Stop de dwangarbeid voor werklozen, ook in Leiden
Zoveel mogelijk werklozen uit de bijstand drukken, of onbetaald aan het werk zetten. Dat is wat de gemeente Leiden de komende vier jaar van plan is, getuige haar conceptnota “Bevordering van arbeidsparticipatie in een tijd van bezuinigingen”. Dwangarbeid kan kennelijk weer, en niet alleen in Leiden.
De overheid probeert de laatste jaren om werklozen zoveel mogelijk te weren uit de bijstand, en als dat niet lukt: om ze er zo snel mogelijk weer uit te werken. Voorheen ging dat meestal nog gepaard met sociale praat over een bestaansminimum voor iedereen en het betrekken van mensen bij de samenleving. Inmiddels is men veel openhartiger: het gaat simpelweg nog om het beperken van de uitgaven aan werklozen. In de Leidse conceptnota lezen we: “De probleemstelling is verschoven van: ‘hoe betrekken wij onze burgers zo veel mogelijk bij de samenleving en in het bijzonder bij het arbeidsproces?’ naar: ‘hoe gaan wij zo efficiënt mogelijk om met de schaarse middelen in het participatiebudget?’”. Natuurlijk, zo gaat men verder, “zijn bevordering van sociale en maatschappelijke participatie, en stijging op de participatieladder subdoelstellingen van beleid, maar die hebben minder prioriteit wanneer daarmee geen besparing op uitkeringslasten wordt gerealiseerd”.
“Het budget is leidend”, schrijft het gemeentebestuur, voor wie de belangen van de werklozen kennelijk inmiddels vrijwel irrelevant zijn geworden. Een gemeentebestuur waaraan overigens ook de linkse SP deelneemt. Werklozen en mensen in gesubsidieerde arbeid worden in de gemeentenota stelselmatig omschreven als “niet bijzonder gemotiveerd”. Het “ontbreken van een prikkel” zou het probleem zijn. Het nieuwe “basisbegrip” wordt daarom “wederkerigheid”. Wie zijn uitkering wil behouden, moet netjes doen wat zijn casemanager zegt. Ongehoorzaamheid komt direct op 100 procent korting van de uitkering te staan. Na maximaal drie maanden ongehoorzaamheid wordt dan “bekeken” of de dwarsligger uit de uitkering kan worden gegooid.
Participatiecentrum
Voortaan, wanneer werklozen zich in Leiden aanmelden voor een bijstandsuitkering, moeten ze direct zes weken onbetaald aan de slag in het gemeentelijke Participatiecentrum. Anders wordt hun aanvraag niet eens in behandeling genomen. Het werk daar omvat “eenvoudige productie- en inpakwerkzaamheden, fietsenherstel en montage, catering, groenvoorziening, postbezorging en ook werken in Het Warenhuis”, het Leidse kringloopcentrum. Uitsluitsel over toekenning van een uitkering duurt in de regel flink langer dan die zes weken. Wordt de aanvraag afgewezen, dan heeft de werkloze dus zes weken volkomen onbetaald moeten werken.
Het Participatiecentrum is overigens een directe voorzetting van het gemeentelijke Werkatelier. Tot vorig jaar moesten aanvragers van een bijstandsuitkering daar eerst vijf weken naar toe om groepsgewijs psychologisch doorgelicht te worden en te trainen in het solliciteren. De meeste activiteiten waren totaal zinloos, en in de praktijk was het dus meer een oefening in gehoorzamen. Wie niet voldoende motivatie voor de tests, de groepsgesprekken en de rollenspelen tentoonspreidde, werd te verstaan gegeven dat de uitkeringsaanvraag in gevaar kwam. Doel van het Werkatelier was het internaliseren bij de werklozen van een arbeidsethos dat hen gewillig moet maken voor zelfs de meest onderbetaalde rotbaantjes. De meeste deelnemers voelden zich voortdurend vernederd, en indivudueel en collectief tegenstribbelen was dan ook aan de orde van de dag. Na zo vijf weken psychologisch onder druk gezet te zijn, moesten de aanvragers nog eens drie weken onbetaald sloven in diezelfde baantjes die nu onder het Participatiecentrum gaan vallen. Heel wat deelnemers vielen tussentijds af, en die konden dus fluiten naar hun uitkering. Het Werkatelier funtioneerde dus vooral ook als een voor velen onoverkomelijke drempel bij het aanvragen van bijstand. Hoe zij verder in hun levensonderhoud moeten voorzien, zal de gemeente een zorg zijn.
