Racisme in de zorg

Een tijdje terug las ik een stukje over racisme in de zorg. Hierin werd beschreven dat een witte vrouw geen zorg wilde van een zwarte verpleegkundige. Ik ben zelf een witte vrouw en werkzaam bij een thuiszorgorganisatie waar ik een van de weinige witte medewerkers ben. Voorheen was ik juist werkzaam in verpleeghuizen met een voornamelijk wit team. Wat in het artikel wordt beschreven, vormt helaas geen uitzondering. Ook ik heb opgemerkt dat er veel racisme is in de zorg. Tegelijkertijd ontbreekt het bij veel witte zorgverleners aan een krachtige anti-racistische houding of maken ze zich zelfs ronduit schuldig aan racisme.

Kort geleden belde een witte man op naar het kantoor. Ik kende deze man al, tijdens zorgmomenten heeft hij zich meerdere keren negatief uitgelaten over mijn collega’s van kleur. Omdat ik ook wit ben, dacht hij waarschijnlijk dat ik mee zou gaan in zijn verhaal. Op een samenzweerderige toon zei hij tijdens de zorgverlening dat hij blij is dat ik er ben en niet “zo’n vrouw met hoofddoek”. Volgens hem zouden mijn collega’s met hoofddoek niet weten wat zij doen. Ik heb hem te kennen gegeven hier niet van gediend te zijn en heb er melding van gemaakt op kantoor. Er kwamen ook andere meldingen binnen van collega’s van kleur, die de zorgverlening bij deze man erg vervelend vonden door zijn opmerkingen.

Zielig

Tijdens het telefoongesprek draaide hij er niet omheen: hij vroeg of er voortaan geen “buitenlanders” meer ingepland zouden kunnen worden, want dat vond hij maar niks. Ik heb hem verteld dat wij niet discrimineren en dus niet aan zijn wens kunnen en willen voldoen. Na dit telefoongesprek is er niet veel veranderd. Hij blijft dergelijke opmerkingen maken en wij mogen niet stoppen met de zorg, omdat we een zorgplicht hebben. Toen ik dit voorval besprak met mijn collega’s van kleur, gaven zij aan dat zij hem een racist vinden en zeiden ze blij te zijn dat ik hem telefonisch te woord had gestaan, zodat zij dat niet hoefden te doen.

Ik was er ook nieuwsgierig naar wat mijn witte collega’s hiervan vonden, en heb de situatie ook aan hen voorgelegd. Eén collega vond hem “zielig”. Ze zei dat ouderen gedurende hun leven nu eenmaal minder te maken hebben gehad met zwarte mensen, dat sommigen zelfs nog nooit iemand van kleur hebben gezien. En dat wij daar als zorgverleners ook rekening mee moeten houden. Ze haalde een voorbeeld aan van haar vorige baan, waarbij een terminale zorgvrager thuiszorg kreeg van een zwarte verpleegkundige. Zij deed alles goed en was heel bekwaam in haar werk, maar toen zij een keer ’s nachts aan het bed van de cliënt stond om hem te verzorgen, schrok hij zo van haar dat hij er zelfs nachtmerries van zou hebben gekregen. De volgende dag belde de vrouw van deze man op om door te geven dat zij deze verpleegkundige niet meer wilden en daar werd ook gehoor aan gegeven, want “het was zo zielig voor hem”. Hoe het voor de verpleegkundige zelf was geweest om tijdens haar werk met racisme te worden geconfronteerd, daar werd in haar verhaal geen aandacht aan besteed.

Groepsselfie

Deze voorbeelden staan niet op zichzelf. Maar het probleem ligt niet alleen bij de zorgvragers die zich racistisch uiten. Een groot probleem is dat er ook witte zorgverleners zijn die dit doen. Al tijdens de opleiding wordt dit duidelijk. Zo herinner ik mij een van de eerste lessen tijdens mijn verpleegkunde-opleiding, die ging over het wassen van zorgvragers op bed. Op mijn school oefenen we dit op poppen. We hebben overwegend witte poppen, maar ook enkele zwarte. Na de les verscheen er in de groepsapp van mijn klas een foto van een aantal witte klasgenoten. Zij hadden een groepsselfie genomen met de zwarte pop, in hun ogen kennelijk een lachwekkende rariteit, allemaal lachend met hun duimen omhoog. Vervolgens hadden ze de foto gedeeld in de groepsapp van de klas met lachende smileys erbij. De reacties van mijn klasgenoten bestonden ook uit lachende smileys.

