Schoonmakers naar de universiteit
Wat nu? Hebben de schoonmakers de staking gewonnen en hebben ze nu geld om te studeren? Nee, zover is het helaas nog niet. Toch stroomden tweeduizend schoonmakers gisteren de Universiteit Utrecht (UU) op de Uithof binnen. Samen met de Kritische Studenten Utrecht (KSU) bezetten ze de universiteit, een grote opdrachtgever van schoonmaakbedrijven. Helaas knijpt ook de UU het budget voor schoonmaak af en willen de schoonmaakbazen hierdoor niet zelf minder geld beuren, maar de schoonmakers ervoor op laten draaien. Die zijn dat echter bepaald niet van plan!
Een paar Doorbraak-activisten waren er bij. Het begon samen met de schoonmakers in de bus. De bezetting was uitgelekt en de politie blokkeerde de ingang die we hadden willen nemen, toen we om half elf aankwamen. Even leek er grote teleurstelling te ontstaan. Maar via andere ingangen kwamen honderden schoonmakers toch binnen. Hieronder lees je de reacties daarop van verbaasde studenten.
Helaas zaten we toen slechts in een soort bijgebouw. Ondertussen vingen we ook op dat de politie bussen met schoonmakers uit het hele land tegenhield rond Utrecht. Uiteindelijk kwamen we toch met ons allen in het hoofdgebouw. De studenten van KSU kennen er ieder gangetje, beter dan de politie die eerder trappenhuizen afsloot waar we doorheen wilden. In een heel lange rij glipten we heel stil door allerlei gangen en deuren naar boven, waarbij telkens elke deur werd opgehouden door een grijnzende schoonmaker of student. “Snel snel, stil stil”, werd er bij gezegd.
Toen kwamen we in het andere gebouw aan, en veroverden we daar de deuren. De politie stond machteloos. Kennelijk zijn de bussen rond Utrecht uiteindelijk toch doorgelaten, want er stroomden nog eens honderden schoonmakers naar binnen. Vastberaden, maar zonder echt gevecht met de politie namen we zo de controle over het universiteitsgebouw met collegezalen. Na enig acclimatiseren kwam de FNV met koffie en thee, en later met een lunch. Een podium werd opgebouwd voor sprekers en voor zangers van het schoonmaaklied.
Er werd gezegd dat de strijd van de schoonmakers zeer belangrijk is voor de hele strijd tegen de nul-lijn van Bernard Wientjes, de baas der bazen. Als de schoonmakers winnen, dan geeft dat andere sectoren, zoals de leraren die ook in actie zijn gekomen, hoop dat er wat te bereiken valt. Als je maar volhoudt. Een docent van de UU zei: “Jullie zijn hier niet te gast. Jullie zijn onderdeel van de universiteit. Jullie kinderen gaan hier naar school. Zonder jullie schoonmaakwerk kan de universiteit niet draaien. Jullie horen hier net zo goed als de docenten, medewerkers en studenten.” De bezetting van de toegangsdeuren door schoonmakers en studenten leidde tot afwisselende spreekkoren voor de schoonmakers en voor behoud van de basisbeurs voor studenten. Iedereen schreeuwde elkaars leuzen mee: “Handen af van de basisbeurs”, “Wat willen we? Respect! Wanneer willen we het? Nu!” en “Nooit, nooit, nooit meer onzichtbaar!”. In een collegezaal werd gedanst en polonaise gelopen door uitgelaten schoonmakers.
In een collegezaal volgden 150 schoonmakers colleges over hoe samen te strijden, over duurzame en sociale economie en over migratie. Willem Bos van SAP/Grenzeloos zette de oorzaken van de crisis uiteen. Maina van der Zwan van de IS vertelde dat er geld genoeg is bij de rijken en dat bezuinigingen op de onderkant van de samenleving niet nodig zijn. Samen de strijd aangaan met de leraren in actie zou een goed begin zijn. Jeroen Breekveldt van Doorbraak gaf aan dat samen strijden betekent dat we ons niet tegen elkaar moeten laten uitspelen. “De politiek zegt dat het je eigen schuld is als je arm bent, als je werkloos bent. Na de vorige sprekers weten we wel beter. Toch probeert bijvoorbeeld minister Kamp werklozen als lui neer te zetten en hij hoopt dat veel mensen werklozen de schuld gaan geven van de economische malaise. Werklozen worden nu in steeds meer gemeenten verplicht te werk gesteld, maar zonder loon. Ze moeten werken, maar alleen voor een uitkering. Ook schoonmaakwerk. Dat gaat schoonmakers banen kosten. Straks worden sommigen van jullie werkloos en als je dan in de bijstand komt, dan kun je weer aan de slag als schoonmaker, alleen nu zonder loon!” Ron Buijs van de Vrije Bond begon met lovende woorden over de staking en stakers, en ging verder door te zeggen dat solidariteit tussen de verschillende groepen die ontzettend veel last hebben van de crisis belangrijk is. Ten tijde van een crisis krijgen juist deze mensen, die aan de onderkant van de samenleving bungelen, te maken met bezuinigingen en nationalistische retoriek. Hij wees op de acties van de Somalische vluchtelingen in Ter Apel en hoe belangrijk het steunen van dit soort initiatieven is.
