Rotterdamse bijeenkomst in teken van groeiend bewustzijn over structureel racisme
Vorige week donderdag vond in Rotterdam “het Grote Racisme Debat” plaats. Groot was het, met meer dan tien sprekers, een megazaal en veel publiek, toch wel een paar honderd mensen. Van het debat kwam weinig terecht, wat mede te wijten was aan de opzet en uiteindelijk ook aan de politieke praatjes van SP-er Leo de Kleijn. Toch was het een positief stemmende en strijdbare bijeenkomst.
Het was dus eigenlijk geen debat, maar eerder een reeks korte en minder korte speeches over racisme, etnocentrisme, islamofobie, slavernij, wit privilege, en ga zo maar door. Zihni Özdil was erbij (op groot scherm, want hij had het te druk om fysiek aanwezig te zijn) om te vertellen over “de historisch gevormde processen” die onder het huidige racisme liggen, en over het hele politieke spectrum, dus niet alleen Geert Wilders, dat doordrenkt is van racisme. Abdelkarim El-Fassi gaf een presentatie over het racisme dat we op sociale media tegenkomen. Over politiechef Paul van Musscher die over “barbaarse Marokkanen” filosofeert. Over de kleur van het kabinet: “blauwe jurkjes en rode stropdassen”. Maar ook over het verzet op sociale media, waardoor Guido van Woerkom uiteindelijk geen Nationale Ombudsman kon worden. El-Fassi had een duidelijke boodschap: “Er is conflict, want wij zijn aan het terugpraten”.
Koloniale ijsberg
Merijn Oudenampsen ging in op het etnocentrisme in Nederland, de houding waardoor velen menen dat er zoiets bestaat als een “echte” Nederlander (wit) en een “nieuwe” Nederlander of “niet-echte” Nederlander of “allochtone” Nederlander (zwart). En dat er een soort rangorde van culturen valt aan te brengen, met “de Nederlandse cultuur” bovenaan. Miriyam Aouragh vroeg zich af waarom de agressie tegen moslims in Nederland de afgelopen jaren zoveel heftiger was gegroeid dan in andere landen. Ze wees de zwakke geschiedenis van verzet in Nederland aan als oorzaak, en ook het gebrek aan historisch bewustzijn en gebrek aan kennis over racisme op universiteiten.
Jacco van Sterkenburg legde uit hoe in de sportwereld, maar ook daarbuiten, stereotype beelden van zwarten en witten worden gebruikt, waarbij succes van zwarte sporters altijd in termen van fysieke kracht wordt geframed, terwijl succes van witte sporters in verband wordt gebracht met strategisch inzicht of intellect. Glenn Helberg, die maar weinig tijd kreeg om zijn verhaal te doen, ging daarop door en praatte over de diepgewortelde beelden die er zelfs al bij kleine kinderen toe leiden dat positieve aspecten met witten en negatieve aspecten met zwarten worden geassocieerd.
Che Brandes-Tuka hield een indrukwekkend betoog over de historische verbanden tussen slavernij, kapitalisme en hedendaags racisme. Het historisch ingebakken idee dat witten controle mogen uitoefenen over zwarten, dat doorwerkt tot het alledaagse racisme van de dag van vandaag. Een betoog waarvoor de tien minuten die hem werden gegund, uiteraard veel te kort waren, maar dat hij alsnog kon afsluiten met de oproep om “de koloniale ijsberg te laten smelten”, beginnend met Zwarte Piet. Er was een indrukwekkende spoken word performance van Stryder, en Marjan Boelsma hield een voordracht over wit privilege. Wit privilege dat alleen voor de witte mens onzichtbaar is. Wit privilege waardoor witte mensen racisme kunnen negeren en betwisten, en tegelijk de slachtoffers zelf van racisme kunnen beschuldigen. Ze had ook wat tips voor de witten onder ons, waaronder nederigheid, openheid en zelfkritiek. Haar verhaal werd in de zaal erg positief ontvangen, en maakte enkele dagen later een heftige discussie op Twitter los. Wat alleen maar aangeeft dat ze kennelijk wel een snaar heeft geraakt. Ook Quinsy Gario kwam nog aan het woord, al vertelde hij vooral een verhaal over zichzelf en over de verandering die bereikt kan worden door tegen racisme te strijden. Niet via de “officiële” kanalen, zoals het College voor de Rechten van de Mens, maar door actie van onderop.
