Veel adrenaline, weinig beweging
Na de 1 mei-demonstratie in Nijmegen, die Doorbraak mede georganiseerd had, vond er ’s avonds een discussiebijeenkomst plaats onder de demonstranten en de organiserende clubs, waar de vraag “hoe solidariteit te organiseren” centraal stond, want daar gaat het op 1 mei natuurlijk grotendeels om. Het debat maakte pijnlijk duidelijk dat daar nog maar weinig ideeën over zijn binnen radicaal-links.
Een terugkerend thema in de discussie was de succesvolle staking van de schoonmakers van de afgelopen maanden.
Terecht, want dat is een flink staaltje organisatiewerk geweest en zeker een goed voorbeeld van hoe solidariteit georganiseerd kan worden. Activisten binnen Doorbraak zijn dan ook al langere tijd bezig om zich de organisatiemethoden en strategieën die bij deze campagne gehanteerd zijn, eigen te maken en in te zetten om onze radicaal-linkse thema's en initiatieven aan kracht te laten winnen. Een deel van de aanwezigen zag ook de noodzaak daarvan. We zitten immers in een economische crisis, mensen zijn de spelletjes die de financiële wereld met hen speelt ronduit zat, het vertrouwen in de parlementaire politiek wordt steeds kleiner, en een enorm groot en groeiend gedeelte van de werknemers werkt op flexibele basis, wordt respectloos gebruikt en leeft in onzekerheid over zijn of haar toekomst. Dat is een situatie die door links al jaren wordt voorspeld en wordt opgepikt, maar het lukt tot dusver maar moeizaam om die onvrede om te zetten in een grote, sterke linkse beweging. Tijdens het debat werd het onbedoeld duidelijk waar dat onder andere aan ligt.
Zonnebrillen
Een deel van de aanwezigen kon de demonstratie van die dag maar niet loslaten. Zoals na vrijwel elke demonstratie waar flinke klappen zijn gevallen tussen demonstranten en politie, barstten er meteen discussies los over geweld op demonstraties. Tijdens het 1 mei-debat kwamen mensen steeds weer terug op de vraag hoe een demonstratie het beste gevoerd moet worden. Dat gaat dan over de vraag of dat provocerend moet, of juist niet, en welke kleding je dan zoal moet dragen (dat naar aanleiding van de kritiek op de vele mensen die in het zwart waren gekleed en die hun gezichten bedekten met sjalen en zonnebrillen). Over de manier waarop sterke en daadkrachtige organisaties opgebouwd zouden moeten worden, waren helaas veel minder ideeën. Daaruit kan geconcludeerd worden dat er nog veel te veel focus ligt op rondjes lopen (demonstreren) en hoe zo'n demonstratie vervolgens moet verlopen. Een klein deel van de aanwezigen vond bijvoorbeeld dat de zwarte kledij, het vuurwerk, het vechten met de politie en de stenen door de ruiten bij uitzendbureau Adecco, het publiek alleen maar van ons zou vervreemden, waardoor een demonstratie (en dus de linkse beweging) volgens hen altijd klein zou blijven. Veel van de andere aanwezigen wilden confrontaties juist niet uit de weg gaan, en weigerden zich de les te laten lezen door de politie, om zo aan het publiek te laten zien dat er écht verzet bestaat en mogelijk is.
Maar als organisaties of groepen mensen op deze manier discussiëren over solidariteit organiseren, dan maakt het uiteindelijk niet veel uit hoe een dergelijke demonstratie verloopt, want solidariteit organiseer je niet door met een stoere, zwarte capuchon en een zonnebril een uurtje te knokken met de politie om vervolgens tussen de ME-linies weggevoerd te worden en weer naar huis te gaan, en óók niet door een vrolijk roze petje te dragen, de politie te gehoorzamen en vervolgens een demonstratie te lopen die niemand opvalt. Demonstraties zijn namelijk ingebed in ons systeem, met geweld of zonder geweld. Soms gebruikt de politie zelfs de korte lontjes, of de wil om te vechten van demonstranten om vervolgens de hele demonstratie kapot te kunnen slaan. Iedereen die zijn blikveld, organisatievermogen en strijdterrein beperkt tot demonstraties lopen of soortgelijke vormen van actievoeren (waar ‘bewustmaken van de burgers’ vaak het onderliggende doel is), is dus bezig met een vrij zinloze strijd. Demonstraties zouden, zeker op 1 mei, een opbeurende gebeurtenis moeten zijn, om de resultaten te laten zien van een jaar lang organiseren. Zulke demonstraties zouden campagnes moeten inluiden, of uiting moeten zijn van ongenoegen. Maar politieke strijd mag zich in ieder geval nooit beperken tot alleen maar 'bewustwordingsacties' (gewelddadig of niet), zoals demonstraties lopen.
