Studenten en docenten verklaren zich solidair met de Palestijnen
De afgelopen maand hebben studenten en docenten van universiteiten en andere onderwijsinstellingen via acties en verklaringen solidariteit betoond met de Palestijnen die het slachtoffer zijn van etnische zuiveringen en bombardementen door Israël. Dat werd niet door alle instituten op prijs gesteld. Studenten worden weliswaar gestimuleerd intersectioneel en dekoloniaal te denken, maar wanneer ze dat in praktijk gaan brengen, gooien de neo-liberale bestuurders het liefst de rem erop. Dat zoveel studenten en docenten in actie kwamen, is een hoopvol teken, zeker ook omdat hun bevrijdende manier van denken zich niet goed verhoudt met dat van allerlei nationalisten en fundamentalisten die soms opduiken bij pro-Palestijnse protesten.
Op woensdag 12 mei hingen studenten aan het brandtrappen van het gebouw van het Piet Zwart Instituut (PZI) in Rotterdam een spandoek met daarop de tekst “Stop the ethnic cleansing #SaveSheikhJarrah Free Palestine” en daarbij een Palestijnse vlag. Diezelfde avond nog eiste het bestuur van de Hogeschool Rotterdam dat het spandoek verwijderd zou worden. Men bood daarnaast een gesprek aan over de kwestie. De studenten antwoordden dat het spandoek in ieder geval moest blijven hangen tot dat gesprek plaats zou hebben gevonden, op de zeventiende. Maar het werd per direct verwijderd door de schoolleiding. Op 18 mei, na dat beloofde gesprek, hingen de studenten het spandoek opnieuw op, waarna het weer meteen weggehaald werd door het bestuur.
Op woensdag 2 juni hingen studenten aan het gebouw een spandoek met een getekende watermeloen en de Franse tekst “Ceci n’est pas une watermelon”, wat natuurlijk verwees naar het beroemde schilderij “La trashion des images” van de Belgische schilder René Magritte. Maar ook die werd verwijderd. Maar de studenten gaven niet op, en de dag daarop was het pro-Palestijnse spandoek er weer te zien. In het kader van een “kunstproject” houden nu steeds twee studenten of solidaire docenten het vast. Ze wisselden elkaar elk uur af, en konden dat lang volhouden omdat heel veel mensen zich aangeboden hebben voor de “performance”. En omdat het spandoek niet is vastgemaakt, stond het bestuur deze actie toe. Wel lieten ze de beveiliging regelmatig langsrijden.
Verklaringen
In een verklaring over het weghalen van het spandoek schreef het onderwijsinstituut: “Wij hebben dit spandoek verwijderd omdat wij als Hogeschool niet ingaan op geopolitieke situaties en onze gebouwen niet voor dit doel mogen worden gebruikt. Wij zijn bereid om de dialoog aan te gaan, om de dialoog tussen groepen studenten en medewerkers met verschillende loyaliteiten te faciliteren, maar ons lang gekoesterde principe is dat wij geen politiek standpunt innemen, noch over nationale, noch over internationale kwesties.”
De studenten reageerden daarop met een eigen verklaring. “Wij, de studenten van het Piet Zwart Instituut, verklaren ons solidair met de Palestijnen en zijn tegen het geweld van de Israëlische staat. Een dergelijk verbond met de onderdrukten vereist niet alleen het tonen van solidariteit, maar ook het collectief nadenken over welke acties Palestina van veraf kunnen helpen. Als het doorbreken van het passieve zwijgen van instellingen in Nederland wordt beantwoord met actief tot zwijgen brengen, dan is het onze plicht om ons te verzetten tegen de aloude oorverdovende zwijgzaamheid van Europese regeringen en instellingen die zich, door ‘neutraal’ te blijven, bekendmaken als bondgenoot van de Israëlische koloniale ‘settler’ staat en het geweld en de etnische zuivering van het Palestijnse volk gedurende de laatste zeven decennia goedkeuren. De dubbele moraal van de Hogeschool Rotterdam, waaronder de Willem de Koning Aacademy (WdKA) en PZI vallen, is duidelijk aanwezig in hun eerdere handelen: “Je suis Charlie” werd door de instelling zelf opgehangen aan de pilaren bij de ingang van WdKA als reactie op de terreuraanslag in Frankrijk in 2015, en toonde het WdKA-logo. Een verklaring van solidariteit met Black Lives Matter werd gedeeld op de Instagram van de school.” En in maart nog sponsorde PZI een kunstwerk tegen het restrictieve Nederlandse visabeleid.
