Tunesië: duizenden solidair met migranten en vluchtelingen nadat president hen aanviel
De Tunesische president Kais Saied heeft onlangs opgeroepen tot scherpe maatregelen tegen illegale immigranten uit landen ten zuiden van de Sahara. Hij zei dat zij een bron zijn van “geweld, misdaad en onaanvaardbare handelingen”. Zijn opmerkingen werden internationaal veroordeeld, en de Wereldbank heeft de besprekingen over haar toekomstige betrokkenheid bij Tunesië gepauzeerd. De uitspraken leidden ook tot wijdverbreide protesten in Tunesië, terwijl honderden migranten het land ontvluchtten.
Moina Spooner, van The Conversation Africa, vroeg Jean-Pierre Cassarino, een expert op het gebied van internationale migratie in noord-west Afrika, om zijn licht te laten schijnen over de migratie naar Tunesië en wat er achter de opmerkingen van de president zou kunnen zitten.
Wat is de geschiedenis van de migratie naar Tunesië uit de landen ten zuiden van de Sahara? Hoeveel migranten zijn er?
Sub-Sahara migranten in Tunesië komen voornamelijk uit West-Afrika. Immigranten in Tunesië maken een half procent van de bevolking uit. Volgens een recente studie zijn er ongeveer 21.000 officiële, gedocumenteerde migranten uit sub-Sahara Afrika, op een totale migrantenbevolking van ongeveer 58.000 personen.
Deze basiscijfers zijn belangrijk. Zij tonen aan dat migranten een zeer klein aantal buitenlanders vormen in vergelijking met de nationale bevolking. Er zijn verschillende soorten sub-Sahara migranten. Veel studenten uit West-Afrika komen naar Tunesië omdat zij een beurs hebben gekregen of hun opleiding aan Tunesische universiteiten willen voortzetten. Er bestaan verschillende overeenkomsten tussen universiteiten van Tunesië en een aantal West-Afrikaanse landen.
Andere migranten en vluchtelingen komen naar Tunesië voor werk of omdat zij op weg zijn naar Europa. Over hen zijn er echter geen precieze statistische gegevens bekend, omdat zij geïllegaliseerd zijn. Maar om een idee te geven: in 2021 hielden de Tunesische autoriteiten ruim 23.000 ongedocumenteerde migranten en vluchtelingen aan die naar Europa probeerden door te reizen.
Nu kan een migrant of vluchteling uit Afrika bezuiden de Sahara een legale status hebben en later toch illegaal gemaakt worden. Er is veel bureaucratische rompslomp. De procedures zijn zo omslachtig dat migranten – zoals studenten – zich in een juridisch ongewisse situatie bevinden, wanneer ze hun verblijf willen verlengen.
Hoe ziet het huidige beleid van het land ten aanzien van migranten en vluchtelingen eruit?
Om het kort en bondig te zeggen: het officiële beleid is selectief discriminerend. Tunesië is vrij open tegenover Europese migranten en zeer restrictief tegenover mensen van buiten de EU. Het komt erop neer dat de Tunesische benadering van migratie en migranten- en vluchtelingenrechten schommelt tussen de noodzaak om aan internationale normen te voldoen en de noodzaak om de voordelen van zijn burgers die in het buitenland wonen – zoals het overmaken van geld of het in het buitenland opdoen van kennis en vaardigheden – zoveel mogelijk te benutten. Dit betekent dat het moet proberen zijn migratiebeleid vrij open te houden. Tegelijkertijd wil Tunesië in zijn contacten met de EU en haar lidstaten een geloofwaardige speler zijn in de strijd tegen illegale migratie. Dit betekent dat Tunesië wil laten zien dat het zowel met de EU als met haar lidstaten goed kan samenwerken en zijn eigen grenzen prima kan controleren.
Zitten er sociale en politieke redenen achter de opmerkingen van de president?
In 2018 werd in Tunesië een wet tegen racisme aangenomen. Dat was een belangrijke stap voor de verdediging van de rechten van Tunesiërs die zich als zwart identificeren, en ook van migranten en vluchtelingen in het land. Het is nogal onthutsend om een politiek leider nu in het openbaar dergelijke uitspraken tegen migranten en vluchtelingen te horen doen. Als we het hebben over sociale spanningen, dan wordt migratie in veel landen gebruikt als middel om de publieke opinie te disciplineren en buitenlanders tot zondebok te maken. Een voorbeeld hiervan is Zuid-Afrika, waar migranten en vluchtelingen als schuldigen aangewezen werden toen ongelijkheid en werkloosheid toenamen. Een ander voorbeeld is de VS, waar de neergang van de conjunctuur leidde tot verwijten aan het adres van Latijns-Amerikaanse migranten en vluchtelingen.