Politie
Hoe nauw het denkkader over hoe solidariteit georganiseerd moet worden, bij sommigen onder de aanwezigen (van het 'confrontatie-aangaan-kamp') wel niet was, bleek uit hun analyse van de wekenlange staking van de schoonmakers. Die werd gereduceerd tot een middag waarop schoonmakers gehoor hadden gegeven aan enkele bevelen van de politie. Het lijkt een kleine, onschuldige of misschien zelfs wel juiste opmerking, maar in een dergelijke uitspraak schuilt ontzettend veel inhoud. Het geeft namelijk precies aan hoe er vanuit een bepaald deel binnen links gekeken wordt naar dergelijke stakingen. De manier waarop de organizers van de vakbond samen met enthousiaste schoonmakers honderden ongeorganiseerde, veelal kansloze, elkaars taal niet sprekende schoonmakers hebben georganiseerd, gemotiveerd en tot een sterk front hebben gevormd, werd niet of nauwelijks onder de loep genomen. Liever werd er één middag uitvergroot, en werd er ingezoomd op datgene waar de confrontatie met de politie een rol speelde. Het zal allemaal wel niet 'radicaal' genoeg zijn geweest. Maar dat is natuurlijk een totaal irrelevante analyse, als je bedenkt dat zoveel mensen aan de onderkant van de samenleving vanuit een ongeorganiseerde positie hun baan in de waagschaal stellen en negen weken lang achter elkaar doorstrijden. Dat weegt volgens sommige actievoerders dus op geen enkele manier op tegen een uurtje tegen de politie ageren, om vervolgens weggevoerd te worden. Dat is zoveel makkelijker, maar natuurlijk geen centimeter 'meer radicaal'. Integendeel.
Deze naar binnen gerichte denkwijze kwam nog eens naar boven toen er door de discussievoorzitter werd gevraagd naar concrete ideeën en plannen om solidariteit beter te kunnen organiseren. Een anarchist deed vervolgens een oproep om vooral 'onszelf' te organiseren, want hij kende nogal wat (linkse) mensen die nog niet aangesloten waren bij een organisatie. Verbreding werd door hem minder belangrijk gevonden. Maar wie is 'onszelf' dan? Zo rondkijkend door het aanwezige publiek, is dat voor het grootste gedeelte waarschijnlijk de blanke, beetje alternatieve jongere. Nu is er helemaal niks mis met blanke, beetje alternatieve jongeren, en ze zouden zich zeker aan moeten sluiten bij een linkse organisatie, maar waarom is anti-kapitalistische strijd alleen aan hen toevertrouwd? En nog belangrijker: wáárom juist zij en wát ga je dan vervolgens met elkaar doen? Dat zal helaas in de praktijk niet veel meer zijn dan (militant) demonstreren, flyers uitdelen en filmavonden organiseren. Precies zoals het al jaren gaat. Hadden de schoonmakers hun situatie dan maar beter kunnen accepteren? En moeten de vele flexwerkers en geïllegaliseerden dat in de toekomst ook maar doen? De mensen die hun banen zullen gaan verliezen? De mensen wier huizen worden gesloopt en de stad worden uitgedreven? De mensen die steeds meer, langer en harder moeten gaan werken om de bazen maar te kunnen bedienen, die hen bovendien hebben opgezadeld met een crisis? Al deze mensen hebben alle reden om anti-kapitalist en links te zijn, maar zullen zich niet zo snel aansluiten bij een wat subculturele groep mensen, die steeds rondjes door de stad lopen en wellicht hier en daar NEE tegen de politie zeggen. We zullen mensen op andere manieren moeten bereiken, en laten zien dat linkse strijd menens is, en dat er daadwerkelijk resultaten behaald kunnen worden (met de schoonmakersacties alvast in de broekzak). De les van dit 1 mei-debat is dat het opzoeken en contact maken met al die mensen die lijden onder het neo-liberalisme en de aankomende bezuinigingen, nog veel harder en beter zal moeten gebeuren.