Analyse
In een zeer sterk stuk schreef voormalig student Alina Lupu hierover: “Ik denk dat het veilig is om te zeggen, in gevallen dat verklaringen verdwijnen of neutraliteit bepleiten na het onderwijzen van dekoloniale theorie, dat je instituut niet ‘woke’ is, maar dat je slechts gebruikt wordt voor street cred. Het neemt je hoop, je dromen, je aspiraties, je land van herkomst als een teken van internationale reikwijdte, tolerantie en openheid. En dat was tot voor kort prima, totdat er links en rechts stekels begonnen te groeien in de kunstwereld. Vroeger was dit een symbiotische relatie. Ik help jou, jij helpt mij. Ik geef jou mijn steun, jij geeft mij de jouwe. Maar laten we het niet politiek maken.”
Lupu ging verder: “Je neemt mijn beeld, je buigt het en vouwt het en maakt me tot een waardig product. Misschien kan ik geld verdienen door jou, misschien ook niet, want het kunst- en designveld is dun gezaaid en weinigen lukt het om hun praktijk te gelde te maken. Niettemin blijven kunstopleidingen diploma’s rondstrooien, ondanks alles, ondanks een pandemie, als een uurwerk, op tijd, precies op het juiste moment. Maar op dit moment is juist datgene dat werkte – de wederkerigheid van deze relatie – verbroken doordat een nieuwe generatie haar politieke affiniteiten ontdekt, of in plaats van ze te ontdekken, ze meer openbaar maakt. En dat is waar de institutionele structuren de grens hebben getrokken en neutraliteit zijn gaan bepleiten. Het is een teken van degelijk onderwijs – zo is de kwaliteit van het onderwijs – wanneer men, ondanks het institutionele kader, ondanks de ruggengraatloosheid, een stevige houding aanneemt en besluit op te komen voor een ethisch handelen en het hebben van een politieke stem.”
Kortom, onderwijsinstituten willen graag progressief, divers, inclusief, dekoloniaal en intersectioneel overkomen om studenten aan te trekken van over de hele wereld, maar zodra die studenten zulke ideeën in praktijk gaan brengen, eisen de instituten plots neutraliteit.
Petitie
Op 18 mei hebben ook docenten van de WdKA en hun bondgenoten een verklaring opgesteld. De verklaring van het bestuur wees volgens die medewerkers “op een zeer verontrustende dubbele standaard”. En “Je suis Charlie” gooide volgens hen wel degelijk “geopolitiek gewicht in de schaal. Deze beweging was niet louter een teken van algemene steun voor artistieke vrijheid van meningsuiting, zoals men zou kunnen beweren, aangezien zij wereldwijd werd geïnstrumentaliseerd om anti-moslim sentimenten binnen Europa en militaristische agressie in het Midden-Oosten te bevorderen. Als docenten binnen een school die internationaal opereert, vinden wij het moeilijk om te geloven dat het moeilijk te begrijpen zou zijn dat alle uitspraken die reageren op geopolitieke gebeurtenissen, geworteld zijn binnen een geopolitieke context. Ze zijn onmiskenbaar al politiek. De publieke steun van de school voor de ‘Je suis Charlie’-campagne naast haar censuur van het Free Palestine-spandoek van deze week onthult de dubbele standaard. Het is duidelijk dat dit beleid selectief wordt toegepast, waarbij uitzonderingen worden toegestaan voor politiek wazige uitspraken die de instelling comfortabel vindt, terwijl andere radicaal worden verworpen. Wij vragen ons af: wat is de impliciete vooringenomenheid met betrekking tot wiens boodschappen worden gecensureerd of toegestaan op het oppervlak van de school?”
