Tienduizend euro als je je mond houdt over racisme en discriminatie op de Haagse Hogeschool
Angstdromen duiken op van dertien jaar geleden toen twee docenten – Ram Ramsahai en Peter Ramlal – een klacht indienden bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) over racisme en discriminatie op de HHS en volledig gelijk kregen. Wat opvalt in het schriftelijk oordeel van de CGB over Ramlal is dat zijn klachten bijna stelselmatig door leidinggevenden op de HHS werden weggezet als een gebrek aan professionaliteit of niet serieus werden genomen. Pijnlijk is om te lezen hoe hij drie jaar lang bijna dagelijks minachtende opmerkingen moest aanhoren over zwarte mannen – een groep waar hij gemakshalve ook onder werd gerangschikt – door een witte vrouwelijke collega, tevens zijn kamergenoot. Bovendien werd hij door haar, ten overstaan van studenten en een docent, voor aap uitgemaakt. Op basis van alle bewijzen kon de CGB dan ook niet anders dan tot het oordeel komen dat de HHS verboden onderscheid had gemaakt op grond van ras en dat de docenten onvoldoende waren beschermd. Na het oordeel van de CGB is Ramlal merkwaardig genoeg tot 2018 bij de HHS blijven werken, terwijl Ramsahai al snel er voor koos om te vertrekken. Als Ramlal hoort over de zaak van Wasima Khan, is hij meteen bloedlink en even later komt hij met een verrassende mededeling. “Na mijn overwinning hebben ze geprobeerd om me kapot te maken – weer door verboden onderscheid te maken op grond van ras – en ben ik samen met een andere collega (nbrb) twee jaar geleden naar het College voor de Rechten van de Mens gestapt (CRM is de opvolger van de CGB). Eind mei van dit jaar komen ze met een oordeel”, vertelt hij. Ramlal laat een brief zien uit 2019 met een voorstel van de HHS om de zaak af te kopen voor tienduizend euro met als voorwaarde dat hij nooit meer erover mag praten. Verontwaardigd wijst hij het voorstel af en stuurt hij een verklaring aan het CRM: “Het voorstel deed onvoldoende recht aan mijn jarenlange ervaring met racisme en discriminatie op de HHS. Het komt op mij over als een doofpotactie en getuigt van onvoldoende besef van de ernst van de klacht en de traumatische gevolgen voor de slachtoffers”, schrijft hij. “Verder ontbreekt er een serieuze toezegging om er voldoende werk van te maken dat deze problemen niet meer op de HHS voorkomen.”
Stuart Kensenhuis in Tienduizend euro als je je mond houdt over racisme en discriminatie op de Haagse Hogeschool (Politiekmoetjedoen)