Uitzetcommissie wil verzet van vluchtelingen bestraffen
In zijn jaarverslag over 2010 gooit de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) een flinke schep bovenop de toch al spijkerharde uitzetpraktijk van de overheid. Als een trouwe waakhond van de deportatiemachine roept de commissie het kabinet op om het uitzetten nog repressiever, effectiever en intensiever aan te pakken.
In 2010 zijn 2.404 van de 6.600 geplande uitzettingen uiteindelijk mislukt, meldt de CITT. Ruim 300 annuleringen werden veroorzaakt door verzet van de te deporteren migrant of vluchteling. De uitzetcommissie zet de wereld op z’n kop door het structurele geweld van de staat toe te juichen, maar het individuele verzet van vluchtelingen tegen hun eigen deportatie te veroordelen en te willen bestraffen. De CITT is uiteraard helemaal niet blij met dat soort dwarsliggers. Men pleit er in het jaarverslag dan ook voor om “vreemdelingen” die hun eigen deportatie verhinderen, het leven extra zuur te maken. “Met enige verwondering heeft de commissie kennis genomen van het feit dat honderden malen verzet is gepleegd tegen ambtenaren in functie, en dat slechts eenmaal proces-verbaal is opgemaakt.”
De commissie klaagt steen en been over “gewelddadige vreemdelingen”, maar moedigt staatsrepressie aan en verlangt zelfs meer straf en geweld om “vreemdelingen” klein te krijgen en kapot te maken. Want “de doelgroep wordt steeds moeilijker en is lastiger uit te zetten door het verbale of fysieke geweld dat er vaak bij komt kijken”. En men vreest het risico “dat iedere vreemdeling die er in slaagt door het plegen van verzet zijn uitzetting te verhinderen, bij terugkeer in het detentiecentrum anderen stimuleert hetzelfde gedrag te vertonen”. Die aanzuigende werking van succesvol verzet is een doorn in het oog van de commissie. De stigmatiserende toon over het toenemende “geweld” van te deporteren mensen zonder verblijfsrecht gaat zelfs minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel te ver. In een reactie op het jaarverslag laat hij de Tweede Kamer weten dat het in het merendeel van de gevallen “verbaal verzet” betreft, dus niet “fysiek geweld”.
Verder blijkt de commissie flink ontevreden te zijn over de politie, die “aangetroffen illegale vreemdelingen” te vaak weer zou laten gaan en dus te weinig zou opsluiten en uitzetten. Er zouden bovendien veel minder “controles op illegaliteit” worden uitgevoerd dan voorheen. Al jaren draait de deportatiemachine op volle toeren, maar voor de CITT gaat dat nog lang niet hard en snel genoeg. Daarbij roept men het spookbeeld op van “criminele en de gemeenschap overlast bezorgende vreemdelingen die het presteren zich gedurende jaren aan uitzetting te onttrekken”. Als we de commissie mogen geloven, dan moet het kabinet zo ongeveer de noodtoestand uitroepen en staat het land op de rand van een burgeroorlog. Maar het zijn de mensen zonder papieren die in een noodtoestand verkeren en dagelijks worden uitgerookt en vernederd.
De commissie geeft een draai om de oren van de Stichting Duurzame Terugkeer, een platform van organisaties met “vrijwillige” terugkeer-projecten voor afgewezen vluchtelingen die zich gedwongen zien om uit Nederland te vertrekken. Volgens de commissie keren via de stichting veel te weinig vluchtelingen terug. Achter “vrijwillige” terugkeer zou veel meer vaart moeten worden gezet. De commissie vindt dat sommige bij het platform aangesloten organisaties, zoals VluchtelingenWerk, veel te weinig werk maken van daadwerkelijke terugkeer. Ze zouden zich blijkbaar nog meer moeten ontwikkelen tot verlengstuk of aanhangsel van de deportatiemachine.
Jubelend is de commissie daarentegen over “de pilot gelaatsscherm” van de marechaussee. “Doel van de pilot is een scherm te ontwikkelen en uit te testen tegen spuwen en bijten door uit te zetten vreemdelingen en tegelijkertijd om een humane behandeling van de te escorteren vreemdeling te waarborgen.” Hoe onmenselijk en vernederend dwangmiddelen als gezichtsmaskers ook zijn, toch blijft jaar in jaar uit een heel leger van politici, ambtenaren en onderzoekers de mantra herhalen dat het uitzetbeleid “humaan” is. “Het scherm behoort inmiddels tot het standaardpakket dat bij uitzetting wordt meegenomen”, aldus de commissie, die met zelfgenoegzame nationalistische trots meldt dat diverse EU-landen inmiddels belangstelling hebben voor het gezichtsmasker van Nederlandse makelij. Met dat exportproduct leren Nederlandse deportatie-experts hun collega’s in andere EU-landen hoe ze beter en meer kunnen uitzetten. Want deporteren, daar kan ook een klein land groot in zijn.
Harry Westerink