En verder: “Wat betekent het als een kunstacademie politieke uitspraken van haar studenten niet steunt, terwijl ze hen tegelijkertijd aanmoedigt om sociaal en politiek geëngageerd werk te maken? WdKA’s houding tegenover Free Palestine ontkracht elke vorm van sociaal geëngageerd curriculum. En als een leerplan sociaal geëngageerd is, is het inherent politiek. Het tegendeel beweren is onoprecht. Het standpunt van de WdKA ondermijnt onze positie als leerkrachten die proberen een leerplan te implementeren dat investeert in actieve deelname aan sociale kwesties. Het standpunt van WdKA geeft aan dat het werk van leerlingen dat uit dit leerplan voortkomt over politiek kan gaan, maar niet echt politiek kan zijn. Het kan comfortabel commentaar geven, maar niet zinvol deelnemen aan politieke actie. Het standpunt van WdKA stelt dat het soort politiek dat leerlingen mogen bedrijven een onzichtbare en niet-controversiële morele lijn volgt, een lijn die onderwerpen als Palestina blijkbaar buiten beschouwing laat. De houding van WdKA is cynisch. Enerzijds moedigen we studenten aan om ingebed onderzoek te doen, deel te nemen aan community acties, via hun werk een mondiale kijk te cultiveren, en hun lichaam en geest te dekoloniseren. In één adem censureren we hen op het moment dat ze juist deze praktijken openbaar maken. Misschien is dit niet verwonderlijk voor een school die zichzelf aanprijst als een school die “pioniers creëert”. Het gebruik van het woord pionier is op zichzelf al een politiek statement, geladen met koloniale bedoelingen en geschiedenis.”
De docenten eindigen met te zeggen dat “het verwijderen van het spandoek zonder studenten, collega’s en kritische bureaus erbij te betrekken, niet getuigt van zorg of respect voor de wijze waarop de dialoog wordt gevoed om onderwijs te geven en tot overeenkomsten te komen”.
Kritische solidariteit
De petitie is inmiddels 911 keer getekend. Veel studenten toonden zich blij met de steun. Er ontsponnen zich interessante discussies bij de reacties onder de petitie. Hogeschool-docent Florian Cramer reageerde daar ook op de Utrechtse Gender Studies-verklaring, waarover straks meer. Hij schreef: “Ik neem afstand van de formulering ‘colonial settler geweld’ in relatie tot Israël in deze petitie (die naar mijn mening geen recht doet aan de complexiteit van de situatie, hoewel ik Netanyahu en zijn coalitiepartners voor de rechtbank van Den Haag wil zien en de onteigening van Palestijnen en Arabische Israëli’s veroordeel). Persoonlijk sta ik kritisch tegenover de actie van de studenten die steun betuigen aan een natiestaat in plaats van aan het volk, en ben ik het fel oneens met hun gebruik van het woord ‘genocide’ met betrekking tot Israël. Als men koloniaal geweld bestudeert, moet men de valkuilen van het anti-imperialistische discours en van het Schmittiaanse vriend/vijand-denken vermijden en oppassen niet bij de verkeerde bedgenoten terecht te komen.”
