De precaire aard van witheid
Wat het betekent om wit te zijn is iets waar vaak over wordt gestreden wanneer men zich verdiept in onderwerpen als wit privilege en meer arbitraire raciale indelingen. Normaal gesproken veronderstelt men dat iedereen met een lichte huidskleur wit is, maar de connotaties van “witheid” gaan dieper dan dat; ze hebben te maken met Anglo-Saksische afkomst, het vermogen om Engels als “eerste taal” te spreken en het uit een “ontwikkeld land” komen.
Dit is een vertaling door Koos Kuijt van “The precarious nature of whiteness” van Amit Singh, co-redacteur van Consented. |
Veel lichter gekleurde mensen uit Latijns-Amerika, die hun weg proberen te vinden in Noord-Amerika, worden als “bruin” beschouwd en niet als wit. De reden hiervoor is dat ze niet in de Amerikaanse mal voor witheid passen, omdat ze Spaans als eerste taal hebben en omdat Latijns-Amerika op cultureel en economisch gebied als ondergeschikt aan de VS wordt gezien.
Maar hoewel iemand als ik (met een Zuid-Aziatische afkomst) duidelijk nooit als wit beschouwd zal worden, betekent de omstreden aard van witheid dat het label “wit”, afhankelijk van het op een bepaald moment geldende socio-politieke klimaat, gegeven en weer afgenomen kan worden.
Ierse Amerikanen
Ierse Amerikanen vormen hiervan een heel interessant en veelzeggend voorbeeld. In het vroege begin van de Verenigde Staten werden Ierse immigranten als tweederangs burgers behandeld en werden ze niet als wit beschouwd (al waren ze geen tot slaaf gemaakten, zoals vaak wordt beweerd, en is hun behandeling nog niet vergelijkbaar met die van Afrikaanse Amerikanen). Ierse Amerikanen waren het onderwerp van brute en vernederende stereotypering, waarbij ze als waardeloze domme dronkenlappen werden neergezet, zoals deze afbeelding hieronder laat zien.
Deze afbeelding had als titel “De gebruikelijke Ierse manier van doen” en hij laat zien hoe vroege Ierse immigranten in de Verenigde Staten niet-wit werden geacht. Maar de symbolen van witheid hebben altijd een grote aantrekkingskracht en de Ierse immigranten werden uiteindelijk ondergebracht in het systeem van de witte superioriteit om te helpen met de onderdrukking van Afrikaanse Amerikanen en bevrijdde tot slaaf gemaakten. Eenvoudig gesteld: de Ieren bleken bruikbaar en werden zo ingelijfd in de witte maatschappij om mee te helpen met het onder de duim houden en straffen van Afrikaans-Amerikaanse bevolkingsgroepen. Op die manier speelden de Ieren een doorslaggevende rol door met de staat te collaboreren, wat hen toegang verleende tot witheid, hetgeen betekende dat tegen de jaren zestig 42 procent van de New York Police Department uit Ieren bestond – wat de rol die ze speelden in de bescherming van de staat benadrukt.
Ondanks dit alles waren anti-Ierse en anti-katholieke sentimenten nog steeds sterk aanwezig na de eerste helft van de twintigste eeuw, waardoor de mogelijkheid van de verkiezing van een Iers-Amerikaanse president, zoals John F. Kennedy, voor velen ondenkbaar was. Anti-katholieke gevoelens lagen hieraan ten grondslag. Kennedy zelf probeerde zich meerdere keren te distantiëren van zijn katholieke wortels om potentiële kiezers gerust te stellen en de geïdealiseerde versie van witheid, die beter lag bij de kiezers, dichter te benaderen.
Maar uiteindelijk werden de Ieren in de Verenigde Staten gerangschikt onder de witten, vanwege hun duidelijke fysieke witheid en de behoefte aan hun hulp om andere groepen te onderdrukken. Het is goed om op te merken dat Afrikaans-Amerikaanse bevolkingsgroepen dat ideaal nooit konden bereiken, hoezeer ze het ook probeerden.