Solidariteit
Op deze gekke, ietwat negatieve manier is de dag van de arbeid in Nijmegen toch zeer inspirerend geweest, juist omdat het aanzet tot een verscherping van de strategieën, en nogmaals het bestaansrecht van een organisatie als Doorbraak bewijst. Want hoe lastig het ook kan zijn, Doorbraak-leden proberen woorden in daden om te zetten, en proberen dan ook daadwerkelijk om samen met groepen die harde klappen krijgen verzet en solidariteit te organiseren. Dat geven we op dit moment concreet vorm door actief contact te zoeken en samen te organiseren met migrant domestic workers, Burundezen, inburgeraars, schoonmakers en alle mogelijke groepen die (zullen gaan) lijden onder het juk van de populariteit van Geert Wilders. Dat zou een insteek van vele linkse clubs moeten zijn, en er waren ook zeer zeker positieve geluiden in deze richting te horen tijdens het debat. Maar luisterend naar deze discussie, was enige twijfel rondom de wil van radicaal-links om echt mee te bouwen aan een beweging van onderop, helaas wel op zijn plaats.
Yerke
Na de 1 mei demonstratie van 2012 (gisteren dus) lees ik dit stukje nog een keer. Ik heb het eerder gelezen maar het is toen een beetje langs me heen gegaan. Nu stel ik mij precies dezelfde vraag als de schrijver: hoe bouwen we een sterke beweging op?
Ik heb daarop zo snel geen antwoord, ik waardeer de bijdrage van deze schrijver in die discussie, maar ik vind de toon en de conclusie van de schrijver erg naar. Betweterig eigenlijk. Het ligt aan de zonnebrillen, men gaat alleen een beetje de confrontatie aan met de politie en verder gebeurd er eigenlijk het hele jaar niks… Ohja, er worden wat flyers uit gedeeld en filmavonden georganiseerd, mag ik het zo samenvatten?
Maar waar is DOORBRAAK nou, hè? Een fantastische, springlevende organisatie, véél meer dan een krant plus website. En zoveel wijzer geworden van het organizen, huh?
Waar is nou eigenlijk die praktijk van DOORBRAAK? Ik vind ballen gooien naar afbeeldingen van politici prima, maar erg emanciperend is het niet.
Begrijp me niet verkeerd, ik heb DOORBRAAK altijd hoog zitten. Maar veel meer dan info-middagen organiseren is er ook bij jullie nog niet uitgekomen. Is het ECHT zo anders wat jullie doen dan wat die andere “alternatieve, blanke mensen doen”? Natuurlijk, want het verschil zit’m erin dat: “Doorbraak-leden” echt “proberen woorden in daden om te zetten”. Nou, dat klinkt prachtig!
Maar wat dacht je van de bars, bibliotheken, eetcafés, dansgelegenheden, gevangenen schrijfavonden, filmavonden, infoavonden, discussie bijeenkomsten, woonruimtes, ateliers, bezettingsacties, flyer acties, demonstraties en picketlines, websites, brochures en, god weet wat nog meer, er door diezelfde mensen met “naar binnen gerichte denkwijze” van het “confrontatie-aangaan-kamp” georganiseerd en draaiende gehouden worden? hmm?
Ontzettend goed dat jullie opzoek gaan naar “Burundezen, inburgeraars, schoonmakers en alle mogelijke groepen die (zullen gaan) lijden onder het juk van de populariteit van Geert Wilders.” Ik wens jullie veel succes, maar weet je wat? Doe het eens zonder anderen van je te vervreemden.
Beste VaQm,
Het gaat al heel lang slecht met links, met bewegingen van onderop. Het was twintig, dertig jaar geleden volkomen ondenkbaar dat iemand als Wilders zoveel stemmen zou krijgen, dat het migratiebeleid zo repressief zou worden, en dat het kapitalisme zich zo diep in onze levens en vooral in onze hoofden zou nestelen.
De zegetocht van rechts is het verlies van links, ook van de buiten-parlemantaire actiebeweging. Want we hebben niet kunnen voorkomen dat rechts sterker en sterker werd. Zeker in Nederland staat links er onzettend slecht voor, dat moeten we tot ons laten doordringen en daar moeten we onze consequenties uit trekken: we doen iets niet goed!