Hij ging verder: “Radicale intersectionaliteit betekent volgens mij niet dat men zich identificeert met naties, of dat men de kant kiest van de ene natie tegen de andere, maar dat men de constructie van de natie ontmantelt. Bovendien is het gebruik van het woord ‘settler’ als pejoratief in tegenspraak met een politiek van het aan de kaak stellen van grenzen, en ontbreekt het onderscheid tussen imperiale machten en diaspora. (Naast de Israëlisch/Palestijnse situatie is het misschien de moeite waard om Liberia – als koloniaal project van voorheen tot slaaf gemaakte Afro-Amerikanen – te bestuderen als nog zo’n moeilijk voorbeeld dat niet past in simplificerende binaries). Dit alles gezegd hebbende, onderteken ik deze petitie toch omdat ik het volledig eens ben met de punten die erin staan over de politieke dimensie van ons onderwijs, en van de kunstpraktijk in het algemeen. Om de epistemologische, esthetische en ethische argumenten hier buiten beschouwing te laten, en alleen op formeel beleidsniveau te argumenteren: als wij als kunstacademie voldoen aan de normen van het Nederlandse HBO met als centrale eis dat studenten zo goed mogelijk worden opgeleid voor hun latere beroepspraktijk (in ons geval: voor het werken als kunstenaar en ontwerper), kunnen we ons onderwijs niet kunstmatig depolitiseren en daarmee een vals beeld van de kunstpraktijk creëren dat losstaat van de werkelijke kunstpraktijk, en van wat de samenleving en het werkveld van de kunsten van onze afgestudeerden verwachten.”
Een andere docent schreef in reactie daarop: “Het is zo jammer dat in plaats van te discussiëren over de (betekenis van het) gepresenteerde werk, of over het maatschappelijke vraagstuk dat aan de orde wordt gesteld, we weer worden afgeleid door bureaucratische processen en bedrijfsoverwegingen. We hadden onze studenten moeten steunen in hun proces en het gesprek moeten laten gaan over hun werk en over de kwestie die ze aansnijden. Zie het commentaar van Florian. Hij daagt het werk en de verklaring daadwerkelijk kritisch uit, om de denkprocessen van de studenten uit te dagen, om het onderwerp op een zinvolle manier aan te snijden. Dat is de schoolpedagogie waar ik voor getekend heb. Ik hoef het niet volledig eens te zijn met alle uitspraken in werkstukken van studenten, maar ik vind wel dat we onze studenten moeten steunen als ze daadwerkelijk de daad bij het woord voegen.”
Rotterdam
Korte tijd later kwam er ook een gezamenlijke verklaring uit van studenten en docenten van de Erasmus Universiteit, het Erasmus University College, DdKA en PZI. Die werd ook weer honderden keren getekend. Titel: “Beste universiteiten, breng in de praktijk wat je doceert.”
“Aangezien de academische vrijheid om zelfs maar over de rechten van de Palestijnen te spreken een voortdurende zorg is aan universiteiten over de hele wereld, worden het opstaan in solidariteit met Palestina en het steunen van de oproep tot BDS (Boycot, Desinvesteringen en Sancties) als studenten en personeel des te belangrijker”, aldus de initiatiefnemers. “Wij eisen van onze instellingen dat zij niet deelnemen aan discoursen van onpartijdigheid, ‘beide kanten’ discours en soortgelijke technieken, maar dat zij samenwerken om de vrijheid van internationaal debat en onderzoek te waarborgen door obstakels weg te nemen die Palestijnen verhinderen om volledig deel te nemen als gevolg van voortdurende aanvallen op hun fysieke en mentale welzijn.”
De tekst sluit af met: “Weet dat zolang jullie zwijgen, wij dat niet zullen doen. Wij verwachten van de universiteiten dat zij onze oproep tot actieve solidariteit met het Palestijnse volk ondersteunen. Op deze manier kunnen de instellingen waar wij allen deel van uitmaken trouw blijven aan hun beoogde en gecommuniceerde waarden. ‘Kritische wereldburgers’, ‘kritisch denken’, ‘positieve maatschappelijke impact’, en ‘het creëren van pioniers’ mogen niet louter marketing retoriek blijven, maar moeten leiden tot echte verantwoordelijkheid voor wereldwijde onrechtvaardigheden.”
