Over wit bondgenootschap in de anti-racisme strijd
Dit is dus de eerste les voor witten die mee willen werken: bescheidenheid. Luisteren vooral. Leren, lezen, geïnformeerd raken, je inleven. Niet te snel denken dat je het beter weet. Een stap opzij maken om zwarte mensen aan het woord te laten. Tegen kritiek kunnen, want die krijg je. Niet gekwetst zijn als je ergens niet aan mee mag doen, en niet in het middelpunt staat van de belangstelling. In het streven naar effectieve samenwerking hebben wit en zwart een ander proces door te maken. Ik heb in het verleden veel met “bondgenotengroepen” gewerkt, aan de witte kant. Ik heb meegemaakt dat witte mensen die zich serieus in willen zetten voor een rechtvaardiger, dus racismevrije samenleving, een aantal fasen door kunnen maken. Schaamte bijvoorbeeld, bij het besef van hoe racistisch we opgevoed zijn, als we de ontkenning eenmaal voorbij zijn. Bang om het verkeerd te doen en dan maar liever niets doen. Hunkeren naar goedkeuring door zwarte mensen. Eigenlijk dankbaarheid verwachten. Afhaken wanneer we een keer een bak woede over ons heen krijgen. Gekwetst zijn wanneer er een keer in het algemeen onaardige dingen over witte mensen worden gezegd. Idealiseren van zwarte mensen en dan teleurgesteld zijn als zij niet aan dat ideaalbeeld voldoen. Of zoals nieuwe bekeerlingen dat vaak doen: nog veel strenger zijn tegenover andere witte mensen dan de leiders van de zwarte beweging. Enzovoorts.
Anja Meulenbelt in Over wit bondgenootschap in de antiracisme strijd (Anjameulenbelt.nl)