Sluimerfascisten en krochtopportunisten

NSC-minister Judith Uitermark is een fascist, want ze voert het fascistische PVV-beleid uit.

“Deze week werd hevig gedebatteerd over noodwetgeving om de asielstroom te beperken. Informateur Richard van Zwol was nauw betrokken bij dit plan, al was toen al duidelijk dat de Raad van State – waar hij lid van is – later over deze kwestie zou adviseren”, aldus een tweet van Follow The Money over een artikel op hun website. Jarenlang leek het erop dat ons openbaar bestuur vol zat met democraten. Maar nu er een extreem-rechtse wind waait, komen de opportunisten en fascisten uit de krochten naar boven. En dat heeft resultaat.

Schoolvoorbeeld hiervoor is Richard van Zwol. Van Zwol is een voormalig topambtenaar met een enorme staat van dienst, onder meer als directeur, secretaris-generaal, secretaris van informateurs, en meest recent als Staatsraad bij de Raad van State.

Zijn rechtse inborst is geen complete verrassing. Als voorzitter van de Staatscommissie 2050 adviseerde hij dat bevolkingsgroei beperkt moest worden om “brede welvaart” mogelijk te maken. Daarvoor zou migratie beperkt moeten worden.

Dat is een perfect voorbeeld van de zondebokpolitiek: in plaats van economische hervormingen aan te raden waardoor brede welvaart ook mogelijk is met een snellere bevolkingsgroei, wordt gekeken naar het terugbrengen van bevolkingsgroei.

Het is dan ook geen wonder dat juist Van Zwol werd aangewezen als informateur van het kabinet-Wilders I. Hij combineert de status en invloed van een Staatsraad met de eugenetische politiek van extreem-rechts. De perfecte man om Wilders in het zadel te helpen.

“Van Zwol heeft zijn strepen in Den Haag lang en breed verdiend”, schrijft De Volkskrant. Precies dit maakt sluimerfascisten als Van Zwol zo gevaarlijk. Hun reputatie legitimeert een extreem-rechtse regering in de ogen van media en politiek.

Andere sluimerfascisten brengen niet alleen legitimiteit mee, maar ook hun ambtelijke netwerk en kennis. Koning in deze categorie is Dick Schoof, voormalig hoofd van de AIVD en NCTV, en directeur van de IND. En nu premier van een extreem-rechts kabinet.

Het is onbekend hoe de onderhandelingen over het regeerakkoord precies zijn gegaan, maar we weten dat alle diensten die Schoof heeft geleid in hun handjes mogen knijpen. Het regeerakkoord staat bol van bevoegdheidsuitbreidingen voor deze diensten.

Zo krijgen de NCTV, de AIVD en de MIVD in ieder geval meer middelen, maar wordt ook het wettelijk kader “herzien”. Daarbij krijgen ze meer surveillancebevoegdheden, waardoor de geheime diensten nog meer macht in handen krijgen. En waardoor ze nog minder te controleren zijn.

Ook de IND krijgt het makkelijker. De bewijslast wordt zoveel mogelijk bij de vluchteling gelegd, die vervolgens geen recht meer heeft op juridische bijstand. Ook mag de IND haar ambtsberichten en werkwijzen geheim houden. Ook hoeven ze geen dwangsommen meer te betalen.

Dit leest als een wensenlijstje van een IND-directeur die over zijn graf regeert. Iemand die gefrustreerd was met de mate waarin hij in het verleden is ingeperkt. Iemand die in het verleden te vaak op zijn vingers is getikt.

Schoof is niet alleen een sluimerfascist, maar ook een opportunist uit de staatskrochten. Voor zover wij weten heeft hij geen ideologie: hij vindt gewoon dat zijn staatsapparaat zo machtig mogelijk moet zijn. En hij is bereid om daarvoor een extreem-rechts deuntje te neuriën.

Naast aanzien en invloed brengt Schoof zelf ook iets mee: macht. Hij weet hoe de hazen lopen, hij weet wie er aan de knoppen zitten. Hij maakt dat een PVV-regering die uitgebreide staatsmacht ook effectief in kan zetten. In ruil voor die invloed en kennis mag hij macht delen.

