SP: de laatste vlaggetjes verdwijnen van de zinkende modderschuit
De afgelopen weken waren de politieke meningsverschillen binnen de SP weer volop in het nieuws. Niet iedereen in de eigen gelederen bleek blij met de behoefte van de partijleiding om per se de kapitalistische BV Nederland, met al z’n structureel racistisch en patriarchaal geweld, mee te besturen. Ook het angstvallig vasthouden aan de enige doelgroep die ze menen te kennen, het witte, meest reactionaire deel van de arbeidersklasse, is problematisch. Evenals het gebleken onvermogen om echt te profiteren van alle bestaande maatschappelijke onvrede over neo-liberalisme, de ecologische crisis, het racisme en de opkomst van het openlijke fascisme. In de loop der jaren zijn veel leden die hebben gepleit voor veranderingen, één voor één afgehaakt. En onlangs werden enkele volhouders door de partijleiding bestempeld tot “zolderkamercommunist” en afgevoerd van de ledenlijst. Ook jongerenafdeling Rood moest het bekopen.
Vanuit de radicaal-linkse beweging is ook altijd flink kritiek geleverd op de partij. Vanuit Doorbraak en andere organisaties hebben we daar ook aan bijgedragen. Tegelijk hebben we ook regelmatig goed samengewerkt met SP-ers en zijn er altijd SP-ers lid geweest van Doorbraak.
Intellectuelen
Begin jaren 90 maakte ik deel uit van De Invalshoek, een in eerste instantie snel groeiende radicaal-linkse organisatie die van zich deed spreken in Leiden. We hadden af en toe fikse discussies met het toen kersverse GroenLinks dat in het college zat. Ze leken niet te willen begrijpen dat we daadwerkelijk van een andere linkse stroming waren (autonoom/anarchistisch/anti-imperialistisch), en niet een stel jongeren die hun wilde haren nog wel zouden kwijtraken. Een GroenLinks-raadslid noemde zich zelfs een keer, na een door de politie uiteengeslagen Invalshoek-actie, grappend “de moeder van De Invalshoek”. Maar dat is een verhaal voor een ander artikel.
Ondertussen was de SP snel aan het groeien. Leiden was een van de eerste steden buiten Brabant waar de partij raadszetels in de wacht wist te slepen. We wisten niet veel van hen, maar hadden wel hun omstreden publicaties, zoals de reactionaire nota “Arbeidersvrouw en feminisme” (1980) en de racistische nota “Gastarbeid en kapitaal” (1983), in ons archief staan. De SP kwam een beetje over als een nationalistische en seksistische sekte, maar tegelijk wisten ze wel van organiseren, en richtten ze medische posten op voor arme mensen en verzetten ze zich heftig tegen bedrijven en gemeenten die bijvoorbeeld grond vervuilden. Toen ze ons uitnodigden voor een gesprek, twijfelden we geen moment: we waren nieuwsgierig naar wat ze aan het opbouwen waren.
Nadat we met z’n drieën aangeschoven waren aan een lange tafel, met aan de andere kant de twee SP-raadsleden en de lokale partijvoorzitter, kregen we te horen dat ze op zoek waren naar jonge intellectuelen voor hun partij. Het gesprek verliep best aardig. We deelden hun kritiek op het vruchteloze reformisme van GroenLinks, en op het gebrek aan concrete arbeidersstrijd in de buitenparlementaire beweging. Maar toen kwam het gesprek op racisme. Natuurlijk waren ze tegen racisme, zeiden ze. Maar wat als er racisme geconstateerd wordt in jullie eigen kring, vroegen we hen. “Dat komt niet voor bij ons”, antwoordden ze doodleuk, “want het past simpelweg niet bij het linkse ideeëngoed. Wij strijden samen als arbeiders, klaar…” Een absurde redenering – arbeider, links en dús geen racist – die even later terugkwam toen het over seksisme ging. Eind jaren 80, begin jaren 90, was er in de media en politiek veel aandacht, eigenlijk voor het eerst, voor seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen in huiselijke kring. Desgevraagd bleek dat geweld in SP-kringen sowieso niet voor te komen. Toen wij aangaven dat het toch echt in elke klasse voorkomt, gaven ze schoorvoetend toe dat dat inderdaad zo was. Maar dat ze het nooit tot politiek thema zouden maken, omdat dat slechts tot verdeeldheid in de klasse zou leiden. Kort nadat ons gesprek deze nare wending had genomen, sloten we het vriendelijk af en daarna hebben we nooit meer contact gehad met die generatie SP-ers.