Disciplinering
Vorig jaar kreeg de gemeente Leiden minder geld van de rijksoverheid voor reïntegratie en daardoor moest het Werkatelier vrij plotseling de deuren sluiten. Ironisch genoeg nam de druk op bijstandsgerechtigden zo door de crisis juist tijdelijk wat af. Maar het vernederen en disciplineren van langdurig werklozen is geen bijkomstigheid, maar juist de kern van het beleid. Het heeft een traditie in het kapitalisme die al eeuwen terug gaat. Het kapitalisme heeft nooit volledige werkgelegenheid gekend. En de uitvallers, de slachtoffers van het economische bestel, moeten simpelweg steeds onder de knoet gehouden worden om het voortbestaan van het systeem te garanderen.
De overheid heeft daarom ook altijd minachting en haat gekweekt tegen werklozen. Het zouden luilakken zijn die zelf hun ellende veroorzaakt hebben. De angst van mensen om zelf werkloos te raken, wordt zo omgezet in afkeer van werklozen. De aanpak van werklozen ging ook altijd gepaard met geweld. Zo werden in de achttiende eeuw landlopers in tredmolens geplaatst, en in de negentiende en twintigste eeuw werklozen in allerhande werkkampen. Deze naakte repressie werd overigens vaak overgoten met een bitter sausje van paternalistische, neerbuigende naastenliefde van christelijke oorsprong. Werklozen hebben officieel wel enige inspraak, maar daar heeft de gemeente inmiddels lak aan. Men heeft nu zelfs het – slechts rituele – overleg met de cliëntenraad van bijstandsgerechtigden, dat normaal gesproken vooraf gaat aan publicatie van dit soort conceptnota’s, ook maar helemaal overgeslagen.
Opstapbanen
Net als destijds in het Werkatelier, moeten de bijstandsaanvragers volgens de nieuwe gemeentelijke plannen tijdens hun dwangarbeid tegelijk ook intensief solliciteren. Voor wie de zes weken Participatiecentrum volhoudt, maar intussen geen baan weet te vinden, heeft de gemeente straks aansluitend nog meer dwangarbeid in petto: de zogenaamde opstap- en participatiebanen.
Voor de gemeente zelf zijn de opstapbanen het meest goedkoop, omdat de werkloze daarbij “met subsidie aan het werk gaat bij een reguliere werkgever en geen uitkering meer krijgt”, aldus de conceptnota. Maar “het is niet realistisch om te veronderstellen dat de arbeidsmarkt al deze mensen kan opnemen. Wij gaan er wel alles aan doen om zoveel mogelijk plekken binnen te halen.” Bij een opstapbaan moet een werkloze drie maanden werken bij een baas, zonder het minimumloon te krijgen, laat staan het betreffende cao-loon. Tijdens deze “kennismakings- of stageperiode” moet hij het doen met een bijstandsuitkering. Het is de bedoeling dat de betrokkene daarna eindelijk een gewoon loon gaat ontvangen van zijn baas, die dat geld overigens wel nog twee jaar van de gemeente terugkrijgt. “De regeling moet natuurlijk ook voor de werkgever aantrekkelijk blijven”, aldus de gemeente, die zoals gebruikelijk meer blijk geeft van medeleven met het bedrijfsleven dan met de eigen burgers.
