Over het antisemitisme van Marx
“Marx was een antisemiet”, schreef historicus Robin te Slaa gisteren in het Historisch Nieuwsblad. Een interessant en belangrijk stuk over antisemitisme, racisme, en kolonialisme in het denken van Marx, Bakoenin, Proudhon, Domela Nieuwenhuis en andere denkers in de socialistische en anarchistische arbeiderstraditie.
Het is denk ik goed om hier aandacht voor te hebben, om diverse redenen. Ten eerste: het is een belangrijk gegeven dat veel radicaal-linkse denkers niet gevrijwaard waren van racistische denkbeelden die veel van hun tijdgenoten over het hele politieke spectrum koesterden.
Dat is niet alleen een ongemakkelijke waarheid die linkse mensen en bewegingen onder ogen moeten zien, maar vooral ook een basaal inzicht dat voorondersteld mag worden in iedere serieuze en structurele analyse van racisme.
Juist wanneer we racisme begrijpen als een structureel en systemisch fenomeen (en niet slechts als een individuele ‘mening’), vooronderstelt dit dat het – bewust of niet, expliciet of niet – door vrijwel iedereen gereproduceerd wordt. En dus ook aan (radicaal) linkerzijde.
Dat betekent ook dat links (zowel historisch als hedendaags) zich nóóit gevrijwaard mag weten van racisme en antisemitisme. Of, for that matter, van misogynie (want bijvoorbeeld Proudhon was ook een notoire seksist). ‘Links’ is zéker niet per definitie anti-racistisch!
Een genuanceerde discussie hierover is dus elementair, juist voor een linkse beweging die enerzijds inspiratie wil blijven putten uit de woorden en daden van socialisten of anarchisten uit het verleden én expliciet anti-racistisch en feministisch wil zijn in het hier en nu.
Symptomatisch?
Tegelijkertijd: juist daarin schiet het stuk van Te Slaa mijns inziens ook weer tekort. Het stapelt vooral veel korte fragmenten of citaten uit (on)gepubliceerde teksten en correspondentie, zonder verder al te veel context te bieden. Het heeft nogal een sterk “zie je wel!”-toontje.
Maar hoe Marx’ “Zur Judenfrage” precies gelezen moet worden, bijvoorbeeld, is onderwerp van lang- en hooglopend debat. Te Slaa contrasteert deze vroegere tekst met Marx’ latere steun voor jodenemancipatie. Maar “Zur Judenfrage” gáát juist over de emancipatie van Joden.
(Dat Marx zich daarbij evenwel bedient van antisemitische tropes en stereotypes is wat mij betreft zonneklaar. Maar het ís relevant om op te merken dat de tekst juist gaat over hoe joden van hun culturele/religieuze achtergrond ‘geëmancipeerd’ moeten worden.)
Iets dat mijns inziens ook niet genoeg benadrukt wordt, is dat veel van de genoemde anarchistische en socialistische denkers zelf een grote schare joodse volgelingen hebben gehad. Nogmaals: dát maakt zeker niet minder antisemitisch, maar het is relevanter dan hier wordt gesuggereerd.
Het geeft namelijk aanleiding tot de vraag in hoeverre de geciteerde frasen symptomatisch zijn voor racistische ideeën die de kern raken van, of consistent aanwezig zijn in, het sociale denken van deze auteurs.
Bij sommigen (bijvoorbeeld Proudhon en Sorel?) valt daar mijns inziens zeker iets voor te zeggen, bij anderen (Marx en Bakoenin?) ligt dat wellicht complexer. In ieder geval is het geen kwestie die zomaar met een paar out-of-context citaten beslecht kan worden.
Dit alles ontkracht volgens mij niet Te Slaa’s uiteindelijke (en terechte!) these, dat deze voorondersteld radicale en internationalistische denkers vaak ook maar “kinderen van hun tijd” waren, met alle lelijkheid en vuiligheid die daar vaak bij hoort, zeker in de negentiende eeuw.
Het neemt ook niet weg dat we, zoals Domela-biograaf Jan-Willem Stutje terecht stelt, in plaats van voor dit soort auteurs “een a-historisch heiligenbeeld op te richten” we hen “beter dienen door deze complexiteit te aanvaarden en te onderzoeken.”
Maar juíst om hier nu relevante conclusies uit te kunnen trekken, was het beter geweest als het artikel zich niet had beperkt tot het stapelen van citaten. De context is, juist in een actuele discussie over de moeilijke relatie tussen links en (anti-)racisme, wél belangrijk.
Mathijs van de Sande
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)
(Voor een uitgebreide analyse van antisemitisme bij Marx, Bakoenin en Proudhon (en links in het algemeen) lees: “Antisemitisme, een oude bekende van links” in ons Gebladerte Archief.)