De beweging uit, de partij in
We keken er dan ook erg van op toen halverwege de jaren negentig plots meer en meer bevriende activisten zich gingen aansluiten bij de SP. Wat hadden ze daar te zoeken? Ze bleken in veel gevallen gefrustreerd door de vrijblijvendheid in de actiebeweging, en door het gebrek aan organisatie en samenhangende visie dat daar heerste. Ze hadden behoefte aan meer structuur, aan een goed georganiseerde beweging. Ze wilden deel uitmaken van een brede massapartij die echt macht kon opbouwen. Een partij die de klassenstrijd serieus nam, wat in de actiebeweging zeker niet altijd het geval was. Wij vreesden dat ze teveel van hun politieke behoeften op de SP projecteerden. En het was in onze ogen natuurlijk een stap weg van revolutionaire politiek in de richting van, uiteindelijk, sociaal-democratie.
Ik denk dat deze golf van activisten de partij zeker iets naar links heeft geduwd, maar hun invloed bleef beperkt. In de 20, 25 jaar daarna zijn velen ook weer afgehaakt, een voor een, teleurgesteld in de onwrikbaarheid van de ideeën van de partijtop, met name als het gaat om het bestrijden van nationalisme en racisme. Hoe al degenen die tot op de dag van vandaag lid en actief binnen de partij zijn gebleven, de moed erin houden en blijven proberen om de partij meer aansluiting te doen vinden bij actiebewegingen, is me een raadsel. Bij sommigen is gewoon voelbaar dat ze het niet meer trekken. Ik heb er respect voor dat mensen zo doorzetten, maar vraag me ook af: wanneer accepteren jullie dat het zinloos is, nergens meer toe gaat leiden?
Overigens deelden we kritieken van de SP-gangers op de actiebeweging wel, en bleven we met De Invalshoek, en later De Fabel van de illegaal en Doorbraak, op verhoudingsgewijs kleine schaal proberen om bij te dragen aan een serieuze structuur en een samenhangende analyse en strategie voor de radicaal-linkse beweging, maar dan vanzelfsprekend van onderop.
Kritieken
In de loop der jaren hebben we veel kritiek geleverd op de SP, met name wanneer de partij weer eens pleitte voor een harder migratiebeheersingsbeleid. Wanneer men het asielrecht in Europa verder wilde afbreken en daarmee inging tegen de mensenrechten. Of pleitte voor deportaties en voor het harder straffen van berooide vluchtelingen. Wanneer men hetzte tegen een vermeende “Polen-tsunami”, of riep dat vluchtelingen die ten einde raad besluiten tot een hongerstaking, de overheid zouden chanteren – waarbij een SP-Kamerlid zich zelfs uitsprak voor dwangvoeding! Wanneer de partij riep dat “allochtonen” crimineler zouden zijn en pleitte voor een spreidingsbeleid op basis van etniciteit. Om maar niet te spreken van de voortrekkersrol die de partij halverwege de jaren nul speelde bij de enorme aanscherping van de inburgeringsplicht, waarbij men trouwens trots rond paradeerde met de racistische nota uit 1983.