Plek opeisen
Je merkt het al: het was een tour de force van allerlei verhalen, perspectieven en bronnen van kennis. Het zou best kunnen dat ik nog een spreker ben vergeten te benoemen. Toen er op het eind van de bijeenkomst toch nog een debat kwam en het publiek de kans kreeg om vragen te stellen, was de energie grotendeels wel verdwenen. Bovendien waren voor “het slotdebat” twee politici aangeschoven, de SP-er Leo de Kleijn en de NIDA-er Nourdin el Ouali. Vooral De Kleijn blonk uit in holle frases en goedkope beloften. Een politicus die er moeite mee heeft om aangesproken te worden op de houding van de parlementaire politiek, heeft weinig begrepen van het systeem waarvan hij deel uitmaakt. Het is mooi dat deze twee partijen zo’n bijeenkomst hebben georganiseerd, maar hun input kwam toch wel erg neer op een poging om zieltjes te winnen. En daar had het publiek geen zin in.
Het was jammer dat de bijeenkomst daardoor geen goede afsluiting kreeg. Want over het algemeen stond de bijeenkomst toch in het teken van het groeiende bewustzijn over structureel racisme in Nederland en het groeiende verzet ertegen. Toegegeven, mensen die zich veel met racisme bezighouden, hebben waarschijnlijk weinig nieuws gehoord. Via Twitterberichten lieten sommigen in het publiek weten dat ze het vervelend vonden dat er tijdens de bijeenkomst zo luchtig werd gedaan over de meest extreme voorbeelden van racisme op sociale media. En je zou je ook kunnen afvragen of op de bijeenkomst de verschillende vormen van racisme – tegen moslims, tegen Marokkanen, tegen zwarten – niet al te makkelijk op één hoop werden gegooid.
Toch blijft het bijzonder dat er op een donderdagavond misschien wel driehonderd mensen met heel verschillende achtergronden bij elkaar kwamen om over racisme te praten. En dat er dingen werden gezegd als: “We vragen niet meer om gerechtigheid. We eisen gerechtigheid.” En dat het woord “wij” de hele avond vanzelfsprekend niet sloeg op “wij witten”, zoals vaak gebeurt, maar juist op “wij zwarten” of “wij zogenaamde allochtonen”. En dat duidelijk werd dat er een grote en steeds groeiende groep zelfbewuste mensen is die zich niet meer laten vertellen wat ze moeten vinden of accepteren, maar die opstaan en hun plek opeisen in een maatschappij die hen steeds weer tegenwerkt. Maar die toch niet te stoppen zijn. En dat gevoel kunnen ook de politici niet zomaar afpakken.
Gerard Zijlstra
Ik vind het aanhef zeer correct omdat dit algemeen fenomeen die heden in de Nederlandse maatschappij buitengewoon helder aanwezig is, is inderdaad structureel te noemen. Het is een vaste onderdeel van het structuur van de maatschappij.
Haast alle betrekkingen, contacten, communicatie en interactie binnen de Nederlandse samenleving zijn aan een of andere vorm directe of verkapte xenofobie, negatieve vooringenomenheid, racisme en discriminatie tov allochtonen/buitenlanders onderhavig. Je kan niet buiten om.
Het is tijd dat we openlijk gaan praten over dit maatschappelijk probleem die de gelijkwaardige burgers in verschillende kasten indeelt volgens het normatief van het “Land van Ooit” (Ayan hirsch Ali)
Er word gesteld dat er agressie is tegen moslims in Nederland en dat die heftiger zou zijn gegroeid dan in andere landen.
Miriyam Aouragh die ik niet ken zou dat hebben beweert. Godsdiensten worden nog steeds bevoordeeld in Nederland.
Ik verwijs in dat kader naar http://www.devrijegedachte.nl/?s=houd+het+geloof+er+buiten
In Saoedi Arabie is recent nog iemand veroordeelt wegens ” atheisme ” tot tien ( 10 ! ) jaar gevangenis en zweep slagen.
Mensen die zich links noemen of zelfs anarchist en die zich inzetten voor ” bescherming ” van godsdienst zijn voor mij niet geloofwaardig.
Het zijn juist islam aanhangers die zich zeer manifesteren en vaak geweldadig in NL. Atheisten hoor je nooit ze krijgen geen podium niet in de media of waar dan ook. De kritiek van uiterst rechts in NL op manifestaties van de Islam of in naam van de Islam is volgens mij nooit atheistisch gemotiveerd.