De gemeenschappelijke noemers zijn: stijgende binnenlandse werkloosheid (vooral jeugdwerkloosheid), overheidstekorten, de crisis van de verzorgingsstaat en van de economie en, last but not least, spanningen tussen bevolkingsgroepen. Dit geldt ook voor Tunesië.
Tunesië gedraagt zich net als vele andere landen die geconfronteerd worden met sociale, politieke en economische problemen. De publieke opinie heeft behoefte aan radicale standpunten, ongeacht of die de malaise van hun samenleving kunnen verklaren of niet. Onze recente geschiedenis staat bol van voorbeelden hiervan, zelfs van de ergste die we ons kunnen voorstellen. Het is nou eenmaal veel gemakkelijker om de kop in het zand te steken. Dit is een soort vlucht uit de werkelijkheid. Het publiek doen geloven dat de inperking van de rechten van buitenlanders de andere mensen op de een of andere manier zal beschermen tegen de inperking van hun eigen sociale en economische rechten, is een klassieke politieke strategie die door veel leiders wordt gebruikt.
De Tunesische economie verkeert momenteel in een crisis: de staatsfinanciën staan op de rand van het faillissement en er zijn tekorten aan belangrijke goederen. President Saied heeft zich meer macht toegeëigend en heeft onlangs op grote schaal critici aangepakt die hem ervan beschuldigden een nieuwe dictatuur in het land te willen vestigen. Het is duidelijk dat de retoriek tegen vluchtelingen en migranten in Tunesië zeer problematisch is, maar zij is tegelijkertijd niet uitzonderlijk. Zij is niet specifiek voor Tunesië. Toch is deze retoriek merkwaardig, omdat Tunesië hoofdzakelijk een emigratieland is met een grote diaspora in verschillende landen. Tunesiërs worden in het buitenland geconfronteerd met soortgelijke discriminerende en nationalistische beweringen. Ik vraag me af hoe een land zijn eigen burgers die in het buitenland wonen goed kan beschermen tegen discriminatie en racisme, wanneer deze in eigen land zo welig tieren.
Ondertussen ben ik bang dat de regering in de nabije toekomst meer beperkende maatregelen zal nemen. Als ik het heb over “ontsnappen aan de werkelijkheid”, bedoel ik dat het voor een regering (en een deel van haar achterban) gemakkelijker is om de schuld elders te leggen, dan om onder ogen te zien wat er werkelijk gaande is.
Demonstratie
Op 25 februari, enkele dagen na de racistische toespraak van de Tunesische president, gingen ongeveer duizend demonstranten in de hoofdstad Tunis de straat op, met borden als: “We are all Africans”, “Le racisme n’est pas un opinion. C’est une delit!” (Racisme is geen mening. Het is een misdaad!)” en “All migrants are welcome”. Ook klonken er spreekkoren als: “No fear, no terror, the street is for the people”.
Chaima Bouhel, een bekend activiste die ook deelnam aan de demonstratie, verklaarde: “Ik heb er alle vertrouwen in dat er genoeg mensen in Tunesië zijn die begrijpen dat er geen plaats is voor racisme in een land dat zich na jaren van dictatuur een weg naar vrijheid heeft weten te vechten.” En: “Er mag absoluut geen plaats voor racisme zijn in onze regering of in een toespraak van onze president, en geen plaats voor geweld tegen wie dan ook, Tunesiër of niet-Tunesiër. Dit is een land dat open moet staan voor iedereen, en Tunesië moet niet de politie zijn voor welke grens dan ook, noordelijk of zuidelijk”.
Vertaling en bewerking door Jan Paul Smit
(Meer weten? Lees bijvoorbeeld: “Tunisia: President’s offensive statements targeted black migrants – with widespread fallout“, Franzisca Zanker; of: “As the disturbing scenes in Tunisia show, anti-migrant sentiments have gone global“, Nesrine Malik.)