Oost-Europeanen
Oost-Europese bevolkingsgroepen in het Verenigd Koninkrijk vormen een vergelijkbare groep. Terwijl hun huidskleur licht is en veel mensen hen wit zouden noemen, leiden de culturele verschillen en het feit dat Oost-Europese talen sterk verschillen van Engels tot een onzekere relatie met witheid voor die bevolkingsgroepen. Normaal gesproken is de kans om op straat mishandeld te worden voor hen kleiner dan voor bijvoorbeeld mensen van Zuid-Aziatische afkomst of zwarte mensen, maar sinds migratie binnen de EU sterk onder de loep is komen te liggen is er een enorme toename van anti-Oost-Europese berichtgeving in de kranten. Tegelijkertijd kunnen deze bevolkingsgroepen zich soms zelf schuldig maken aan de racistische behandeling van mensen van kleur binnen het Verenigd Koninkrijk, hetgeen de zaak ingewikkeld maakt.
De anti-Oost-Europese sentimenten bereikten een hoogtepunt in Engeland met de Brexit (al waren veel Brexiteers sowieso tegen elke immigratie). De Poolse verhouding tot witheid kwam helaas tot uiting in de brute moord op Arek Jozwik in Harlow. Hij werd naar het zich laat aanzien vermoord door een groep nationalistische jongeren. Volgens de broer van het slachtoffer vond de moord plaats omdat Arek Pools sprak, aangezien hij niet goed Engels kon. Had hij Engels gesproken, dan was hij misschien als wit beschouwd en was zijn leven gespaard gebleven. In een bredere context wordt er door de media en anderen, in relatie met Oost-Europeanen, ook een duidelijk negatieve beeldspraak verspreid die aanhaakt op het idee dat Oost-Europeanen verschillen van witte Engelse arbeiders.
Acceptatie onmogelijk
Een dergelijk incident benadrukt de precaire aard van witheid, want die wordt altijd bekeken door de lens van de “ontwikkelde” West-Europese staten, de VS, Australië, enzovoorts. Als je niet afkomstig bent uit deze regionen (en afkomstig zijn kan in het geval van de VS betekenen: afstammen van een kolonist), dan word je als tweederangs burger beschouwd.
Voor degenen die niet eens wit lijken, bijvoorbeeld zwarte mensen of Aziaten die in de VS of West-Europa wonen, is opgaan in de rest van de bevolking of acceptatie in geen geval mogelijk. Zelfs met een Europees klinkende naam leidt de huidskleur van deze mensen er altijd toe dat ze er als ‘anders’ uitgelicht worden. Maar zoals bij de Ieren in de Verenigde Staten wordt het benaderen van witheid altijd als een wortel aan bevolkingsgroepen voorgehouden, om ze tegen anderen op te kunnen zetten.
In het Verenigd Koninkrijk zien we dit in mindere mate aan de manier waarop de Zuid-Aziatische parlementsleden Priti Patel en Sajid Javid de Brexit-campagne leidden, ondanks dat ze zelf afstammen van immigranten en ondanks het feit dat ze niet wit zijn. Toegegeven, door hun lidmaatschap van de Conservatieve Partij, hun rijkdom en geassimileerde status zijn ze de witheid zo dicht benaderd als mogelijk is met hun huidskleur, maar ze worden (ook al doen ze nog zo hun best) nooit als wit beschouwd.
Voor de nakomelingen van Ierse bevolkingsgroepen in de VS of Oost-Europeanen in Engeland is een Engels klinkende naam genoeg om tot acceptatie te leiden, zelfs wanneer de basale mening over deze bevolkingsgroepen negatief is. Dit laat echter zien hoe veranderlijk het hele concept van witheid is en hoe gemakkelijk het aan bevolkingsgroepen gegeven en weer afgenomen kan worden.
Amit Singh
Mijn eerlijke dank voor dit treffende artikel, huidskleur, godsdienst en maatschappelijke klasse worden vaak door elkaar gehaald vooral door nationalistische partijen!