Schijnmanoeuvres in het bijstandsbeleid om conclusies van toeslagenschandaal te omzeilen
Na de notitie van minister Schouten over wijzigingen in de Participatiewet kondigt de regering nieuwe maatregelen aan met als doelstelling dat men wil uitgaan van het vertrouwen in de mensen, dat mensen het goede willen doen en dat er meer maatwerk moet komen en niet een rigide uitvoeringspraktijk waarin voorbij wordt gegaan aan de persoonlijke omstandigheden. Dat schrijven de ministers Schouten en Van Gennip in een brief aan de Tweede Kamer.
Met mijn kritiek op de hervormingsplannen van de Participatiewet maakte ik duidelijk dat in werkelijkheid de maatregelen al staand beleid zijn in jurisprudentie, of slechts in schijn een verandering betekenen en dat de argumenten met een beroep op vertrouwen in de burger en maatwerk niet waar worden gemaakt, of verzanden in vage aanwijzingen voor de uitvoeringspraktijk. In werkelijkheid wordt de Participatiewet juist strenger en geraffineerder.
Die kritiek is ook van toepassing op de nieuwe maatregelen. Alles wordt strenger of is als maatregel vooral een schijnvertoning. Eerste maatregel: het kabinet gaat voortaan “soepeler” om met mogelijk onterecht verkregen uitkeringen. Volgens nieuw aangekondigde regels hoeven ontvangers van de AOW, WW of bijstand de uitkeringen na vijf jaar niet meer terug te betalen als deze te hoog of onterecht waren uitgekeerd, terwijl de termijn voorheen twintig jaar was. Er wordt een heel betoog opgehangen over waarom dit een rechtvaardige maatregel is. Maar in de eerste plaats komen terugvorderingen van vele jaren terug weinig voor. In de tweede plaats betaalt in geval van samenlevingsfraude waarbij bijvoorbeeld 50.000 euro wordt teruggevorderd, bijna niemand van de aangeklaagden dat bedrag terug. Het gevolg is dat dergelijke vorderingen vaak als “oninbaar” worden afgeboekt. Bovendien lijkt het erop dat de maatregel voornamelijk is genomen om de uitvoering te ontlasten (lees: erop bezuinigen), omdat dergelijke terugvorderingszaken zeer arbeidsintensief zijn en veel menskracht vergen. Die termijn van vijf jaar is dus een beetje een schijnmaatregel die aan de praktijk weinig verandert.
Stopzetten van uitkering wordt makkelijker
Tegelijkertijd worden maatregelen genomen die alles strenger maken. Het is nu al gemakkelijk voor de uitkeringsinstantie om een uitkering stop te zetten of op te schorten, wanneer contact met de betrokkene moeizaam verloopt, maar dat wordt nog makkelijker. De brief kondigt aan dat uitkeringsinstanties een uitkering makkelijker kunnen stopzetten als het niet lukt om de ontvanger te contacteren. Contact kan nodig zijn om te checken of de ontvanger het geld wel moet krijgen. Als je bijstand krijgt, bijvoorbeeld, mag je niet te lang in het buitenland zitten. Maar als uitkeringsinstanties je steeds maar niet kunnen bereiken op je Nederlandse adres, dan mogen zij nu de uitkering niet stopzetten zonder hard bewijs dat je in het buitenland bent. In de toekomst voldoet een langdurig gebrek aan contact. In de praktijk wordt door uitvoeringsinstanties nu al misbruik gemaakt van deze mogelijkheid om de uitkering op te schorten, bijvoorbeeld door alleen een of twee brieven te sturen en bij geen antwoord meteen de maatregel te nemen, zonder nader onderzoek naar wat er aan de hand is. En dus zonder maatwerk en in acht nemen van persoonlijke omstandigheden. Nogmaals: dit wordt nu nog eenvoudiger voor de uitkeringsinstanties.
Media trappen in beeldvorming van regering
In mijn kritiek op de plannen van minister Schouten met de Participatiewet schreef ik dat de media trappen in de beeldvorming die de regering oproept. Over de recente maatregelen schrijft NRC Handelsblad: “Het kabinet werkt al langer aan een soepeler sociaal-economisch beleid, mede in reactie op de toeslagenaffaire, waar de vorige regering over is gevallen”. Kritische bestudering van de maatregelen die nu aangekondigd zijn, moet echter tot de conclusie leiden dat helemaal niet gewerkt wordt aan een “soepeler” sociaal-economisch beleid. De regering (en de ambtenaren van de ministeries) blijven voortgaan op de oude weg en voeren schijnmanoeuvres uit om de conclusies van het toeslagenschandaal te omzeilen.
Piet van der Lende
(Dit artikel verscheen eerder bij Grenzeloos.)
Het artikel is onduidelijk en in mijn herinnering was de verjaringstermijn al 5 jaar:
https://www.bijstandsblues.nl/bijstandsuitkering-terugbetalen/
Er worden twee regels doorelkaar gehaald. De gemeente kan tot 5 jaar terug in het terugvorderen. Dus mocht je in 2018 een erfenis hebben gehad en deze niet gemeld, dan kan ze deze terugvorderen. De terugbetaaltermijn is nu 20 jaar (in de toekomst dus), dus in plaats van terug te betalen tot 2042 wordt dat nu 2027.
“In de praktijk wordt door uitvoeringsinstanties nu al misbruik gemaakt van deze mogelijkheid om de uitkering op te schorten, bijvoorbeeld door alleen een of twee brieven te sturen en bij geen antwoord meteen de maatregel te nemen, zonder nader onderzoek naar wat er aan de hand is.”
Dat is de verzendtheorie; dat geldt bij alle overheidsinstanties. Voor de burger geldt de ontvangsttheorie. Als een overheidsinstantie een brief verstuurd, is het voldoende aan te tonen, dat ze de brief verzonden hebben. Als bijstandsontvanger geef je je vakantie door, dus mochten ze je per ongeluk een keer oproepen, terwijl je op vakantie bent, dan kun je aantonen, waarom je de brief te laat gelezen hebt.