Ook in het westen draconische maatregelen tegen klimaatactivisten
Op 17 oktober 2022 beklommen Morgan Trowland en Marcus Decker tegen zonsopgang de kabels van de Queen Elizabeth II brug in Londen. Als leden van de klimaatactiegroep Just Stop Oil deden zij dit om te protesteren tegen het Britse regeringsbesluit vergunningen te verlenen voor nieuwe olie-, gas- en steenkoolprojecten. De politie besloot het verkeer over de brug stil te leggen, en omdat de actie 36 uur duurde kreeg een gedeelte van de stad te maken met grote verkeersproblemen. Op 18 oktober werden Trowland en Decker gearresteerd en later aangeklaagd voor het veroorzaken van openbare overlast. April 2023 veroordeelde de rechter Decker tot twee jaar en zeven maanden gevangenisstraf en Trowland tot drie jaar, wat neerkomt op een maand gevangenisstraf voor elk uur dat hij boven op de brug zat. Het was de langste straf ooit voor een vreedzaam klimaatprotest in Groot-Brittannië.
Helaas is dit strafrecord al weer verbroken. Op 11 juli 2024 werden Roger Hallam, Daniel Shaw, Louise Lancaster, Lucia Whittaker De Abreu en Cressida Gethin schuldig bevonden aan samenzwering om overlast te veroorzaken. Zij waren namelijk betrokken bij een plan om de snelweg M25 in Londen te blokkeren. Op 18 juli 2024 legde rechter schokkend strenge straffen op aan alle vijf verdachten. Hij veroordeelde Shaw, Lancaster, Whittaker De Abreu en Gethin tot vier jaar gevangenisstraf. Hallam, misschien wel de meest prominente klimaatactivist in het Groot-Brittannië, kreeg – je gelooft het niet – vijf jaar gevangenisstraf, terwijl hij nota bene kon bewijzen dat hij slechts één Zoom-bijeenkomst had bijgewoond om het protest te bespreken.
In de dagen na de vonnissen vroegen meer dan twaalfhonderd advocaten, bekende Britten, academici en kunstenaars om een ontmoeting met de procureur-generaal om de onrechtvaardigheid van de vonnissen te bespreken. Michel Forst, de speciale VN-rapporteur voor milieuactivisten, woonde een gedeelte van het proces bij en legde een verklaring af kort nadat de rechter de vonnissen had uitgesproken. “Vandaag is het een zwarte dag voor vreedzaam milieuprotest, de bescherming van milieuactivisten en iedereen die zich bezorgd maakt over de fundamentele vrijheden in Groot-Brittannië. (..) Uitspraken zoals die van vandaag scheppen een zeer gevaarlijk precedent, niet alleen voor milieuprotest, maar voor elke vorm van vreedzaam protest dat niet strookt met de belangen van de regering van dat moment.”
“Het is essentieel om te protesteren”
Groot-Brittannië is niet het enige westerse land waar klimaatbetogers belachelijk lange straffen krijgen. Zo veroordeelde een Duitse rechtbank in augustus 2024 de 65-jarige Winfried Lorenz tot 22 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor zijn betrokkenheid bij een klimaatprotest waarbij een weg werd geblokkeerd. Dit is de langste straf ooit die in Berlijn tegen een klimaatactivist is uitgesproken. Na zijn veroordeling verklaarde Lorenz: “We staan voor de grootste crisis in de geschiedenis van de mensheid en het is essentieel om te protesteren tegen het beleid dat ons naar een klimaatcatastrofe leidt.”
In Australië werd Deanna Violet Coco als een van de eersten veroordeeld via een van de nieuwe Australische wetten die zwaardere straffen mogelijk maken voor demonstraties bij “vitale infrastructuur”. April 2022 blokkeerde Coco gedurende 28 minuten een van de vijf rijstroken op de Sydney Harbour-brug, om de Australische regering aan te zetten tot meer actie tegen klimaatverandering. Na haar arrestatie gaf Coco toe dat zij verkeerswetten had overtreden, een vuurpijl had aangestoken en politiebevelen om niet verder te gaan had genegeerd. Allemaal niet-gewelddadige overtredingen. Ondanks de korte duur, de beperkte omvang en het vreedzame karakter van de demonstratie werd Coco veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf.
April 2023 organiseerden Timothy Martin en Joanna Smith een klimaatprotest bij de National Gallery of Art in Washington, waarbij ze rode en zwarte verf op een glazen kast smeerden waarin een beroemd beeld staat. Klimaatprotesten bij kunstwerken komen steeds vaker voor in onder andere Duitsland, Groot-Brittannië en Spanje. Deze manier van demonstreren, die over het algemeen geen blijvende schade toebrengt aan het kunstwerk zelf, leidde geregeld tot aanklachten wegens huisvredebreuk of het veroorzaken van schade en werd bestraft met een bescheiden boete en soms schadeloosstelling. Hoewel Martin en Smith er rekening mee hielden dat ze aangeklaagd zouden worden, was de reactie van de overheid veel heftiger dan zij gedacht hadden. Ze werden allebei beschuldigd van twee misdrijven: samenzwering om een overtreding tegen de Verenigde Staten te begaan en schade aan een tentoonstelling van de National Gallery of Art. In april 2024 veroordeelde de rechter Joanna Smith tot zestig dagen gevangenisstraf, 24 maanden ondertoezichtstelling en honderdvijftig uur dienstverlening. Daarnaast moet ze meer dan zevenduizend dollar betalen aan griffierechten, een boete en een schadevergoeding aan de National Gallery. Verder mag ze twee jaar lang Washington niet meer in, geen museum meer bezoeken of bij een monument in de buurt komen. Martins proces stond gepland voor 19 november.