Gender Studies
Diverse andere Nederlandse culturele instellingen hebben gelukkig wel verklaringen gepubliceerd of getekend waarin het Israëlische geweld tegen de Palestijnen veroordeeld wordt. Onder andere HKU MAFA, DAI, CASCO, De Rijksacademie, Jan van Eijk, BAK, De Ateliers, Sandberg en het Graduate Gender Programme & Netherlands Research School of Gender Studies at Utrecht University. De eerder genoemde verklaring van de Utrechtse Gender Studies roept niet alleen andere universitaire faculteiten op om te tekenen, maar ook culturele organisaties, musea en activistische collectieven. De tekst is inmiddels dan ook ondertekend door Doorbraak, vanzelfsprekend uit solidariteit met de Palestijnse bevolking, maar ook als steun in de rug van de studenten, docenten en anderen die in die instituten verwikkeld zijn in soms moeizame dekoloniale en intersectionele discussies met hun bestuurders.
De Utrechtse tekst luidt: “Wij, in de Nederlandse, Europese en internationale academische en culturele sector, veroordelen de brute Israëlische aanvallen op Palestijnen en zijn solidair met de Palestijnen die in opstand komen tegen zeven decennia van Israëlisch koloniaal ‘settler’ geweld. De afgelopen week waren we opnieuw getuige van meer Palestijnse doden en onteigening door toedoen van de Israëlische staat; van gewelddadige pogingen om Palestijnse inwoners van Sheikh Jarrah te verdrijven, tot de brute onderdrukking en arrestatie van demonstranten, en de afschuwelijke luchtaanvallen op Gaza. Op het moment dat wij dit schrijven wordt Gaza, de dichtstbevolkte belegerde Palestijnse enclave, zwaar gebombardeerd door het Israëlische leger vanuit de lucht en van zee. Tot nu toe zijn meer dan 220 Palestijnen, waaronder 62 kinderen, gedood en honderden gewond geraakt door Israël. Het dodental stijgt met de seconde, terwijl de wereld toekijkt en verslag doet van de gebeurtenissen in termen van ‘conflict’ en ‘botsingen’. Tientallen jaren van Palestijnse onteigening van land en leven, etnische zuivering en ecologische verwoesting door de Israëlische koloniale ‘settler’ staat kunnen niet worden teruggebracht tot ‘een conflict’. Wij verwerpen de zogenaamd objectieve en neutrale terminologie die gebruikt wordt om deze praktijken van etnische zuivering te omschrijven.”
En verder: “Als wetenschappers, activisten en kunstenaars die zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid, en een dekoloniale, anti-racistische, lhbtq- en feministische politiek, kunnen en willen we niet wegkijken van Palestina. Wij erkennen en betwisten de lange geschiedenis van koloniaal en ‘settler’ koloniaal geweld, en de rol van Europa en Noord-Amerika in het vestigen, steunen en in stand houden van de Israëlische koloniale bezetting van Palestina. In een tijd waarin openbare en wetenschappelijke kritiek op Israël aan Amerikaanse en Europese universiteiten tot zwijgen wordt gebracht door de beschuldiging van antisemitisme, houden wij vast aan onze verantwoordelijkheid om ons uit te spreken tegen dergelijke ernstige schendingen van mensenrechten en milieu tegen Palestijnen. Dit komt voort uit de overtuiging dat politieke kritiek op Israëlische apartheid en ‘settler’ koloniaal staatsgeweld niet kan en mag worden verward met de racistische uitlating van antisemitisme. Wij loven de Palestijnen in heel het historische Palestina voor hun standvastigheid en vastberadenheid om te overleven in het aangezicht van dergelijk zinloos geweld.”
Academische vrijheid
In nog weer een andere verklaring, getiteld: “Nederlands hoger onderwijs solidair met Palestijnen”, die ook al honderden keren getekend is, werd specifiek opgeroepen tot een boycot van Israëlische academische instituten.
“Wij zijn wetenschappers en docenten in het Nederlandse hoger onderwijs en wij nemen stelling tegen de voortdurende ontheemding, bezetting en oorlog waaraan de staat Israël Palestijnen onderwerpt. Op de Nakbaherdenking, 73 jaar na de gedwongen uitzetting van Palestijnen uit hun huizen in wat nu Israël is, tonen wij ons solidair met alle Palestijnen. Onze steun gaat uit naar Palestijnen in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Israël, alsook naar de zeven miljoen vluchtelingen over de hele wereld, ook in Nederland, onder wie onze collega’s en studenten. De indruk dat dit een conflict is tussen twee gelijke zijden is een gevaarlijke vertroebeling van de werkelijkheid: het leidt af van de realiteit dat het de Palestijnen zijn die leven onder militaire bezetting, die ontheemd zijn, en die leven als tweederangsburgers in een systeem van segregatie dat volgens zowel B’tselem als Human Rights Watch in feite neerkomt op apartheid. Dit soort geweld en discriminatie vormen de oorzaak van de geweldsescalatie die nu plaatsvindt.”