Ook het nationalisme van de partij namen we onder vuur, zoals toen Jan Marijnissen een lans brak voor meer “vaderlandse geschiedenis” en het SP-tijdschrijft Spanning weigerde om een anti-nationalistisch artikel van de voormalige hoofdredacteur te plaatsen. Ook de rechtse anti-EU bagger van de partij bekritiseerden we, en we waren behoorlijk boos op de SP toen men in 2008 meedeed aan een ‘cordon sanitaire’ rond de landelijke anti-racisme demonstratie!
Dwangarbeid en Grijze Wolven
Toch konden we soms ook wel weer een eindje oplopen met de SP. Vaak was dat dan met individuen die een eigen niche in de partij gevonden leken te hebben, en die zich meer als linkse activist opstelden. In Leiden konden we het bij de strijd tegen dwangarbeid in de jaren tien goed vinden met een van de raadsleden, hoewel de partij in het college zat en dat uitbuitings- en disciplineringsproject verdedigde. In Amsterdam werd het comité Dwangarbeid Nee mede opgericht door een SP-raadslid, terwijl de wethouder die het dwangarbeidbeleid verder vorm gaf eveneens van de SP was. In Oss stelde de SP zelf een kritisch rapport op over dwangarbeid en in Zoetermeer streden we er samen met een SP-raadslid tegen. Uiteindelijk heeft de beweging tegen dwangarbeid, die mede door ons op gang is gebracht, geleid tot een SP-initiatiefwet, waarvan het mij nog steeds niet helemaal duidelijk is of ie nu al aangenomen is.
Ook onze Grijze Wolven-onderzoeken werden soms opgepakt door SP-volksvertegenwoordigers, in de Kamer en in gemeenteraden. Maar soms ging zo’n SP-raadslid even later net zo makkelijk weer in zee met wit extreem-rechts.
Zwarte Piet en BBB
Soms probeert de partij vrijblijvend iets te roepen met een zweem van anti-racisme. Zo koketteert de SP al jaren met Mandela, een communist die de gewapende strijd weigerde af te zweren. Twee feiten waarom men hem nu uit de partij zou gooien. Of misschien is het juist Mandela’s gebrek aan communistische inzet toen hij eenmaal aan de macht was, waar de SP zo warm voor loopt. En terwijl de partijleiding hun “zolderkamercommunisten” eruit gooit, mag een raadslid dat in full blackface aan een vergadering meedoet wel weer gewoon blijven. En waar heel politiek Nederland nu afschuw uitspreekt over het nazisme binnen het FvD, werd aan het begin van dit jaar nog een SP-raadslid uit de partij gegooid die dat toen al aankaartte. Ook riep de partij enige tijd terug de eigen partijleider Lilian Marijnissen uit tot de “Nederlandse AOC”. Compleet belachelijk natuurlijk, want de Amerikaanse Democrate Alexandria Ocasio-Cortez spreekt zich altijd onomwonden uit tegen racisme en migratiebeheersing.
Maar ondertussen werken we in Leiden alweer enige tijd fijn samen met een van de raadsleden van de SP in onze strijd tegen Zwarte Piet en voor opvang van ongedocumenteerde vluchtelingen en migranten. Er duiken altijd weer afdelingen en individuele leden op in de partij die wél expliciet stelling willen en durven nemen tegen racisme en voor vluchtelingen en migranten. Vanaf de oprichting zijn er bij Doorbraak dan ook altijd actieve SP-ers lid geweest. Daarover schreven we destijds een visiestuk. Doorbraak is voor hen een soort van ideologische vrijplaats, en de scherpste kritiek op de partij was ook altijd juist van hen afkomstig. Maar inmiddels hebben velen van hen afstand genomen van de SP.
Verkiezingen
Het parlementaire systeem is niet geschikt om de fundamentele veranderingen door te voeren die het racistisch/patriarchale kapitalisme en zijn ecologische crisis nu vereisen. De druk zal van buiten moeten komen: er zal een revolutionaire tegenmacht moeten worden opgebouwd, gezamenlijk, door het brede spectrum van sociale bewegingen. Meebesturen van de BV Nederland is voor echte linkse partijen een heilloze weg. Hun aanwezigheid in het parlement is alleen nog belangrijk als megafoon van de strijd van buiten het parlement. Maar de SP weigert die megafoon te zijn.