Participatiebanen
Leidse werklozen die niet in zo’n opstapbaan gedwongen kunnen worden, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende van die banen zijn, die belanden straks voor een flink deel in participatiebanen. Dat zijn banen waarbij werklozen maar liefst twee jaar gedwongen zijn te werken onder het minimum- en cao-loon. Ze krijgen een bijstandsuitkering, met af en toe een extraatje. De gemeente denkt voor hen aan “ondersteunende werkzaamheden op scholen, in de (thuis)zorg, ziekenhuizen, groenvoorziening, bewaking en dergelijken. In principe komt al het werk dat voorheen onder de vlag ‘gesubsidieerd werk’ werd gedaan in aanmerking”, aldus de nota. Een hele groep mensen wordt zo nog verder naar beneden getrapt. Neem het voorbeeld van de conciërge die een gewone baan met bijbehorende arbeidsrechten had, maar die ergens in de jaren 90 ontslagen en werkloos werd. Die moest van de gemeente daarna onder het mom van een banenpool en later een ID-baan weer precies hetzelfde werk gaan doen, maar dan wel tegen het minimumloon, en met heel wat minder rechten. Rond 2006 werd hij weer ontslagen omdat de ID-banen stopgezet werden. En nu moet zo iemand van de gemeente weer hetzelfde werk gaan doen, met alleen maar een bijstandsuitkering en volkomen rechteloos. Verpaupering en afbraak van rechten onder regie van de gemeente.
Veel mensen raken op latere leeftijd werkloos. Bijvoorbeeld omdat hun bazen hen “te duur” vinden. Die zetten liever jongeren in, die ze minder hoeven te betalen vanwege de wettelijk vastgelegde leeftijdsdiscriminatie rond het minimumloon, of ze huren iemand in op basis van een goedkoop flexcontract. Maar de gemeente biedt diezelfde bazen nu dus hun oude werknemers gratis weer aan. De gemeente lijkt haar werklozen overigens met name richting de zorgsector te willen duwen. “Mantelzorg en ‘vrijwilligerswerk’ door bijstandsgerechtigden in de eigen buurt bieden mogelijkheden om zinvol bezig te zijn en de sociale cohesie te versterken. Een interessante optie is de huishoudelijke verzorging en ondersteuning als een soort voorliggende voorziening op de betaalde zorg”, aldus de nota. Daar dreigt immers een tekort aan arbeidskrachten, omdat een groeiend aantal werknemers in die sector de vaak belabberde arbeidsomstandigheden en de ontzettend lage lonen meer dan zat is. “Het minimumloon is in 15 jaar tijd dus niet meegestegen met de lonen van leden van raden van bestuur en directeuren. Het minimumloon is in 15 jaar tijd ook niet meegestegen met de prijs van een bloemkool in de zomeraanbieding. Het minimumloon is evenmin meegestegen met de prijzen van koopwoningen. Huishoudelijke hulpen in de thuiszorg zijn de afgelopen jaren van schaal 15 naar schaal 5 verhuisd. Een startende thuishulp begint nu met 100 euro per maand minder en is op het minimum gezet”, zo werd er boos gereageerd op de Leidse bijstandsplannen op de lokale nieuwssite Sleutelstad.nl.
Botte bijl
De afgelopen jaren viel “de uitstroom” van bijstandsgerechtigden naar de arbeidsmarkt wegens de crisis flink tegen, zo schrijft het college in de nota. En door het definitieve afschaffen van de ID-banen, en de komende ontslagen vanwege alle bezuinigingen, zullen er alleen maar meer bijstandsgerechtigden bijkomen, zo is de verwachting. Toch wil de gemeente de komende jaren 400 werklozen extra doen “uitstromen”, om “overschrijding van het uitkeringenbudget” te voorkomen. Dat is ongeveer 15 procent van de mensen die nu al een bijstanduitkering heeft. Dat wordt dus botte bijl-werk.
Hoe de ontwikkelingen in Leiden kunnen uitpakken, is te zien in andere gemeenten die voorop lopen in deze repressieve ontwikkelingen. Ronduit schokkend zijn de ervaringen van Amsterdamse werklozen die deze winter moesten deelnemen aan het “leerwerktraject Groen en Onderhoud” in het Amsterdamse Bos. Die kregen te maken met onder meer racisme en schandalige arbeidsomstandigheden. Zo moesten ze een aantal eilandjes ontdoen van wilgenopslag. “Op de tweede dag vroor het een graad of vier bij een straffe noordoostenwind. De gevoelstemperatuur was volgens het KNMI zo’n 10 à 15 graden onder nul. Diegenen die op de eilandjes moesten zagen, gingen er een voor een met een piepklein en wankel bootje heen”, aldus een van hen die een verslag schreef. “Het reeds aanwezige ijs moest worden stukgeslagen alvorens het bootje te water kon worden gelaten.” Er gebeurden ook ongelukken. “Tijdens (op woensdag of donderdag) het ontwilgen van het tweede eilandje is er iemand in het water gedonderd. Hij werd naar de loods gebracht en mocht daar in zijn natte kleren uren voor de kachel zitten drogen. Ik snap niet waarom ze hem niet naar huis hebben gebracht.”