En verder onder meer: “We willen onze steun en solidariteit betuigen aan Palestijnse academici en studenten, wier vrijheid en rechten keer op keer worden geschonden. In de afgelopen tien jaar zijn meer dan vierhonderd studenten opgepakt en vastgehouden door Israël. Vaak worden deze studenten zonder rechtsgang in militaire bewaring gesteld op beschuldiging van vermeend lidmaatschap van verboden politieke groeperingen. Er zijn talrijke rapporten verschenen waaruit blijkt dat dit soort gevangenen worden onderworpen aan marteling. Palestijnse wetenschappers worden geïntimideerd, en academici die in het buitenland wonen wordt toegang tot Israël ontzegd. Het is op grond van deze schendingen dat wij verklaren in te gaan op de oproep van onze Palestijnse collega’s om Israëlische academische instituten te boycotten. Dit is gerechtvaardigd vanwege de formele banden tussen Israëlische universiteiten en het Israëlische leger, alsook andere overheidsorganen die de architectuur van de bezetting vormen. Het moet duidelijk zijn dat deze positie geen effect zal hebben op samenwerking met individuele Israëlische wetenschappers en collega’s. Als wetenschappers in Nederland, een voormalige koloniale macht, zien wij onze steun voor Palestijnse rechten als een integraal onderdeel van een breder proces van dekolonisatie. We pleiten voor gelijkheid voor alle mensen, een eind aan ieder racisme, een einde aan al het koloniaal geweld. Dit is een doel dat onderdeel is van ons onderwijs en onderzoek. Op grond hiervan komen wij op voor de Palestijnen en hun recht op zelfbeschikking.”
Turkije
Naast Doorbraak als organisatie hebben ook enkele individuele Doorbrakers sommige van de verklaringen getekend, ook al hebben we her en der wel wat twijfels. Zoals over de manier waarop de “Palestijnse kwestie” soms als uitzondering wordt gepresenteerd en dan weer te makkelijk op één hoop wordt gegooid met andere onderdrukkingen. Een voorbeeld van het eerste is de roep om een boycot van alles dat Israëlisch is. Prima, maar waarom wordt er zelden op die manier opgeroepen om bijvoorbeeld Turkije (vanwege de Koerden) of China (denk aan de kampen voor Oeigoeren) te boycotten? Wat maakt Israël nu echt zo anders?
Een voorbeeld van dat juist weer iets te makkelijk op één hoop gooien is het gebruik van termen als “apartheidsstaat” of “settler” kolonialisme. Grotendeels kloppen ze wel en is het duidelijk wat ermee bedoeld wordt: Israël en een flink deel van haar bevolking zijn al tijden bezig Palestijnse gebieden etnisch te zuiveren. Tegelijk maakt het gebruik van termen die we kennen uit een andere context dat we de specificiteit van deze kwestie net iets te makkelijk over het hoofd zouden kunnen gaan zien. Israël is niet in alle opzichten een staat van witte kolonisten, want Joden zijn historisch gezien niet altijd als ‘wit’ (en dus als zodanig geprivilegieerd) te omschrijven, en de ontstaansgeschiedenis van Israël is echt beduidend anders dan die van veel “settler” staten zoals de Verenigde Staten, Argentinië, Australië of Zuid-Afrika. De witte kolonisten die de afgelopen eeuwen de hele wereld probeerden te onderwerpen waren geen getraumatiseerde en verdreven bevolking, zoals de Europese Joden dat wél waren na de Shoah. Dat benoemen praat op geen enkele manier de Israëlische repressie goed, maar het dwingt ons wel om preciezer te analyseren (én uitdrukkelijk onze solidariteit met de onderdrukten uit te spreken) zónder al te snel gebruik te maken van terminologie die soms nét niet de juiste connotaties draagt.