De zaal brandde los en riep na iedere spreker: “Actie! Actie! Actie!” Ook schoonmakers kwamen naar voren. Die benadrukten allemaal dat het belangrijk was om samen te strijden en samen te staken. “Heel Nederland plat!” “Hoe kunnen we de schoonmakers erbij betrekken die op uitzendbasis werken?”, werd er geroepen. De laatste man die het woord nam: “Van mijn buurvrouw heb ik geleerd: nooit opgeven. En nooit akkoord gaan met de werkgevers. Zij moeten akkoord gaan met jou!” Op TV Utrecht zei een schoonmaker: “De bazen houden de poot stijf, nou, dan houden wij twee poten stijf! We zijn het zat!”
De schoonmakersstaking is alweer de achtste week ingegaan. We moeten er harder tegen aan, meldt de Schoonmakersvakbond van de FNV. “Daarom bezetten we nu dit gebouw. We blijven hier, ook ’s nachts. Dinsdag vertrekken we na de lunch voor een manifestatie op het universiteitsterrein.” En dan weer op naar de volgende grote actie in de negende week van de staking.
Jeroen Breekveldt
Mariët van Bommel
“Hier kunnen studenten nog wat van leren”
De studente en Doorbraak-activiste Shirley de Vet vertelt hoe de actie overkwam bij
studenten.
Toen ik aankwam bij de universiteit, bleken alle ingangen te zijn afgesloten, op een na, bij de boekwinkel, de Study Store. Alle studenten moesten omlopen om via die ingang naar binnen te gaan. Dat kon niet iedereen waarderen, maar op zich viel wat gezeur daarover wel te verwachten. Toen ik bij mijn lokaal aankwam, bleek dat inmiddels een van de andere ingangen weer open was, althans alleen voor studenten, die een voor een werden binnengelaten. Een vriendin kwam wat later, en zij hoorde dat de beveiliging bij de deur duidelijke instructies kreeg: “Alleen studenten binnenlaten, die schoonmakers mogen er niet in.”
Voordat mijn college begon, kwam er een gigantische groep schoonmakers langs. Die hadden waarschijnlijk nog een ingang gevonden die wél open was. Ik stond toen bij een groep medestudenten, en hun reacties waren redelijk positief. Iedereen was verbaasd over de grote hoeveelheid schoonmakers. Wij schatten dat de groep die toen voorbij kwam, uit zeker 500 schoonmakers bestond. Sommige studenten vroegen zich af waarom ze nu perse op de universiteit moesten actievoeren. Ze vonden dat ze beter ergens in Den Haag konden gaan staan. Ik heb toen uitgelegd dat ze al wekenlang actievoeren, dus ook op meerdere plekken. En dat ze nu op de universiteit waren omdat dit een grote opdrachtgever is. Daarna hadden ze wel wat meer begrip. Vooral over de grootte van de groep schoonmakers was iedereen dus verrast. Ik heb opmerkingen voorbij horen komen als: “Er komt geen einde aan!”, “Hier kunnen studenten nog wat van leren”, en: “Waren er ook maar zoveel studenten die actie willen voeren”.
Een studente vond het vooral leuk dat met name “buitenlanders”, zoals ze de schoonmakers gemakshalve maar noemde, meededen. Ze vond het leuk dat ze zich niet lieten tegenhouden door taalbarrières en dergelijke. Een andere reactie was: “Zo, nu zie je pas goed welke mensen aan de onderkant van de samenleving staan.”
Helaas (en natuurlijk) zijn er ook altijd studenten die zich negatief uitlaten. Naast wat gezeur over de deuren die waren afgesloten, vond een meisje het “super zielig voor de kinderen die moesten meelopen”. Ook beweerde de nogal wereldvreemde studente: “Ze voeren nu actie in een universiteit, maar als ze nou eerder naar een universiteit waren gegaan (om te studeren), dan had dat helemaal niet gehoeven.” En verder: “Ik vind het serieus wel eng worden nu, hoor.” In de collegezaal hoorde ik ook nog wat gemopper om de gesloten deuren, en verder vond een aantal studenten dat de schoonmakers maar gewoon ander werk moesten zoeken, en ‘ons’ er niet mee lastig moesten vallen. De docent die het hoorcollege gaf, heeft over de actie met geen woord gerept. De negatieve reacties kwamen gelukkig van een beperkt aantal mensen. Naar mijn idee was het overgrote deel wel positief over de actie.
Shirley de Vet