Stemmen doe ik met een knijper op de neus, zoals sommige anarchisten wel zeggen. Ik stemde jarenlang, ondanks alles, toch op een SP-er, op Sadet Karabulut. Zij steunde consequent de strijd van onderop, op allerlei terreinen waar Doorbraak ook actief is. In 2017 diende zich gelukkig een serieus alternatief aan: Artikel 1, inmiddels Bij1. Daar gaat mijn stem ook in 2021 weer heen. De modderschuit van de SP heeft haar kans gehad, decennialang, en mag van mij nu zinken.
Eric Krebbers
Ik heb nooit iets gezien waaruit bleek dat de SP ooit kritisch heeft teruggekeken naar de eigen historische wortels, namelijk: het maoïsme. Wel heeft men het marxisme afgezworen en is een reformistische koers gaan varen. Voor zover ik het begrepen heb, heeft men bepaalde aspecten van het bolsjevistische/leninistische organisatiemodel echter behouden, wat bijvoorbeeld blijkt uit de verplichting van kaderleden om zoveel uren aan campagnes te besteden. Dat model werkt wel om de partij draaiende te houden, maar of het op den duur ook bevrijdend werkt valt te bezien – uit de geschiedenis blijkt juist het tegendeel.
De nationalistische en populistische tendenzen van de SP-politiek lijken me vooral overblijfselen van het maoïstische verleden. Mao kende immers groot belang toe aan “nationaal-revolutionaire” strijd, die dan in een bepaalde ontwikkelingsfase plaats moest vinden. Sommige maoïsten hechtten zoveel gewicht aan zulke noties, dat ze uiteindelijk via vreemde kronkels bij extreem-rechts uitkwamen. En maoïsten kenden ook een concept als “van het volk, voor het volk”, waarbij men het oor te luister legde in arbeidersbuurten en de daar gehoorde opinies vervolgens in een socialistisch jasje goot.
De huidige dissidenten leveren ook de terechte kritiek, dat hun uitsluiting in feite neerkomt op een verbod op fractievorming – een ander belangrijk kenmerk van de leninistische organisatie. Er is immers helemaal geen sprake van een dubbel lidmaatschap, aangezien er helemaal geen partij als Communistisch Platform bestaat. De verhalen over gewapende strijd zijn duidelijk hetze. Op deze manier wordt iedere vruchtbare discussie binnen de partij om zeep geholpen, op manieren die Rosa Luxemburg in haar kritiek op Lenin al beschreven heeft. Het is werkelijk ironisch te noemen dat de SP een interne communistische oppositie thans uitsluit met beproefde bolsjevistische methodes. De zolderkamercommunisten mogen blij zijn dat de SP niet aan de macht is, anders was het wel duidelijk waar hun oppositie zou eindigen …
Bij1 heeft zeker een hoop punten die de moeite waard zijn als het gaat om sociale politiek en strijd tegen racisme en andere vormen van discriminatie. Betreurenswaardig is echter hun blinde vlek als het gaat om antisemitisme. Bij1 weigerde om het Amsterdams Joods Akkoord te onderschrijven, omdat men bang is dat er dan geen kritiek meer geleverd kan worden op Israel. Bij1 schijnt zelf nog met een eigen definitie van antisemitisme te komen, maar vooralsnog kun je in hun verkiezingsprogramma alleen nalezen dat men op het gebied van de internationale politiek nogal eenzijdig gefixeerd is op het conflict tussen Israel en de Palestijnen. Momenteel bestaat de treurige situatie dat we in Nederland een sterke extreem-rechtse beweging hebben die weliswaar beweert pro-Israel te zijn, maar binnenskamers zwaar antisemitische opvattingen koestert, en een zeer verzwakte linkse beweging die blijft steken in een warrig antizionisme dat zich in de praktijk nauwelijks van antisemitisme onderscheid. Het kan verkeren …
Beste lezer(st)ers,
Als SP sympathisant ben ik niet zo neerbuigend over de partij. Het is juist een kenmerk van partijvorming dat er scheuringen ontstaan. Vergelijkbaar met onenigheden in de buitenparlementaire beweging waardoor soms samenwerking en vriendschap kan worden beëindigd.