Iemand anders vertelde dat er tijdens zijn opleiding in de klas werd gesproken over het wassen van zorgvragers, en dat enkele klasgenoten toen vroegen: “Moet ik dan ook zwarte mensen wassen? Dat ga ik echt niet doen!”. Zijn docent had toen geantwoord dat zij in dat geval beter een andere opleiding konden kiezen.

Dat zijn dus de (toekomstige) witte zorgverleners, die zwarte poppen als lachwekkend zien en indirect zwarte mensen belachelijk maken via groepsapps. Die weigeren ze te wassen en hier openlijk voor uitkomen, alsof het normaal is.

Selectie aan de poort

Bij de thuiszorgorganisatie waar ik werk, hebben wij veel zorgvragers die een andere afkomst hebben dan de Nederlandse. Zorgvragers kunnen zichzelf bij ons aanmelden, maar komen voornamelijk bij ons binnen via ziekenhuizen en huisartsen. Het viel mij op dat andere thuiszorgorganisaties juist voornamelijk zorgvragers hebben met wit-Nederlandse achternamen. Uit een gesprek met een verpleegkundige van een grote thuiszorgorganisatie blijkt dat dergelijke grote organisaties veel aan “selectie aan de poort” doen. Overdag komen de aanvragen binnen bij een wijkverpleegkundige, die uiteindelijk bepaalt of een zorgvrager in de zorg kan komen. Het verschilt dan per vestiging, en eigenlijk per wijkverpleegkundige, of zorgvragers met een andere dan wit-Nederlandse achternaam in de zorg worden genomen. Buiten kantoortijden komt de aanvraag binnen bij een overkoepelend contactcentrum. Hier wordt volgens de verpleegkundige die ik heb gesproken voortdurend aan selectie aan de poort gedaan, waarbij niet-witte mensen dus vaak worden geweigerd.

Door deze selectie hebben zorgvragers die niet van wit-Nederlandse afkomst zijn een ongelijke positie ten opzichte van de zorgvragers met een wit-Nederlandse achtergrond. Zij hebben niet altijd de vrije keuze uit thuiszorgorganisaties en moeten daardoor genoegen nemen met de organisatie die hen accepteert. Voor mensen met een wit-Nederlandse achtergrond is er veel meer vrijheid, zij kunnen selecteren op kwaliteit en kiezen voor de zorgorganisatie die hen aanspreekt. En daar waar het voor witte zorgvragers soms al moeilijk is om een thuiszorgorganisatie te vinden, bijvoorbeeld doordat er een complexere verpleegkundige handeling nodig is, is het voor de niet-witte zorgvrager nog vele malen lastiger.

Machtspositie

Er zijn dus organisaties die misbruik maken van hun machtspositie om zorgvragers al dan niet af te wijzen. Zorgverleners en zorgorganisaties moeten zich altijd bewust zijn van hun machtspositie. Zorgvragers zijn afhankelijk van hun kunde en kennis. Hierbij zou geen onderscheid gemaakt moeten worden tussen zwarte en witte zorgvragers, maar dit gebeurt overduidelijk wel.

Het is daarom belangrijk dat witte zorgverleners hun witte collega’s wijzen op hun racisme. Zorgvragers zouden zich nooit hoeven af te vragen of zij anders behandeld worden, omwille van hun huidskleur, hun achtergrond en hun achternaam. Tegelijkertijd moeten witte zorgverleners alert zijn op racisme jegens niet-witte collega’s. Als een zorgvrager zogenaamde grapjes maakt of zich kwetsend uitlaat over een collega, blijf dan niet stil, maar benoem diens racisme. Accepteer het niet en laat je collega’s zien dat zij er niet alleen voor staan.

Zoë Smit