelijkheid. Een groene realiteit waarin ik graag verblijf.
De linkeroverburen huilden op de dag dat ze geen hypotheek meer hoefden te betalen en ze waren een beetje in de war: “Is dit huis nog van ons of kunnen we nu uit huis worden gezet?” Nee, dat kon niet. De overgangsregels waren duidelijk: alle woningen bleven bewoond door de mensen die er daadwerkelijk woonden. En waarom zouden we elkaar uit huis gaan zetten? We willen immers allemaal onderdak, in voor iedereen toegankelijke toekomstbestendige ruimten met zonnepanelen, van het aardgas af, geïsoleerd, geventileerd en zo meer.
De achterburen organiseerden een “hoera, we zijn vrij van woonschulden”- feestje op de dag dat alle woningen en (ook bedrijfs-)panden collectief in bezit en beheer werden genomen. De buren van de achterburen deden niet mee. Zij trokken zich stil verbeten terug achter de vitrage, waren bang, want wie weet zouden de arm en dakloos gemaakte mensen nu wraak komen nemen. Ze waren bekend met het gezegde “eat the rich” en dachten werkelijk dat de afschaffing van het eigendomsrecht zou leiden tot “extreem-linkse volkstribunalen” en “goddeloos anarchisme”. Ach gut toch. Na drie weken kwamen ze bleek beschaamd tevoorschijn. We gaven ze een flesje wijn en verse groente uit de tuin van mijn broer om te bekomen.
Mijn moeder was ook confuus, want “hoe gaat het nu met de erfenis?”. Wanneer zij zou overlijden, wie zou hun woning dan krijgen en was het eigenlijk niet oneerlijk dat haar kinderen dan geen recht hebben op het ouderlijk huis en dat er zelfs geen geld vrij zou komen omdat het niet meer kan worden verkocht? Aan de andere kant zag ze ook in dat het nu wel prettig georganiseerd is. Mijn vader woonde in een verzorgingshuis en voorheen kostte ook dat klauwen met geld, nu niet meer. Nu ja, nog wel iets, maar het begin is gemaakt; een verzorgingshuis is immers ook een leefruimte waar mensen samenwonen en samen zorgen.
Mijn neefje en nichtje zijn meer dan content; geen angst en stress meer om baanloos of ziek te worden, schulden te maken, met altijd die dreiging om dakloos te kunnen worden gemaakt. Waar zij voorheen 1000 euro (of meer) kwijt waren aan huur alleen, is er nu ruimte om wat anders te doen met en ook vóór een inkomen. Ja, we zijn er nog niet; loonarbeid compleet afschaffen is nog steeds een dingetje, want nu we het eigendomsrecht hebben afgeschaft heeft dat uiteraard consequenties voor meer dan alleen “de woningmarkt”.
Bekijk, samen met mijn huisgenoten, nog wel eens de beelden van de huisjesmelkers, makelaars, speculanten, boeren, bankiers, politiekers en de rijken, die zichzelf vastketenden aan poorten en deuren, betongrijze tranen huilend, smekend: “Nee, pak dit niet van ons af, dit is al jaren in de familie, van het bedrijf, de staat, en er mogen mensen in onze panden, in ons stadscentrum leven, desnoods gratis, maar alsjeblieft, neem ons dit niet af!” Tevergeefs natuurlijk. Voel geen leedvermaak bij de filmpjes, ook niet in die eerste welhaast euforische jaren. Maak me er eerder zorgen om hoe met ze te dealen, want ook deze kapitalistische groeperingen zijn nog steeds een pain in the a**.
Ga afsluiten, zo naar het maandelijkse wijkradenbeheeroverleg. Die duren best lang omdat we het nog steeds niet gewend zijn om zo samen te werken. Er doen ook voormalig VVD-ers en meer van die oude neo-liberalen mee (de meesten zijn allang naar elders vertrokken) en die zijn echt heel moeilijk in de omgang. Morgen meer, ciao ciao.
Puk Pent
(“Dagboek van Morgen” is een serie dagboeknotities over het leven van alledag in een nabije post-kapitalistische toekomst. Hoe leven we met elkaar en alle natuur samen wanneer de (natie)staat is afgeschaft.)