Ik ben van mening dat we elkaar juist meer nodig dan voorheen om een praktijk en discussie te blijven ontwikkelen omtrent klassenstrijd, anti-racisme, anti-seksisme enz. Het huidige ‘intersectionality’ benadrukt voor mij teveel de individualiteit en minder de noodzaak tot consensus. Een linkse stroming doet recht aan het individu om naar samenwerking te streven. We werken allemaal (on)betaald en willen gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting voor iedereen! Dat zijn concrete doelen waarmee radicaal-links het eens kan zijn. Me dunkt!
De campagne voor een minimumloon van €14 zou dan ook niet kunnen als er onvoldoende perspectief is voor de situatie van ongedocumenteerden en de situatie eerder verslechtert dan verbetert. Ik krijg de indruk dat er met twee maten gemeten wordt en tenslotte vraag ik jullie aandacht voor de werkgroep arbeid van de Vrije Bond die acties organiseert voor (on)gedocumenteerde arbeidsmigranten en hun situatie wil verbeteren.
https://www.vrijebond.org/vrije-bond-arbeid/
Is het niet zo dat elke vorm van (politieke) macht een (grote) stempel drukt op de geloofwaardigheid van een partij? Partijen willen doorgaans niet te links lijken, mede omdat vanuit de rechter flank al jaren heel neerbuigend over “links” wordt gesproken. Gevolg hiervan is, dat momenteel de termen socialisme en communisme door elkaar worden gebruikt en elkanders synoniem lijken te zijn geworden. Dit terwijl communisme uitgaat van een natie staat en het socialisme haar beginsel en principe heeft in de anarchistische en autonome principes van de eerste internationalen. Georganiseerde socialistische partijen, kunnen derhalve op zijn best sociaal democratisch zijn. Werkelijk socialistisch georganiseerde entiteiten, zullen toch echt syndicalistisch van aard moeten zijn, waarbij de nadruk niet ligt bij de organisatie van de structuur, maar de idealen, de politieke standpunten en het actie voeren centraal staan.
Ook het zogenaamde communisme is in de basis op democratische wijze georganiseerd, met daarbij het in het oog springende verschil, dat door een zeer brede machtsstructuur, de democratische uitgangspunten, zich laten verdrukken door welhaast olichargische bureaucratie, waardoor een heersende klasse ontstaat, waaruit vrij makkelijk een autocratie kan ontstaan. Dat laatste fenomeen, is het directe gevolg van de corrumperende eigenschap van macht. Mensen zijn gevoelig voor macht, of dit nu uit een principiële overtuiging komt of uit een naakt egocentrisme, mensen laten zich te makkelijk verleiden door macht. Eenmaal aan de macht, zal een individu, zijn/haar/hen leven op een bijbehorende wijze inrichten. Om dan weer een stap terug te moeten doen, is een schrikbeeld, waardoor het vast blijven houden aan de macht een veel gezien fenomeen is, vooral onder autocraten.
Kort gezegd, alle politici liegen, democratie is een mooi ideaal, maar precies dat, een ideaal.
@anticrust Je verward communisme met reëel autoritair socialisme 😉 en nog één nieuwtje. Rood beweegt! https://communisme.nu/artikelen/de-partij/2020/12/18/blijf-niet-mokkend-aan-de-kant-staan-2/