Strijd in de instituten
Deze strijd aan de universiteiten, hogescholen en andere instituten is hoopgevend. In de eerste plaats omdat het intersectionele dekoloniale denken, dat het afgelopen decennium mede door de strijd tegen Zwarte Piet en de opkomst van Black Lives Matter zo’n hoge vlucht heeft genomen, nu ook echt de strijd aangaat om de macht op de instituten. Niet langer beperken studenten en docenten zich tot het ontwikkelen en formuleren van mooie politieke analyses, maar ze gaan ze ook steeds meer collectief in praktijk brengen. Dat is belangrijk voor een linkse culturele hegemonie, zeker op termijn, en het is volkomen begrijpelijk dat rechts en extreem-rechts panisch reageren op deze ontwikkelingen. Het is ook heel belangrijk dat de studenten en alle medewerkers van de instituten zich mede-eigenaar voelen van hun eigen werk- en studeerplekken, in plaats van dat hun hele bestaan daar bepaald wordt door neo-liberale managers en bestuurders.
In de tweede plaats is het van belang dat de invloed van het universitaire intersectionele dekoloniale denken op de Palestina-solidariteitsbeweging lijkt te groeien. Wie werkelijk intersectioneel redeneert, zal niet zo snel schouder aan schouder gaan staan met lieden van allerhande ultra-nationalistische en fundamentalistische bewegingen. Te vaak hebben anti-imperialistische en autoritair-linkse bewegingen kritiekloos samen gewerkt en gestreden met iedereen die zich als vijand van Israël en de VS presenteerde. Los daarvan hebben linkse bewegingen in de geschiedenis sowieso vaak een blinde vlek gehad voor antisemitisme. Het is te hopen dat activisten die geïnspireerd worden door een verklaring vanuit Gender Studies waakzaam zullen zijn en afstand zullen houden van de door-en-door patriarchale nationalistische en fundamentalistische stromingen die willen aanhaken in de strijd hier. Want het is feitelijk niet goed mogelijk voor queers om samen te demonstreren met fundamentalisten, en al helemaal niet voor Koerden of alevieten met de antisemitische Grijze Wolven die ook regelmatig opduiken bij pro-Palestina demonstraties. Zowel Grijze Wolven als fundamentalisten zijn in de eerste plaats anti-linkse en pro-patriarchale stromingen, beide opgekomen in reactie op maatschappelijke bevrijding en steevast van plan om die met alle middelen tegen te gaan.
Antisemitisme
Zo zal vrijwel geen enkele Koerd of Armeniër zich veilig voelen op een pro-Palestijns protest waar ook Grijze Wolven aan meedoen. De kans bestaat dat men er niet ongeschonden vanaf zal komen. Voor queers zal het deelnemen aan een protest met fundamentalisten ook niet bepaald bevrijdend voelen, to say the least. En toch was er onlangs in Utrecht zo’n protest met Grijze Wolven met hun fascistische vlaggen en Hamas-aanhangers die “Kill all jews” scandeerden. Een aantal Joodse en Koerdische deelnemers sprak de linkse organisatoren van het protest erop aan, maar kregen helaas nul op het rekest waarna ze meteen vertrokken zijn. Ook op een protest in Amsterdam waren fundamentalisten nadrukkelijk aanwezig met onder meer een actiebord met daarop “No two state solution, one state = the caliphate”. Voor links, vrouwen en de lhbtqia community belooft zo’n kalifaat weinig goeds. Ook in andere Europese landen kwam het her en der tot antisemitisme, zoals in Gelsenkirchen waar “Scheitjoden, scheitjoden” gescandeerd werd, in Bonn waar de synagoge met stenen bekogeld werd en in Noord-Londen waar “Fuck de joden en verkracht hun dochters” geroepen werd vanuit een geluidswagen.
