Schiphol-schoonmakers hebben er schoon genoeg van

Actie in CSU-kantoor
Klein van stuk, groots in verschijning stapt Judy Lock op een meegebrachte, als zeepkist dienende toiletpot. Het is 16:00 uur, 16 maart 2009. Locatie: voor de deur van het hoofdkantoor van de Schiphol Group. Aanwezig: 300 boze leden van de vakbond van schoonmakers, FNV Bondgenoten. Judy, de voorzitter van de kadergroep, neemt de megafoon ter hand.

“We willen gewoon waar we recht op hebben! Recht en waardering! Recht voor het werk en waardering als mens! Wij geven Schiphol glans. En dat mogen ze wel eens gaan belonen! Wij gaan niet eeuwig wachten. Het is niet veel wat we vragen. Gewoon ons recht. En als je het respect niet krijgt, dan ga je het halen! En voor Schiphol en onze werkgevers: de volgende stap is dat ze eens een keer gaan zien wat er gebeurt, als er helemaal niet schoongemaakt wordt!”

In de schoonmaak op luchthaven Schiphol zijn de rollen volledig omgedraaid. Het zijn de bazen die bang zijn voor hun eigen schoonmakers. De controle zijn ze kwijt, de wanhoop nabij. Op 24 maart zaten de vijf bazen van Asito, GOM, CSU, HAGO en EW naast elkaar bij een kort geding dat ze hadden aangespannen tegen de aangekondigde staking van de vakbond van schoonmakers. Nooit hadden de bij het kort geding aanwezige schoonmakers zich zo belangrijk gevoeld als in de woorden van hun eigen directeuren.

Zielig

Volgens de advocaat van de bazen betekende staken nog net niet het einde van de wereld, maar in geval van een staking zou Schiphol “stil komen staan” en “de infrastructuur worden uitgeschakeld”. De vertegenwoordiger van de vliegtuigschoonmaak van Asito maakte het wel heel bont met zijn “mondiale consequenties” als vliegtuigen niet schoongemaakt zouden worden. De bazen vertelden over de boetes die Schiphol hen zou opleggen, over de consequenties voor de reizigers en de veiligheid. Het was een zielig verhaal in een strak pak. Het kort geding was hun laatste strohalm, maar daar ging wel het een en ander aan vooraf.

Op Schiphol vindt momenteel een contractwisseling plaats. De Schiphol Group, de onderneming die de scepter zwaait over de luchthaven, heeft de schoonmaak opnieuw uitbesteed. Nieuwe bedrijven komen er in, al aanwezige bedrijven verliezen alles of winnen een beetje terrein of nemen andere taken over. Het moet weer goedkoper. Bedrijven kwartetten onderling met werknemers. Er is onzekerheid bij die werknemers, verlies van werkgelegenheid, nieuwe uniformen, taken en soms locaties buiten Schiphol. Het is de gebruikelijke dynamiek in de schoonmaak, waarbij bedrijven elkaar en vooral de schoonmakers door concurrentie de vernieling in helpen.

De georganiseerde schoonmakers eisen dat het allemaal op een eerlijke en respectvolle manier verloopt, met behoud van rechten, taak en werkgelegenheid, ook voor uitzendkrachten die 9 maanden of langer op Schiphol werken. Daar komen nog enkele eisen bij: volledige reiskosten, schone kantines, behoud van pauzetijden, vakbondsfaciliteiten en een oplossing voor een geschil over de eindejaarsuitkering uit de vorige cao.

Organizing

De verantwoordelijkheid van Schiphol als opdrachtgever is belangrijk in dit geheel. Die onderneming moet betere contracten afsluiten met de schoonmaakbedrijven. Bovendien heeft Schiphol als opdrachtgever macht en kan men de schoonmaakbedrijven in beweging brengen. Daarom klopte enkele maanden geleden een eerste delegatie van schoonmakers aan bij Jos Nijhuis, de nieuwe Schiphol-directeur. Ook hij kreeg hun eisen gepresenteerd en de vraag of hij hun ‘vriend’ wilde worden. Ondertussen waren de leiders onder de schoonmakers samen met de organizers van FNV Bondgenoten druk in de weer om de organisatiegraad te verhogen. De kantines, rookplekken, en huizen van schoonmakers werden vaak bezocht, de kadergroep uitgebreid en de organizing-methode uitgerold. Inmiddels zijn er van de circa duizend Schiphol-schoonmakers ruim 500 lid van de bond.

