Strijdbare Nijmeegse 1 mei-betoging stemt hoopvol

Banner
Banner

Nederland heeft geen noemenswaardige 1 mei-traditie. Het is dan ook geen nationale vrije dag (zoals in de meeste omringende landen), voor de grote vakbonden is het meer een routineus feestje dan een dag voor sociale strijd, en de gemiddelde Nederlander weet waarschijnlijk niet eens waar die Eerste Mei vandaan komt, of waar ze voor staat. Dat blijkt ook uit de verbaasde blikken die je krijgt als je meeloopt in een 1 mei-demonstratie. Zo ook in Nijmegen – op papier één van de meest linkse steden in het land. En voor de weinige omstanders die wél meteen weten waar het over gaat, is deze jaarlijkse demonstratie waarschijnlijk vooral een curiositeit uit een ver verleden.

Tóch is en blijft 1 mei een belangrijke dag om te vieren. Dat is althans mijn conclusie na een zeer geslaagde en strijdbare demonstratie afgelopen dinsdag. Want 1 mei, dat is een dag die we als radicaal-linkse beweging niet in de laatste plaats vieren voor onszelf: een dag van solidariteit in de sociale strijd en van verbinding. Dit laatste was dan ook precies wat het organiserend comité dit jaar als thema had gekozen: “1 mei verbindt”.

Al vanaf het begin was duidelijk dat deze slogan niet slechts een holle frase was. Vanaf 17:30 uur, bewust na standaard werktijden, begon zich vóór het station een groep te vormen. Er was eten, drinken, en muziek – het aantal spandoeken en vlaggen van uiteenlopende organisaties en actiegroepen nam langzaam maar zeker toe. De opkomst was divers: de Anarchistische Groep Nijmegen (AGN), de Internationale Socialisten (IS) en Doorbraak waren natuurlijk van de partij (pun not intended). Maar ook het Mezopotamya Cultuur Centrum Nijmegen was met een grote delegatie vertegenwoordigd (waaronder een tweetal muzikanten), en de Koerdische driekleur was alom aanwezig. Drie postbezorgers protesteerden in werktenue, diverse mensen hadden hun kinderen meegenomen. Het was, om kort te gaan, een veelzijdige groep mensen.

Na een paar korte toespraken vertrok de demonstratie rond 18:30 uur vanaf de Van Schaeck Mathonsingel richting de Wolfskuil – traditioneel een arbeidersbuurt die de laatste jaren veel onder gentrificatie te lijden heeft. Een spreker van de AGN hield in deze wijk een vlammend betoog over hoe de arme mensen steeds meer naar de periferie van de stad worden gejaagd, om plaats te maken voor net iets rijkere mensen die zich een koopwoning kunnen veroorloven. Gentrificatie, zo benadrukte de spreker, slaat niet alleen kloven binnen een gemeenschap, maar speelt mensen die in wezen veel met elkaar gemeen hebben, ook tegen elkaar uit.

De demonstratie
De demonstratie

De stoet verplaatste zich vervolgens via de Graafseweg richting de wijk Bottendaal, waar in een andere toespraak aandacht werd gevraagd voor de nog steeds bestaande inkomenskloof tussen vrouwen en mannen. Het is natuurlijk beschamend dat dit thema nog altijd onze aandacht behoeft op een dag als 1 mei. Maar dat maakt het niet minder noodzakelijk.

Enige spanning ontstond nog toen de demonstratie verderop werd opgewacht door een drietal Turkse nationalisten, die er duidelijk op uit waren om de Koerdische kameraden in onze gelederen te provoceren. Het herinnerde ons nog maar eens aan het feit dat de strijd voor een gelijke samenleving lang niet voor iedereen vrijblijvend is: ook in Nederland loop je als Koerdisch activist het risico bedreigd of zelfs belaagd te worden vanwege je ideeën.

De demonstratie bewoog zich verder door het centrum van de stad, en op het Koningsplein hield één deelneemster nog een laatste, spontaan ingelaste toespraak. Ze sprak over de gevolgen van precarisering, korte-termijncontracten, en wat die onzekerheid met mensen doet – én over hoe die mensen zich desondanks lang niet altijd identificeren met arbeid of arbeidersstrijd. Juist dáárom is en blijft focus op het kapitalisme en de schadelijke gevolgen ervan zo belangrijk.

Bij aankomst op het eindpunt werden de demonstranten opnieuw onthaald op de klanken van de Koerdische muziekgroep. De demonstratie veranderde spontaan in een straatfeest. Want 1 mei mag méér zijn dan slechts een feestdag, zoals Peter Storm al in zijn voorafgaande infoavond op 20 april had betoogd, maar wat is een revolutie waard als er niet gedanst kan worden?

Dat die revolutie niet met een paar mei-betogingen gerealiseerd zal worden, moge duidelijk zijn. Maar 1 mei is en blijft méér dan een links ritueel uit vervlogen tijden. Het is een dag van verbinding en verbroedering – een moment om oude én nieuwe kameraden te ontmoeten, en onszelf er aan te herinneren wat al die verschillende thema’s en strijden met elkaar verbindt. In dat opzicht stemde deze demonstratie hoopvol.

Mathijs van de Sande