Maar in Nederland hebben Doorbrakers meegedaan aan prima strijdbare protesten in Maastricht en Nijmegen – waar helaas wel Turkse vlaggen vertoond werden – en meegeorganiseerd in Leeuwarden – waar vooraf gevraagd werd om alle vlaggen thuis te laten, met uitzondering van de Palestijnse natuurlijk.
Eric Krebbers
(Alle vertalingen zijn door de redactie.)
In een situatie van “structurele oorlog” van beide kanten (en dat is in Israel en de Palestijnse gebieden aan de hand) getuigt het innemen van eenzijdige standpunten en het onkritisch gebruik van historisch geladen terminologie zonder “in debth” kennis van de situatie ter plaatse van een naiviteit die niet past bij het zelfbeeld dat in de verklaring wordt onderstreept. Inderdaad kunnen en moeten kunstuitingen soms de grenzen van de redelijkheid en evenwichtigheid overschrijden omwille van de signaalwerking. Als daarbij het verschil tussen kunstuiting en politieke kortzichtigheid vervaagd verliest de kunst haar zeggingkracht.
Overigens waren er niet alleen islamisten, Turkse fascisten en Erdogan-aanhangers onder de demonstranten in Utrecht, er deden ook witte Nederlandse neonazi’s mee. En wel van de Germaanse Jeugd Nederland en van de club Nederland In Opstand. Bij elkaar opgeteld heb je het dan welgeteld over twee van die mafketels, Etienne van Basten en Tinus Koops. Maar het was bepaald niet de eerste keer dat nazi’s belangstelling hadden voor de Palestijnse strijd en zich op een demonstratie vertoonden. De toch niet echt onervaren organisatoren (de Internationale Socialisten) hadden dit van tevoren ook wel kunnen bedenken, maar ze hebben geen enkele voorzorgsmaatregel genomen om dit soort types uit de demonstratie te weren. Aangezien ze ook geen problemen blijken te hebben met Turkse fascisten en de verdere reut, kunnen we concluderen dat hun antifascisme een wassen neus is en ze alleen maar geïnteresseerd zijn in een zo groot mogelijke opkomst.
Doorbraak lijkt nogal optimistisch over de bevrijdende kracht van het intersectionele denken. Ik ben wat sceptischer en zie eerder een terugval naar de ongelofelijke linkse naïviteit van de jaren zeventig en tachtig en een gruwelijk simplisme waar het de blik op het Israëlisch-Palestijnse conflict betreft. Die neonazi’s komen ook niet uit het luchtledige opduiken en vinden zulk nationaal vlagvertoon natuurlijk altijd prachtig.
De volstrekt eenzijdige fixatie op Israël die de antiracistische beweging heeft gekozen en waartoe is opgeroepen door oude iconen als Angela Davis (die ontegenzeggelijk een belangrijke rol speelde in de historische strijd tegen racisme en voor emancipatie in de VS, maar nooit blijk heeft gegeven van enig benul van internationale politiek) is helaas een doodlopende weg die neigt naar secundair antisemitisme en die in het verleden leidde naar erger.
https://twitter.com/hdevreij/status/1393277797729247237
26.08.21
Het lijkt mij een goed idee dat 1 van jullie kunst- of onderwijsinstellingen deze tentoonstelling van Forensic Architecture https://twitter.com/ShahdAbusalama/status/1428099615967043586 gehouden in Manchester ook hier gaat hosten in Rotterdam na alles wat er gebeurd is en zodat alle Rotterdammers op een aanschouwelijke manier kennis kunnen nemen van de weerbarstige realiteit van alledag met betrekking tot etnische zuivering en de kunststukjes die Forensic Architecture iedere keer uithaalt om officiële versies van de overheid te debunken of om te laten zien hoe laf en leugenachtig de Israëlische autoriteiten omgaan met misdaden door haar begaan tegen Palestijnse burgers. Die kunststukjes spreken indrukwekkende boekdelen die er niet om liegen.