Praatjesmaker: Een stakende schoonmaker op Utrecht CS
Eigenlijk zit ik vol. Ik wil die microfoon pakken en ook een aantal dingen zeggen, maar mijn Nederlands is niet zo goed. Ik wil een boodschap sturen naar degenen die hier vandaag niet bij ons zijn. Tienduizend mensen zijn aangesloten bij de vakbond, waar zijn ze? We voeren actie met slechts duizend schoonmakers. Maar als die anderen ook meedoen, dan kan niemand ons meer tegenhouden.
Als ik straks weer op de werkplek ben, dan wil ik niet eens meer met ze praten. Wat moet ik ze zeggen. Ik wil ze niet aankijken. Een mens moet eerst zelfrespect hebben. De baas zegt nu tegen een van hen: “Goed zo, jij werkt goed, laat die stakende mensen maar”. En hij geeft hem een schouderklop. Maar heeft deze schoonmaker ook zelfrespect? Nee. Als zijn zoon aan hem vraagt: “Papa, waar was jij toen al die mensen aan het staken waren voor meer respect?” Als hij dan eerlijk durft te antwoorden: “Mijn zoon, op dat moment was ik de kont van mijn baas aan het likken”, alleen dan heeft hij nog wat trots over.
Of wat als zijn zoon later ook werkt als schoonmaker en het nog slechter krijgt dan hij het nu heeft. In dit systeem spelen emoties geen rol. Nu zegt de baas “goed zo” tegen hen, “jullie staken niet”. Maar als morgen diezelfde baas vijf cent meer winst kan maken, dan zal hij niet kijken naar hun tranen. Dat hij zijn gezin moet onderhouden, dat hij zijn kinderen naar school moet sturen, dat kan de baas niet schelen. Want het enige waar de baas aan denkt, is zijn winst.
En nu hebben ze weer wat nieuws verzonnen, ik heb een hekel gekregen aan dat woord: crisis! Ik werk al sinds ik kan lopen, en voor mij is het na de vijftiende van elke maand altijd crisis geweest. En het bedrag waar we voor strijden is voor mij slechts symbolisch. Dertig cent per uur extra, dat scheelt maandelijks niet veel voor mij. Maar het is belangrijk, ook al is het symbolisch. Het is belangrijk dat we deze strijd winnen.
Sorry dat ik zo schreeuw. Maar ik ben boos. Ik weet dat het niet allemaal in een keer kan. Als je ons vergelijkt met twee jaar geleden, weet ik dat we het nu beter doen. Maar ik word gewoon boos. Ik ging net naar de wc, vroeg die vrouw 50 cent van mij. Dat deed me pijn. Ze weet waarvoor we hier staan, waarvoor we vechten, maar het kan haar niet schelen. Ach, het maakt allemaal niet uit. Wij zijn genoeg voor elkaar. Als wij maar met elkaar solidair zijn. De rest komt later.
Emek Egeli