De ruggengraat van Rutte, Klaver, Asscher en Simons
En dus bekeek ik met argusogen hoe de Women’s March werd geduid. Het werd snel gezien als een teken van verandering en de potentie om het schip nog te keren rondom veel zaken. Het was inderdaad hoopvol om te zien hoeveel mensen zich geroepen voelden de straat op te gaan en te protesteren tegen de onderdrukking van vrouwen. Van een anti-Trumpinitiatief groeide het uit tot een wereldwijd fenomeen met ook marsen in Amsterdam en Den Haag. Maar mij deed het vooral denken aan Ieder1. Dat was een initiatief dat ook met de beste bedoelingen was opgezet, maar al snel werd gekaapt door andere belangen. Het werd voornamelijk gebruikt om de groep activisten die met hun compromisloze houding de denkruimte hadden gecreëerd om dit soort manifestaties te organiseren, in een verdomhoekje te stoppen. De organisatie van Ieder1 werd neergezet als de positieve tegenhanger van de activisten die als ondankbaar, destructief en irrationeel werden afgeschilderd. Net als hoe de Women’s March nu tegenover de Black Lives Matter-manifestaties wordt geplaatst. Ieder1 werd bovendien door politieke partijen gekaapt terwijl er nadrukkelijk was opgeroepen de tocht niet te politiseren. Maar Asscher en Klaver hebben Ieder1 allebei gebruikt als pr-moment. Asscher gebruikte een fragment uit de mars waar hij zijn arm om Kiza Magendane had in het filmpje waarin hij zich kandidaat stelde voor het lijsttrekkerschap van de PvdA. Dat dezelfde Magendane later moest concluderen dat de eerste zwarte persoon op de PvdA-lijst op plaats 35 staat, is tekenend voor links Nederland. Over het moslimuitroeidebat zei de nieuwe door Klaver aangetrokken ideologische hoeder van GroenLinks Zihni Özdil dat het fascistisch is om mensen die voor de uitroeiing van anderen pleiten geen podium te bieden. Handelen naar het idee dat iemands bestaansrecht geen voer voor discussie zou mogen zijn, lijkt mij geen fascisme.
Quinsy Gario in De ruggengraat van Rutte, Klaver, Asscher en Simons (Oneworld)