Daarom moeten we onze eigen praktijken ter discussie stellen. Onszelf met harde vragen confronteren. Uiterst kritisch op onszelf zijn. We kunnen er niet meer mee volstaan dat we toch allemaal zo goed bezig zijn met van alles en nog wat. Het is vast allemaal erg nuttig, en het voelt vast en zeker goed, maar waar leidt het toe? Met die vraag zou links dag en nacht moeten worstelen. En dat doen velen gelukkig ook, steeds meer.
Het lijkt er sterk op dat jij je de kritieken in dit stuk nogal persoonlijk aantrekt. Dat is niet de bedoeling: het gaat om de beweging, om links als geheel, om onze gezamenlijke strategieën. En ja, kritiek en zelfkritiek zijn niet altijd leuk, de toon kan nu eenmaal niet altijd positief zijn. Sommigen in linkse kringen willen liever dat we altijd en allemaal lief tegen elkaar zijn, en onderlinge kritiek uit de weg gaan. We bedoelen het immers toch allemaal goed? Maar zoals Rosa Luxemburg het al zei: zonder het botsen der meningen sterft het politieke af. En we zijn nu eenmaal allemaal mensen, met emoties, en we hebben allemaal veel in de strijd geïnvesteerd, dus het is geen theoretische oefening. Het komt heel dichtbij, en dan kunnen er harde en vervelende woorden vallen. Dat is wat mij betreft een positief gegeven, het tekent de betrokkenheid.
Wat we nodig hebben is macht om verslechteringen te kunnen tegenhouden, en offensief: om meer collectief onze levens te kunnen gaan bepalen. Hoe we daaraan komen weten we ook niet precies, maar het betekent minimaal meer mensen bij elkaar brengen, en daar komen organizing en militant onderzoek om de hoek kijken. Bij de schoonmakers heeft organizing in ieder geval gewerkt, en wij proberen elementen ervan nu buiten de bond toe te passen in onze eigen steden, in Leiden bijvoorbeeld met werklozen. Een aantal van ons is namelijk zelf werkloos.
Het is maar een experiment, een begin, iets kleins in de schaal der dingen. Wij hebben ook de antwoorden niet, en zijn ook niet honderd procent zeker dat we ze in deze richting zullen vinden. Maar we zijn wel op zoek, en kunnen simpelweg niet meer tevreden zijn met een “we zijn toch allemaal zo goed bezig”-verhaal. En we hopen dat steeds meer linksen die houding zullen gaan innemen.
Je schrijft wat denigrerend dat ballen gooien niet emanciperend is, en dat klopt zeker. Maar het maakt onderdeel uit van een wat groter experiment. Misschien heb je zin om daar kennis van te nemen? Kijk dan hier: http://www.doorbraak.eu/?p=9870
Eric Krebbers van Doorbraak
Hallo ook nog even een reactie van de auteur,
Ik weet niet of je aanwezig was bij de 1mei discussie/evaluatie van 2010 maar naar aanleiding daarvan is dit stuk geschreven. Misschien is dat goed om te weten. Uiteindelijk gaat het artikel om meer dan alleen de evaluatie van de demonstratie dus wat dat betreft is het terecht dat je het als algemene kritiek beschouwt.
Wat ik in het artikel dan ook probeer is om mezelf, of onszelf als Doorbraak en als nieuwe linkse organisatie, te positioneren en stelling te nemen om op die manier vat te krijgen op datgene waar we mee bezig zijn. Om een richting voor jezelf te bepalen en te kiezen waar je je tijd en energie de komende tijd in gaat steken, is het goed om enerzijds te noemen wat je tegenstaat in de huidige actiewereld (je vorm toch niet zomaar een nieuwe organisatie) en anderzijds datgene wat je beoogt te bereiken. We proberen dat altijd zo open mogelijk te doen en besteden veel aandacht aan de mening van anderen daarop (op de krant en site). Ik vind het mooi als het ons lukt om ook andere organisaties of mensen uit te nodigen om in discussie te gaan, duidelijker stelling te nemen of hun gedachtegoed duidelijker te verwoorden. Misschien dat die betweterige toon van mij uit die wens tot discussie voortkomt. Jou bijdrage aan die discussie, waarin je vooral datgene wat al bestaat verdedigt en niet uitlegt waarom dat een goede strategie is, vind ik helaas niet heel interessant. Mijn punt is namelijk ook niet dat er niets wordt gedaan binnen buitenparlementair links. Er wordt inderdaad van alles gedaan. Aan sommige dingen die je noemt heb ik ook meegewerkt en/of maak er gebruik van (ik ga graag naar bars, eetcafés en dansgelegenheden. Leuk!), maar dat betekent niet dat je de vraag niet moet stellen wat de beste manier is om een brede verzetsbeweging op te bouwen die in de toekomst iets kan betekenen voor een groot deel van de bevolking en dat betekent ook niet dat je je niet mag afvragen of de huidige methoden misschien toch vooral de erfenis is en naweeën zijn van de actiewereld en denkbeelden uit de jaren tachtig.
