Utrechtse baanlozen hebben massaal schijt aan Flextensie-dwangarbeid
Baanlozen in de gemeente Utrecht weigeren massaal mee te doen aan Flextensie. Via die uitbuitconstructie laten gemeenten baanlozen zonder loon en arbeidsrechten werken. Deelname aan het dwangarbeidproject gebeurt formeel op “vrijwillige” basis. Zo’n 99 procent van de Utrechtse bijstandsgerechtigden heeft zich ondanks de toch uitgeoefende druk niet aangemeld bij de koppelbaas Flextensie. Kennelijk zien ze geen heil in deelname, in deze tewerkstelling voor een fooi van 2 euro per uur, en schrijven ze zich dus niet in. Doorbraak eist dat de gemeente Utrecht en de uitbuiters van I-did nú stoppen met Flextensie!
De gemeente Utrecht heeft ongeveer 10.000 bijstandsgerechtigde huishoudens. Uit WOB-documenten van onderzoeksbureau Jansen & Janssen blijkt dat koppelbaas Flextensie en de gemeente Utrecht sinds augustus 2015 samenwerken. In de periode van september 2016 tot oktober 2017 werden er volgens de WOB-documenten “cumulatief” 151 baanlozen in de zogenaamde Flextensie-poule geplaatst. Dat wil zeggen dat mensen nog geen rechteloze arbeid verrichten, maar dat er wordt gezocht naar dwangarbeidplaatsen. In diezelfde periode zijn er “cumulatief” 77 plaatsingen geweest. Dat wil zeggen dat 77 baanlozen zonder loon en arbeidsrechten voor bedrijven hebben gewerkt, minder dan 1 procent van alle bijstandsgerechtigden. Na de gedane dwangarbeid zouden er “cumulatief” 37 baanlozen geen recht meer hebben gehad op een uitkering. Ofwel omdat ze een of ander arbeidscontract kregen bij de voormalige uitbuiter waar ze tewerk zijn gesteld, of om andere redenen: mensen zijn verhuisd, kwamen op een andere manier aan een inkomen of zijn de bijstand uitgepest.
Uit de documenten blijkt dat baanlozen op verschillende manieren worden bewerkt om maar vooral rechteloze arbeid via het baanlozenuitzendbureau te gaan doen. Tijdens groepsbijeenkomsten, werkcontactdagen, werktrainingen en individuele gesprekken bij “Werk in Zicht” wordt er druk uitgeoefend en op hen ingepraat om zich tewerk te laten stellen. De ambtenaren, intercedent en Sociaal Innovatielab B.V. (voorheen Flextensie B.V.) hebben het er maar druk mee en komen met heel veel moeite aan voldoende “vrijwillige” inschrijvingen om de kosten en de beoogde omzet (besparingen op uitkeringen voor de gemeente Utrecht) van het dwangarbeidproject rond te krijgen.
“Waarom willen baanlozen niet dwangarbeiden?”
Tijdens “contractoverleggen” werd met grote verwondering geconstateerd dat “kandidaten onvoldoende willen”. De 5 à 6 pennenlikkers die aan zulke overleggen meedoen, konden “vaststellen dat het vullen van de pool heel moeilijk is” en men “heeft niet echt een idee hoe het komt dat klanten zich niet aanmelden”. Tsja, hoe zou het nou toch komen dat “veel klanten” niet in de Kerstperiode willen dwangarbeiden, terwijl er toch “genoeg te doen is”?
Een antwoord op die vraag komt er natuurlijk nooit. In de 53 verkregen documenten van de gemeente Utrecht komt er geen baanloze aan het woord. Flextensie is een reïntegratie-instrument waarmee ook geld kan worden verdiend en dat moet baanlozen top-down worden aangesmeerd. De pennenlikkers vragen zich dan ook af hoe ze ervoor kunnen zorgen “dat mensen een keuze maken”. Dat baanlozen massaal de keuze maken om níet vrijwel gratis en rechteloos te gaan werken, is voor hen dus géén keuze. Echt kiezen kan kennelijk alleen vóór dwangarbeid.
