Praatjesmaker: Niet alleen de huizen worden gesloopt…
Wij wonen hier al een aantal generaties. Er is hier veel veranderd. We zijn hier destijds heen verhuisd om te werken op de scheepswerf. Maar al die bedrijven zijn failliet gegaan. Ik was toen nog wat jonger, maar heb het wel allemaal meegekregen. Ik ben hier geboren en opgegroeid. Mijn kinderen gaan hier naar school. Ik hou van m’n buurt.
Nu wordt mij opeens verteld dat ik weg moet. Klerezooi. Dat gaat dus niet gebeuren. Ze willen er, hoe noemen ze dat, een hippe buurt van maken. Het is dichtbij de stad, zeggen ze. Hallo, zijn wij geen mensen dan? Misschien willen wij ook dichtbij de stad wonen. En wij wonen al jaren hier. Wij woonden al hier, toen niemand hier nog wilde wonen.
De huizen zijn er slecht aan toe. Al acht jaar doen ze er niets aan. Die woningcorporatie denkt alleen maar aan geld. Dat huurgeld van ons zien wij niet terug, hoor, het verdwijnt daar ergens in de top. De huizen beginnen helemaal te schimmelen. Je verft het en na een week kun je het weer verven. Ze doen jaren niets met de huizen, en nu zeggen ze dat ze er zo slecht aan toe zijn dat ze gesloopt moeten worden. Over mijn lijk!
We hebben alles al geprobeerd. We zijn ook naar de politiek gestapt hier. Maar het is allemaal hetzelfde. De politiek zegt dat ze een middenweg moeten vinden. Een middenweg? Er wonen vijfduizend mensen hier, en er is één woningcorporatie. En dan hebben ze het over een middenweg. Wij hebben hen gekozen. Ze zitten er namens ons. Ze moeten achter ons staan.
Maar ik weet uit ervaring dat niemand achter je staat. We moeten het alleen doen. Maar dat is niet erg. Dat zijn wij wel gewend. Zolang ik leef, laat ik ze niet aan onze huizen komen.