Om een nuttige discussie te krijgen moet je soms stelling nemen en een beetje prikkelen om constructief na te kunnen denken wat je nu wilt. Dat prikkelen is blijkbaar gelukt, maar het constructief meedenken helaas niet want je schiet alleen in de verdediging. Op die manier vervreemden we inderdaad van elkaar, maar dat komt dan net zo goed van jou kant.
Om in ieder geval zo concreet mogelijk antwoord te geven op je vraag wat Doorbraak zoal heeft gedaan verwijs ik je naar het overzicht: http://www.doorbraak.eu/?page_id=5404 , waarvan 2012 niet helemaal uptodate is. Dat is natuurlijk minder dan we zouden willen doen en ook minder dan datgene waar ik in mijn artikel uit 2010 voor pleit. Toch kun je ons niet verwijten dat we het niet proberen. Het is natuurlijk ook een beetje gemakkelijk om twee jaar later een organisatie te bekritiseren op het feit dat ze hun doelen niet hebben bereikt. We hebben ook allerlei dingen geprobeerd die helaas niet van de grond zijn gekomen, die zijn niet gepubliceerd in de lijst. Dat wat we willen gaat helaas niet zo makkelijk, maar om daar de ideeën mee af te doen vind ik te makkelijk en dat verwijt kan ik bovendien ook andersom maken. In het artikel dat ik heb geschreven gaat het om de intentie en de richting die ik (met Doorbraak) op zou willen. Dat dat in de praktijk moeizaam gaat weet iedereen, maar dat doet niets af aan het feit dat het broodnodig is om na te denken over hoe een beweging op te bouwen waar meer mensen zich in thuis voelen dan nu het geval is. Ik hoop dat je daar in mee wilt denken en doen.
Bedankt voor de constructieve reacties.
“Het is natuurlijk ook een beetje gemakkelijk om twee jaar later een organisatie te bekritiseren op het feit dat ze hun doelen niet hebben bereikt. We hebben ook allerlei dingen geprobeerd die helaas niet van de grond zijn gekomen, ….”
En dat is nu precies wat ik wilde zeggen: jullie zijn niet de enigen zijn die hard werken met weinig resultaat.
Misschien ten overvloede, maar ons punt is dus niet dat we met z’n allen onvoldoende hard werken en te weinig resultaat halen. Het gaat ons erom dat we durven toegeven dat de manieren waarop we actief zijn te weinig resultaten behalen, en dat we dus echt op zoek moeten naar andere (aanvullende?) actie en organisatie-methoden. En dat gebeurd in onze ogen helaas her en der nog wat te weinig.
Het komt regelmatig voor dat actievoerders vastgeklonken lijken aan 1 bepaalde methode, aan 1 ding dat ze nu eenmaal altijd doen, in plaats van dat ze eerst hun doelen formuleren en dan met een open mind kijken welke methoden het meest geschikt zouden kunnen zijn om die doelen daadwerkelijk naderbij te brengen.
En dat is echt een groot probleem, en wij zijn echt niet de eersten die dat naar voren brengen. In de jaren 80 waren er in de actiebeweging al grote discussies over, toen al zagen veel mensen in dat de methoden waar we ons nu nog steeds aan vastklampen, toch wel erg veel beperkingen kenden. Veel activisten liepen en lopen een paar jaar mee, demonstratie na demonstratie, campagne na campagne, zonder dat ze enige vooruitgang bespeuren, en haken daarom weer af, vaak op zoek naar effectievere manieren om hun beperkte tijd in te zetten.
Als we samen meer effectieve methoden zouden kunnen ontwikkelen, dan bestaat er een kans dat meer mensen langduriger mee willen doen, en dat zou tot meer macht kunnen leiden om werkelijk dingen te veranderen. In plaats van voornamelijk roepen dat ze moeten veranderen (en weten dat ze aan het einde van de campagne niet veranderd zijn), zouden we samen diepgaander moeten nadenken over hoe we echt invloed en macht zouden kunnen opbouwen.