Dan is er nog een derde vorm van krochtenopportunist: de zogenaamde ‘rechtsstaathoeders’, zoals NSC-minister Judith Uitermark. Het zijn de mensen die ongemakkelijk lijken om met extreem-rechts samen te werken, maar toch de ministerposten accepteren.

Deze ‘rechtsstaathoeders’ doen in gevaar niet onder voor de Van Zwols en de Schoof-achtigen van deze wereld. Door hun stempel op een extreem-rechts kabinet te zetten, sussen ze mensen in slaap. Alsof het niet mis kan gaan als zij meekijken.

Sommigen zullen aarzelen om Uitermark een fascist te noemen, maar daar heb ik geen moeite mee. Juist haar “rechtsstatelijke inborst” als oud-rechter maakt haar gevaarlijk. En vergis je niet: ook zij moet als minister PVV-beleid gaan uitvoeren. Ook zij morrelt aan de democratie.

Ook zij is een van de machtigste mensen in Nederland geworden door in zee te gaan met de PVV. Dat haar partij daar ongemakkelijk over lijkt te zijn, maakt dat niet plotseling sympathiek. Dus ja, óók Uitermark en haar NSC-trawanten zijn opportunistische sluimerfascisten.

Dit zijn slechts een paar voorbeelden, maar in de komende maanden en jaren zullen zich nog veel meer sluimerfascisten ontpoppen. Opportunisten voelen hoe de wind waait. Ze verlaten het schip, nu de democratische rechtsstaat haar populariteit verliest.

Want als allerlei topambtenaren, rechters en andere hoogwaardigheidsbekleders nu al bereid zijn om de overstap te maken, hoevelen wachten er dan nog op onbekende plekken? Hoeveel fascisten sluimeren nog, wachtend op hun moment? Het belooft in ieder geval niet veel goeds.

En een verhaal over de gevaren van sluimerfascisten is niet compleet zonder de sluimerfascisten te noemen die de nazi-machtsgreep mogelijk hebben gemaakt. Want het waren niet alleen nazi’s die deelden in de macht van Hitler.

Konstantin von Neurath was minister van Buitenlandse Zaken onder de kabinetten-Von Papen en Von Schleicher in 1932, en in het kabinet-Hitler van 1933 tot 1938. Zijn ministerschap gaf het Hitler-regime en haar buitenlandbeleid een schijn van legitimiteit.

Uiteindelijk werd hij ook Reichsprotector (gouverneur) van bezet Tsjechoslowakije. Onder zijn verantwoordelijkheid kon het schrikbewind van Reinhard Heydrich plaatsvinden. Aan het eind van de oorlog werd hij veroordeeld in Neurenberg voor oorlogsmisdrijven.

Eenzelfde carrièrepad had Franz Gürtner, minister van Justitie. Hoewel hij aanvankelijk ongemakkelijk was in zijn rol, heeft hij veel gedaan om de macht van Hitler juridisch te centraliseren en te vergroten. Uiteindelijk verloor hij zijn macht aan de SS.

Richting 1941 was hij de grote kracht achter de nazificering van het gerechtelijk apparaat. Onder zijn druk werden rechters ontslagen die “de wil van de Führer’ niet erkende als een rechtsbron, sterker dan de geschreven wet. Zijn ministerschap eindigde in 1941 met zijn dood.

Maar het waren niet alleen ministers. Ook minder bekende figuren speelden hun rol. Friedrich Kritzinger was een staatssecretaris in de Kanselarij (een van de kantoren van Hitler), een positie die hij alleen kon verkrijgen door NSDAP-lid te worden.

Kritzinger zou uiteindelijk aansluiten bij de Wannseeconferentie, waar de moord op de Joodse bevolking werd besproken en gecoördineerd.

Een extreem-rechtse machtsgreep kan niet alleen plaatsvinden op basis van partijideologen. Het vereist de medewerking van collaborateurs die bereid zijn om met de wind mee te waaien, die de legitimiteit van de oude staat overbrengen naar de nieuwe.

En collaborateurs die hun kennis en kunde gebruiken zodat een nieuwe fascistische heilstaat überhaupt gebouwd kan worden. Mensen die hun ziel ruilen voor macht. En daar gaan we de komende tijd grondig kennis mee maken.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)