Ook kritische ombudsman wil illegalen van vrijheid beroven
De Nationale Ombudsman bracht op 7 augustus 2012 een rapport uit over de situatie in gevangenissen voor mensen zonder verblijfsrecht. Aanleiding hiervoor was de grote staking van gevangenen in het detentiecentrum Rotterdam in 2011.
Het zoveelste kritische rapport over dit onderwerp. Met de zoveelste kritische aanbevelingen. Voor de zoveelste keer wordt inbreuk op mensenrechten aan de kaak gesteld. Kritiek van Amnesty Nederland, kritiek van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing, kritiek van kerkelijke instanties, kritiek vanuit de wetenschap. Al die onderzoeken, al dat werk dat erin gestopt is! Al dat praat-praat-praat met gevangenen en personeel. Al dat nadenken: wat zullen we melden, hoe zullen we het verwoorden, welke conclusies zullen we trekken, wat is haalbaar….
Noodzaak
Het blijkt tot nu toe allemaal vergeefse moeite. Hoe groot is de kans dat de overheid de aanbevelingen overneemt? Of anders gezegd: hoe groot is de kans dat de overheid de conclusies van het Ombudsman-rapport terzijde schuift of bagatelliseert? Het resultaat van het rapport was helaas voorspelbaar: minister Gerd Leers legde alle kritiek voor de zoveelste maal naast zich neer, want het is de schuld van de vluchteling zelf dat-ie vastzit – wie meewerkt aan uitzetting kan zichzelf bevrijden. Eigen verantwoordelijkheid, u weet wel. Niet die van de minister.
De Ombudsman is niet tegen “vreemdelingenbewaring” op zich, want “mensen in hun vrijheid beperken met het oog op een geslaagde uitzetting vormt op zich een legitiem doel voor de overheid”. Een dergelijk standpunt wordt standaard in dit soort rapporten ingenomen. En daarmee is het zwakke punt van de rapporten blootgelegd: als uitzetting politiek doel is, is opsluiting noodzaak. Anders lopen mensen weg en kun je ze niet op het vliegtuig zetten, zo vindt men. Bovendien is het wenselijk dat mensen ‘vrijwillig’ in dat vliegtuig stappen, en hoe krijg je ze zover? Door de opsluiting zo geestdodend mogelijk te maken, zodat ze misschien psychisch afknappen en overstag gaan.
Slechter af
De Ombudsman constateert dat mensen in “vreemdelingenbewaring” slechter af zijn dan mensen die strafrechtelijk vastzitten. In de detentiecentra hebben de gevangenen geen privacy, want ze zijn verplicht om hun cel met anderen te delen. Arbeid en scholing is er niet mogelijk, er bestaat een minimaal aanbod aan activiteiten, en speciaal verlof wordt maar zelden verleend. Veel gevangenen raken in een depressie. Voeg daarbij de angst voor de toekomst, de onzekerheid over de detentieduur, het feit dat ze vaak meerdere malen in “vreemdelingenbewaring” belanden, de intimiderende benadering van de Dienst Terugkeer en Vertrek, en je hebt het recept voor veel spanning op gevangenisafdelingen, waardoor vluchtelingen regelmatig in de isoleercel belanden.
Mensen behoren alleen als uiterste middel in “vreemdelingenbewaring” gezet te worden, vindt de Ombudsman. Dus niet standaard, zoals nu gebeurt. Bovendien zou opsluiting dan met zo min mogelijk beperkingen en met zinvolle activiteiten moeten plaatsvinden. Er mag geen sprake zijn van “strafelementen”, aldus het rapport. Dat laatste is tegenstrijdig, want “vreemdelingenbewaring” wordt door de gevangenen wel degelijk ervaren als een straf, al heet het dan officieel “administratieve detentie”. Detentie is detentie, opsluiting is opsluiting, hoe je het ook wendt of keert.
Reacties
De onderzoekers van de Ombudsman hebben ook met de directies van de detentiecentra gesproken, die hen meldden dat er al zoveel is verbeterd aan de uitvoering van “vreemdelingendetentie”. Er is nu internet, er zijn extra activiteiten. En het wordt allemaal nog beter! Maar is dat wel zo? Ik heb zelf onlangs navraag gedaan bij een aantal gevangenen die pas uit “vreemdelingenbewaring” op de straat zijn gezet, nadat ze zes maanden of langer waren vastgehouden, en hen de bevindingen van het rapport voorgelegd.
Hun reacties:
– “Internet kon je alleen gebruiken met een inlogcode, en die heb ik in die zes maanden dat ik vastzat nooit gekregen, terwijl ik er wel steeds om vroeg. Bovendien blijkt dat bijna alle sites geblokkeerd zijn.”
– “Fitness was eerst drie keer per week, dat werd ineens teruggebracht naar nog maar één keer in de week.”
– “Extra activiteiten? In Kamp Zeist is een paar keer een Turkse pizza geleverd, en in een ander detentiecentrum is een keer een film vertoond. Meer niet.”
– “Eerst moesten we om vijf uur achter de deur, maar dat werd al snel om half vijf. We konden nog maar zeven uur en een kwartier van onze cel af, soms moesten we eerder dan half vijf de cel in, want dan gingen de bewakers sporten.”
– “Als je geen boodschappen kunt doen in de gevangeniswinkel, dan heb je gewoon honger. Je krijgt maar 10 euro per week, daarvan kun je een telefoonkaart en een pakje shag kopen en dan is het geld op. Dus je moet kiezen: of het contact met de buitenwereld verbreken, of stoppen met roken.”
– “Het bekertje yoghurt voor toe krijg je in detentiecentrum Rotterdam trouwens nog maar drie keer per week. Ook het broodbeleg is heel minimaal. In Kamp Zeist kregen we een half brood per twee dagen.”
Het lijkt dus eerder soberder dan minder sober te worden in “vreemdelingenbewaring”. Mooie beloften ten spijt. Dat zijn praatjes voor de vaak.
Janneke van Beek