Parlementaire hangouderen criminaliseren Marokkaanse Nederlanders
Vervelend gedrag is kennelijk erger als het vertoond wordt door “allochtonen”. Het klagen over Marokkaans-Nederlandse “probleemjongeren” is tegenwoordig volkssport nummer een. En het verzinnen van maatregelen tegen die jongeren is inmiddels tot een geliefd tijdverdrijf geworden van Tweede Kamerleden. Dat het maken van speciale regels voor mensen op basis van hun etniciteit racistisch is, daar maalt bijna niemand meer om.
“We hebben zeker nog 8 tot 10 jaar problemen met Marokkaanse jochies”, voorspelde onlangs de PvdA-minister voor Integratie Eberhard van der Laan, van wie eerder nog niet bekend was dat hij in de toekomst kan kijken. Het gaat nog jaren duren voordat die “op het gemiddelde niveau” zitten, waarschuwde de bewindsman. In februari 2009 presenteerde hij samen met drie andere ministers een stigmatiserende “Marokkanenbrief”. Daarin staat een hele reeks repressieve overheidsmaatregelen opgesomd tegen de jongeren, die steeds gemakkelijker worden uitgemaakt voor “straatterroristen” met een “anti-westerse levensstijl”.
In de brief schrijft de regering dat er intensief “gezinsmanagers” ingezet moeten gaan worden in Marokkaans-Nederlandse “multiprobleemgezinnen”. “Eén vaste professional” zou daarbij “structuur” moeten gaan brengen in zo’n “risicogezin” en onder meer voor “goede maaltijden” moeten gaan zorgen. Ook streeft het kabinet naar “extra straatcoaches” die Marokkaans-Nederlandse jongens op straat in de gaten moeten houden. Verder wil men “8 tot 8-coaches” die die jongens moeten begeleiden bij het naar school gaan en bij het huiswerk maken. En tenslotte komt de regering ook met wijkverboden voor “overlast veroorzakende reljeugd”.
Er wordt zo gegrossierd in racistische en asociale maatregelen tegen Marokkaans-Nederlandse jongeren. Maar ondertussen wachten we nog steeds op de eerste serieuze maatregelen tegen de asociale hangouderen in de Tweede Kamer, de banken en andere bedrijven die de economie de afgelopen jaren zo vakkundig naar de afgrond hebben geleid. Hun asociale gedrag veroorzaakt gigantisch veel overlast aan de onderkant van de samenleving.
Voor de rechts-populisten van Trots Op Nederland (TON) en de PVV gaat de aanpak van Van der Laan natuurlijk lang niet ver genoeg. Rita Verdonk wil ook een verbod op het dragen van kapuchons. Volgens de TON-leidster wordt het op opsporingscamera’s duidelijk dat “Marokkaans-Nederlandse criminelen” vaak vervolging ontlopen “doordat ze onherkenbaar zijn vanwege hun kapuchon”. Net als Van der Laan blijkt ook Verdonk helderziende gaven te hebben, want zelfs mensen met een onherkenbaar uiterlijk weet ze nog te ontmaskeren als Marokkaans-Nederlandse “rotgasten”.
PVV-Kamerlid Fleur Agema pleitte er zelfs zonder blikken of blozen voor om de politie “met scherp” te laten schieten op dat soort “relschoppers”. Agenten mogen daarbij van haar “gericht op de knieën” schieten. Zo worden jonge Marokkaanse Nederlanders ook letterlijk tot schietschijf gemaakt voor en door de groeiende probleemgroep van racistische “autochtone” Nederlanders.
Harry Westerink