De pennenlikkers zoeken koortsachtig naar een oplossing voor de weigerachtige baanlozen. Misschien “dat we strakker moeten uitrekenen wat voor de klant de win/win situatie is als de klant lid wordt van de ‘pool'”, opperden ze. Hoezo een “win/win situatie” voor “de klant”? Baanlozen worden als supergoedkope en rechteloze arbeiders tewerkgesteld via uitzendbureau Flextensie, ter disciplinering. De bazen betalen slechts 12,50 euro per uur aan Flextensie en de dwangarbeiders krijgen een fooi van 2 euro per gewerkt uur. Zo spekken die de Utrechtse gemeentekas én de beurs van de “ondernemers”. Daarnaast werken Flextensie-baanlozen ook nog eens het salaris van een intercedent bij elkaar. Zo onderhouden ze de managers én uitbuiters van hun eigen uitbuiting.
En hoezo zijn bijstandsgerechtigden eigenlijk “klant”? Kopen baanlozen iets bij Werk & Inkomen? Kunnen ze in die ‘winkel’ binnenlopen en tegen de bediening zeggen: “doe mij maar een hogere uitkering en de verplichtingen én de Participatiewet hoef ik niet meer”. De klant is koning, toch? Niet dus. De term “klant” duidt op een kapitalistisch wederkerigheidsprincipe dat, zeker sinds het ingaan van de Participatiewet in 2015, het principe van voor-wat-hoort-wat binnen de sociale zekerheid zou moeten rechtvaardigen. Voorheen was de sociale zekerheid op een solidariteitsprincipe gestoeld. Een andere uiting van die omslag is bijvoorbeeld de verplichte “tegenprestatie”.
Dwangarbeid bij I-did
In tegenstelling tot de gemeente Zaanstad geeft de gemeente Utrecht geen informatie vrij over de bedrijven waar bijstandsgerechtigden tewerk worden gesteld, laat staan over hun omzet. Kennelijk is er één bedrijf dat geen staatsbescherming behoeft: I-did. In het atelier van deze uitbuiters verwerken baanlozen vilt tot hippe producten voor H&M, Ikea, de Efteling, Heineken en het Radboudumc. Koppelbaas Flextensie levert zeer waarschijnlijk ieder half jaar nieuwe dwangarbeiders aan bij deze bazen, onder het mom van “échte werkervaring opdoen”.
Bazen pamperen
De evaluatie over de periode van oktober 2015 tot en met 2016 vermeldt over het “instrument en doel: het gaat om inzet op regulier werk tegen een tarief dat minimaal gelijk staat aan het minimumloon”. Maar wacht eens even… bij regulier werk horen een regulier loon en reguliere arbeidsrechten. Toch?
Maar niet volgens GroenLinks-wethouder Linda Voortman, die in oktober 2018 in de commissie Mens en Samenleving (verslag, pag. 75) de tweede PvdA-motie “Stoppen met Flextensie” resoluut van de hand wees. “Wethouder Voortman ziet dit als een manier om mensen aan het werk te helpen. Wanneer het college hiermee zou stoppen, zitten deze mensen thuis. Dan hebben ze alleen de uitkering, zitten ze op de bank.” Over de uitbuitconstructie zelf beweerde ze: “Het is dus niet een structurele manier om mensen voor een laag salaris te laten werken”. Daar heeft Voortman warempel een punt: Flextensie-dwangarbeiders krijgen geen salaris! Het uurtarief gaat namelijk niet naar de baanloze, maar naar de gemeente en Sociaal Innovatielab BV.
De PvdA is overigens nog altijd (geen verrassing) stevig van de arbeidsmoraal, want de partij “wil zoeken naar andere vormen van het opdoen van werkervaring en onmiddellijk stoppen met Flextensie” (pag. 58). De sociaal-democraten hebben het, net zoals Voortman trouwens, echter nog steeds niet helemaal begrepen wanneer ze constateren dat “het blijkt dat de gemeente mensen onder het minimumloon laat werken”. Nee, het is niet werken “onder het minimumloon”, maar een structurele manier om baanlozen zónder loon en zonder arbeidsrechten voor een habbekrats uit te leveren aan bazen en kapitaal!
Doorbraak eist dat de gemeente Utrecht nu dan ook écht stopt met de uitbuitconstructie Flextensie en alle andere dwangarbeidprojecten. Elk uur dwangarbeid is een uur teveel. Verhoog de uitkeringen en maak die onvoorwaardelijk! Want ook zonder baan hebben wij recht op een menswaardig bestaan!
Bart de Baan en Puk Pent
Prima, zo werkt het ook om dit soort ‘initiatieven’ de nek om te draaien; eendracht maakt nog altijd macht.