Uit de oude doos: Witte de With was een extreem agressieve koloniale zeeschurk
In 1623 hield hij een strooptocht langs de westkust van Amerika en voer hij over de Stille Oceaan naar de Nederlandse gebiedsdelen in “de Oost”. De discipline op zijn schip was zo streng dat een deel van de bemanning deserteerde naar een onbewoond eiland. In Nederlands-Indië aangekomen voerde hij een zeer gewelddadige strafexpeditie uit tegen de bewoners van het Molukse eiland Ternate. Van de VOC moest hij namelijk een monopoliepositie afdwingen in de kruidnagelhandel. Hij liet op plantages tienduizenden kruidnagelbomen vernielen. Dat deed de VOC vaker om de prijzen van specerijen hoog te houden en handelaren te straffen die zich niet aan het VOC-monopolie hielden. In 1628 werd De With de hoofdkapitein van de vloot van Piet Hein. Hij deed mee aan het stelen van de Spaanse zilvervloot, die in totaal – omgerekend – bijna 120 miljoen euro opbracht. Het zilver en de andere kostbaarheden hadden de Spaanse kolonialen op hun beurt weer geroofd van de inheemse bevolking van Zuid-Amerika. Met het geld van de zilvervloot begon de WIC de koloniale macht van Spanje en Portugal te ondermijnen. In 1630 veroverde een WIC-leger een groot deel van Brazilië op de Portugezen. De Nederlanders kwamen zo in het bezit van de vele suikerrietplantages. De suikerproductie was afhankelijk van de slavernij en slavenhandel, en in 1635 namen de Nederlanders die ook over.
Harry Westerink in Promotiecampagne voor koloniale houwdegen Witte de With (Gebladerte)