De Snotwin: je kind als drogreden
Dames en heren, ik introduceer de SNOTWIN! De meest kleffe en emotioneel manipulatieve onder de drogredenen. U kunt hem kennen van feestjes, waar hij veelvuldig voorkomt in discussies over seks of de toekomst. Ook bent u hem vast tegengekomen als u ooit heeft geprobeerd om taboes als pedofilie en in sommige kringen zelfs homofilie (“hoe leg ik dat uit aan mijn kinderen?”) bespreekbaar te maken. Als u wel eens een lans heeft geprobeerd te breken voor de rechten van misdadigers als Benno A., B. of C. En nu is ie dan ook tot in den treurige treuren te vinden in het Zwarte Piet-debat. Waar Hitler niet werkt om iemand de mond te snoeren, hebben we altijd nog babybilletjes. Even wat Zwitsal in de discussie injecteren, wat argumenten bepoederen en lekker strak in de luren leggen. Zeker zelf geen kinderen, hè? Dat dachten we al! Eigenlijk heb je dan geen recht van spreken meer, impliceert de Snotwin. Degenen die deze welriekende drogreden gebruiken daarentegen natuurlijk wel. Die hebben het gelijk aan hun kant, want zij hebben wel kinderen of dènken aan de kinderen. Die zijn nu voor eeuwig moreel superieur door de zalvende introductie van dit symbool van onschuld. Wie het heilige begrip kind in de discussie introduceert, is fatsoenlijk en heeft altijd het recht aan zijn zijde. Wat ie verder ook te melden heeft over de inhoud. “Je kunt met mij alles bespreken”, roept hij strijdbaar, “maar van kinderen blijf je af!” En hop! De discussie is dichtgesmeerd met suikergoed. Het debat is gesloten en dat is precies de functie van een drogreden. Het debat op een zijspoor brengen, zodat er niet meer over de inhoud gesproken hoeft te worden. Je kunt je op deze manier aan de discussie onttrekken en toch een schijn van integriteit en het gelijk creëren. Ook op Twitter zie ik de Snotwin veelvuldig voorbij komen. Ik hoor veel verontwaardigde stemmen roepen “hoe het toch zover heeft kunnen komen met ons land, dit allemaal over een KINDERfeest”. Hiermee plaatst twitteraar zichzelf boven de strijdende partijen. Hij of zij zou het allemaal nooit zo hebben aangepakt. Hij of zij heeft compassie voor de kinderen. Maar welke kinderen? Zwarte kinderen? Witte kinderen? Minder, minder, minder Marokkaanse kinderen? Is er net zoveel liefde en begrip voor kindsoldaten in Oeganda ? Voor kinderen van vluchtelingen die terug moeten naar hun eigen land ? Of geldt de liefde niet voor alle kinderen?
Stella Bergsma in De Snotwin: je kind als drogreden (Joop)