Maar op Schiphol weten ze het: lid zijn is niet genoeg. Op 26 februari demonstreerden meer dan 120 schoonmakers op Schiphol Plaza voor hun eisen, een geslaagde test van de mobilisatiemogelijkheden. Op 16 maart, om 11:00 uur, ging opnieuw een kleine delegatie naar directeur Nijhuis om te horen of hij daadwerkelijk een ‘vriend’ wilde zijn van de schoonmakers. Dat er om 16:00 uur diezelfde dag 300 boze schoonmakers 2 uur het werk onderbraken en voor zijn kantoor stonden, laat zien dat zijn ‘vriendschap‘ uitbleef. Toch werkten de strategie, de acties, de daarop volgende ‘driekwartsvergadering’ en het ultimatum aan de werkgevers. Ze zorgden ervoor dat de Schiphol Group de druk op de schoonmaakbazen verhoogden. Bij de driekwartsvergadering, waar driekwart van de aanwezigen voor een staking moet stemmen, werd unaniem vóór gestemd. Het gejank van de bazen over boetes tijdens het kort geding op 24 maart was het resultaat.

Staken

Voor het kort geding kwam er nog een halfslachtig bod van de werkgevers. Het was niet genoeg. Per sms ontving ieder lid een oproep tot staken op 25 maart. In paniek haastten sommige directeuren zich de kantines in, een uitzonderlijke aanwezigheid. Bij Asito werden ze verjaagd, “ga maar met de FNV-bestuurder praten, wij gaan staken”. De HAGO-directeur verkocht leugens over de bond, zwaaide boos met een cao-boekje en legde uit dat staken niet goed zou zijn voor het bedrijf. Bij Gom nam de directie niet eens de moeite om te komen.

Door het vonnis in het kort geding moest er vóór 30 maart 12:00 uur opnieuw onderhandeld worden en daarmee was de staking voorlopig uitgesteld. Maar de werkgevers kwamen niet over de brug. Dus werd er op 31 maart en 1 april gestaakt. De bazen huurden direct andere schoonmakers in, wat wettelijk verboden is. De stakers gingen de invallers flink voor de voeten lopen. Schoonmaakkarretjes werden geblokkeerd. Pas uren later, nadat de marechaussee eraan te pas was gekomen, konden de stakingsbrekers echt aan de slag. 

Het Schiphol Plaza vervuilde langzaam. Stakers konden toezien hoe hun voormannen zelf eens aan de bak moesten. Kijk ze eens zweten, werd er gelachen. Het management beende ook rond op het Plaza. Ze dreigden stakers hun vakantiedagen af te nemen. Regelmatig liepen de stakers met z’n allen het Plaza rond, om herrie te maken en hun eisen kracht bij te zetten. Op de tweede stakingsdag gingen vier bussen stakers langs bij de schoonmaakbedrijven CSU en Asito. Die lagen het meest dwars bij de onderhandelingen. Binnenkomen was makkelijk. Want er is geen gebouw bij Schiphol of er is wel een schoonmaker met een sleutelkaart. Binnen werd lawaai gemaakt. En werden de directies ter verantwoording geroepen.

De schoonmakers straalden onverzettelijkheid uit. Na de staking kregen de bazen twee dagen om de juiste beslissing te nemen. Daarna zouden de acties weer hervat worden. Want de schoonmakers hadden er genoeg van. De rollen zijn omgedraaid. We zullen zien wat er gebeurt als er helemaal niet wordt schoongemaakt. Om met Judy te spreken: “Als je recht en waardering niet krijgt, dan ga je het halen!”

Voor meer informatie over het arbeidsconflict zie:
Schoon Genoeg-website en Betere Toekomst-website.

Willem Dekker

Dit artikel is deels eerder verschenen in het webzine Solidariteit.