“Samenzwering”, “oproer”, “opruiing”
In reactie op de Dakota Access Pipeline protesten hebben sinds 2016 21 staten in de VS 56 wetten aangenomen die protesteren tot een misdrijf maken of die de straffen daarvoor drastisch hebben verhoogd. Zo kan een groep mensen die protesteert tegen de aanleg van een pijplijn voor fossiele brandstoffen in North Carolina vijftien jaar gevangenisstraf en een boete van 250.000 dollar krijgen. In Ohio kan je alleen al voor het spuiten van graffiti op een pijpleiding een gevangenisstraf van zes jaar oplopen, terwijl iedereen die “samenzweert” met de spuiter (dat wil zeggen: de actie met haar of hem voorbereidt) een boete van honderdduizend dollar riskeert. In Florida kunnen deelnemers aan een groep van 25 of meer activisten die het verkeer hinderen aangeklaagd worden voor “oproer” en vijftien jaar gevangenisstraf krijgen. In Iowa loop je het gevaar om tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld te worden als je op straat loopt of op de stoep staat bij een luidruchtig maar geweldloos protest. De staat Louisiana slaat echter alles: die kan je opzadelen met vijftig jaar gevangenisstraf, dwangarbeid en een miljoen dollar boete, als je deelneemt aan een “tumultueuze” demonstratie, een weg blokkeert of een olie- of gaspijplijn beschadigt.
Veel westerse landen bekritiseren autoritaire regimes terecht voor hun optreden tegen de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering, en het neerslaan van vreedzame protesten. Zo uitte de VS in 2023 kritiek op het bestrijden van geweldloze demonstraties in Bangladesh en Cambodja, en heeft Groot-Brittannië nog onlangs, in maart en juli 2024, in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties krachtige verklaringen afgelegd over het belang van vreedzame protesten.
Toch gaan sommige westerse landen zelf nog een stapje verder door te proberen vreedzame klimaatprotesten te stoppen vóórdat ze begonnen zijn. Zo arresteerde de politie van de Duitse deelstaat Beieren in juni 2023 Simon Lachner voordat hij zijn huis verliet om deel te nemen aan het blokkeren van een weg om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis. In Nederland werd Sieger Sloot, een Nederlandse acteur en klimaatactivist, in januari 2023 twee dagen voor een geplande Extinction Rebellion demonstratie in Den Haag aangehouden, omdat hij zijn volgers op Twitter had aangemoedigd er aan deel te nemen. In augustus dat jaar veroordeelde de rechter hem tot zestig uur werkstraf of dertig dagen gevangenisstraf wegens “opruiing”.
“De mensen die deze crisis hebben veroorzaakt gaan vrijuit.”
In Duitsland en Frankrijk gingen de autoriteiten nog weer een stap verder om demonstraties te voorkomen, door een algemeen protestverbod in bepaalde gebieden en zelfs pogingen om bepaalde klimaatactiegroepen te ontbinden of een criminele organisatie te noemen. Zo beval de Franse regering in juni 2023 de opheffing van “Les Soulèvements de la Terre“ (De Opstanden van de Aarde). Gelukkig vernietigde de Franse Raad van State dit besluit enkele maanden later.
In München verbood de overheid in december 2022 alle klimaatprotesten na vreedzame demonstraties op luchthavens in het hele land, waarbij activisten belangrijke wegen gedurende dertig dagen blokkeerden. Deze klimaatcampagne was speciaal bedoeld om te protesteren tegen de kunstmatig goedkope vliegreizen en riep op tot betere treinverbindingen. Verder klaagde justitie in de Duitse stad Neuruppin in mei 2024 vijf leden van de Duitse klimaatgroep Letzte Generation aan wegens “het vormen van een criminele organisatie”. Mirjam Herrmann, een van de aangeklaagde activisten, verklaarde: “Dit is de eerste keer in de Duitse geschiedenis dat de overheid een klimaatprotestgroep die vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid als actiemiddel gebruikt aanklaagt als een criminele organisatie”. De Duitse klimaatdemonstrant Christian Bergemann benadrukt het onrecht dat hier speelt: “Wij slaan alarm vanwege de klimaatcrisis en onze huizen worden binnengevallen en wij worden preventief in hechtenis genomen, maar de mensen die deze crisis hebben veroorzaakt gaan vrijuit.”
Ook Amnesty International luidt de noodklok in een recent rapport over vrijheid van demonstratie in 21 EU-landen. Zij spreekt van onnodig of buitensporig geweld door de overheid bij vreedzame protesten en geweldloze acties, van willekeurige arrestaties, onrechtmatige en discriminerende beperkingen van het demonstratierecht en het toenemende gebruik van bewakingstechnologie tegen demonstranten, die de privacy ernstig schendt. Politici maken volgens Amnesty activisten uit voor “eco-terroristen”, “criminelen”, “buitenlandse agenten”, “anarchisten” en “extremisten”, om zo steeds verdergaande onderdrukkende wetten aangenomen te krijgen.
Trevor Stankiewicz en Linda Lakhdhir
Dit artikel bestaat hoofdzakelijk uit fragmenten van de inleiding van het rapport “On Thin Ice: Disproportionate Responses to Climate Change Protesters in Democratic Countries” in september uitgebracht door Climate Rights International. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit. (De vertaling is niet gecontroleerd door de auteurs.)
Verder lezen: “Environmental protesters under attack: interview with UN special rapporteur Michael Forst”.