Leertrajecten
Net als in Leiden, roept ook de gemeente Amsterdam dat werklozen zoveel van de werktrajecten kunnen leren. De Amsterdamse ervaringsdeskundige weet nu wel beter: “Wij worden ook geacht de wc’s, de keet van de ‘werkmeesters’, en de busjes waarmee wij worden vervoerd, schoon te maken, hetgeen helemaal niet in de taakomschrijving van het traject staat.” Een intensief leerproces is het in ieder geval niet: “Bij het eerste eilandje stonden een man of 15 waarvan gemiddeld de helft niks te doen had en dus noodgewongen stond te koukleumen.” En verder: “Het is in naam een leerwerktraject. In de praktijk komt van dat leren bijna niets terecht. Van de 15 à 20 man waren er, geloof ik, drie die met een kettingzaag konden omgaan. Ik weet overigens niet of ze dat gedurende dit traject hebben geleerd of dat ze dat al konden. Wat je ‘leerde’ was onder andere hoe je met een handzaagje dikke balken van tropisch hardhout kunt doorzagen. Je ‘leert’ dan dat je daar ongeveer 20 minuten over doet. Terwijl er gewoon kettingzagen aanwezig zijn. Je ‘leert’ dan verder dat het niet met de kettingzaag kan omdat die dan bot wordt. Terwijl er gereedschap aanwezig is om de ketting weer scherp te maken.”
Protest
De steeds verdere verscherping van de repressie jegens werklozen roept helaas nog relatief weinig weerstand op in de rest van de samenleving. Dat komt onder meer omdat het om een relatief kleine en weinig zichtbare groep mensen gaat, een groep waar veel anderen helaas liever niet teveel mee geassocieerd willen worden. Maar het is belangrijk dat we beseffen dat iedereen werkloos kan raken, en dus in korte tijd kan belanden in dit soort slavernij-achtige situaties. Er moet meer protest komen tegen deze ontwikkelingen, meer solidariteit tussen werkenden en werklozen onderling, en meer gezamenlijke strijd. Want het bestaan van een vangnet met een menselijk karakter is voor ieders gemoedsrust en overleven van groot belang!
Jan-Jaap de Haas
Het meest treurige hieraan is natuurlijk dat de Leidse SP blijkbaar bereid is onmiddellijk haar principes in de uitverkoop te gooien zodra het pluche begint te lonken. Van PvdA en Groen Liberaal verwacht ik niet anders, van de SP verwacht ik wél anders.
Ik ben één van degenen die zich na de teloorgang van de linkse actiebeweging bij de SP heeft aangesloten omdat die partij de enige linkse beweging leek te zijn die nog in staat en bereid was een vuist te maken, ook al was ze dan niet altijd even antikapitalistisch als ik graag zou zien. Op zich had en heb ik daar geen problemen mee: een authentieke sociaal-democratische partij als de SP heeft beslist bestaansrecht (over Den Uyl ben ik tegenwoordig ook heel wat positiever dan destijds) en valt in elk geval verre te prefereren boven het hypocriete gebazel van de groene neo-liberalen. Wanneer ik me niet kon vinden in de standpunten van de partij zei ik dat gewoon en het strekt mijn afdeling tot eer dat niemand daar ooit moeilijk over heeft gedaan. Integendeel: ik ben zelfs nog een tijd lang afdelingsvoorzitter geweest.
Vijf jaar geleden zou het echt onbestaanbaar zijn geweest dat een SP-afdeling het hierboven beschreven beleid gesteund zou hebben. Tegenwoordig kan men daar blijkbaar mee weg komen zonder dat iemand binnen die afdeling zegt: “waar zijn we hier eigenlijk mee bezig?”. Alles voor een wethouderszetel en naar de donder met principes. Wat dan nog het onderscheid is tussen SP en de pluchejagers van PvdA en GL, is mij volstrekt duister. Wellicht tijd om mijn lidmaatschap in heroverweging te nemen.