Vijftien stellingen voor een nieuw anti-imperialisme
Gisteren plaatsten we in onze rubriek Nieuws Elders het artikel “Oorlogseconomie” waarin auteur Hans Boot laat zien hoe Nederlandse topmilitairen en kapitalisten gezamenlijk een nieuwe richting aanwijzen voor ons economische bestel. Nu het neo-liberalisme meer en meer vastloopt, kan militarisering volgens hen de economie weer vlot trekken. Die ontwikkeling is niet uniek voor Nederland. Met haar tekst “Vijftien stellingen voor een nieuw anti-imperialisme” probeert de Duitse initiatiefgroep Sozialismus oder Barbarei die militarisering te plaatsen in een breder, en voor anti-imperialisten vernieuwend kader. Want waar orthodoxe anti-imperialisten steevast slechts één machtspool willen waarnemen (de VS) en hun positie aan de hand daarvan bepalen, ziet de initiatiefgroep meerdere op elkaar botsende imperialismen. En daarnaast bevat hun verhaal ook autonoom-marxistische elementen (van onderop worden grenzen gesteld aan de uitbuiting). Een stevige materialistische analyse, afgesloten met een helaas voorlopig nogal over-optimistisch idee van wereldwijd samenwerkende bewegingen van onderop. De vertaling werd ons aangeleverd door Harald Minkens.
1. De huidige oorlogen – Rusland tegen Oekraïne, het Nabije- en Midden-Oosten (Gaza, West-Bank, Zuid-Libanon, Jemen, Syrië, Irak, Israël tegen Iran) en in Afrika (Soedan, Sahel-zone) vormen op de spits gedreven constellaties van een imperialistische strijd over een herindeling van de wereld die na de crisis van de wereldeconomie en de financiële crisis van 2008/2009 is begonnen. Het tijdperk van het wereldwijde marktradicalisme, wat het wereldsysteem veertig jaar heeft beheerst, lijkt op zijn eind. Er is een nieuw tijdperk van protectionisme en staatsinterventie begonnen.
2. Bij alle grootmachten ontstaan systemen van centrale planning, gericht op een versterking van het economische en militaire machtspotentieel. Ze komen in de plaats van de door de markt gereguleerde vervlechtingen in de wereldeconomie en vormen het begin van een nieuw tijdperk van kapitaalreproductie.
3. Ook de sowieso meer dan halfslachtige programma’s om de snel groter wordende ecologische catastrofe te bestrijden worden gereduceerd ten gunste van de nieuwe economische hang naar oorlog.
4. Een belangrijke oorzaak van deze ontwikkeling was de wereldwijde strijd van de werkende klassen en de sociale bewegingen tegen de ecologische vernietiging. Zij hebben het radicale marktdogmatisme van de afgelopen decennia haar plek gewezen, en een verdere intensivering van de uitbuiting van het arbeidsvermogen en de natuur geblokkeerd. Nu moeten die op het Procrustesbed van staatsinterventie en hoge militaire uitgaven worden gelegd, en tegen elkaar worden opgezet op de slagvelden van de komende oorlogen. Tegelijkertijd groeit de bedreiging voor de komende generaties door de opnieuw versnelde verwoesting van de natuurlijke hulpbronnen en het milieu.
5. De belangrijkste spelers in het opnieuw opgelaaide conflict over grondstoffen, markten, technologische suprematie, invloedssferen en culturele hegemonie zijn de afnemende imperialistische hegemoniale macht VS, de opkomende imperialistische hegemoniale macht China, en de geassocieerde grootmachten EU, Japan, Groot-Brittannië-Australië, Israël en Saoedi-Arabië aan de ene kant, en Rusland, Wit-Rusland, Iran en Noord-Korea aan de andere kant. De andere grootmachten van het mondiale zuiden – India, Brazilië, Indonesië en Zuid-Afrika – hebben zich nog niet vastgelegd op een verdergaande associatie met een van de hegemonische grootmachten, maar neigen deels naar het door China gedomineerde machtsblok.
6. Er zijn duidelijke tekenen van een wereldwijde blokvorming onder leiding van de rivaliserende imperialistische hegemoniale machten. Centraal hierin staat de wapenwedloop, die nu ook ondergeschikte regimes heeft bereikt. In tegenstelling tot de Koude Oorlog is het belangrijkste doel niet langer het afschrikken van het vijandelijke kamp, maar de mogelijkheid om binnen vijf tot tien jaar “oorlogsklaar” te zijn. Daarna, in het geval van verdere escalaties, moet het opgebouwde militaire potentieel worden ingezet in grote oorlogen, en ten koste van grote verliezen aan soldaten en burgers worden gebruikt om de eigen oorlogsdoelen op te leggen aan de vijandelijke mogendheden.
7. Tegenover deze onmiskenbare tendens tot imperialistische blokvorming staat de nog steeds verregaande economische onderlinge afhankelijkheid van de leidende nationale economieën in transcontinentale productie- en toeleveringsketens en in een wereldwijd opererende financiële sector, die nog steeds wordt gedomineerd door de Amerikaanse dollar als wereldmunt. Zolang de tanende hegemoniale macht zijn opkomende tegenhanger niet volledig uit het mondiale financiële en handelssysteem verdringt, zal China waarschijnlijk niet beginnen zijn recent geïntensiveerde economische relaties met Rusland, Centraal-Azië, Iran, Afrika en Latijns-Amerika te gebruiken om een onafhankelijk economisch, financieel en valutabloksysteem op te bouwen. Alleen dan zou de blokvorming van de imperialistische grootmachten werkelijkheid worden. En dan zou de weg naar de Derde Wereldoorlog geplaveid zijn.
8. Momenteel beschikt het door de Verenigde Staten gecontroleerde machtsblok nog over een duidelijk militair overwicht, wat echter elk jaar minder wordt. Daarom bestaat het gevaar dat men binnen afzienbare tijd besluit om een preventieve oorlog tegen het rivaliserende machtsblok te beginnen.
9. De oorlogseconomische structuren die binnen alle imperialistische regimes ontstaan, hebben ernstige politieke gevolgen. De diverse politieke machtssystemen (dictatoriaal, autoritair, presidentieel-democratisch, representatief-parlementair, enzovoorts) groeien wereldwijd naar elkaar toe. In alle continenten en landen komt de publieke opinie, die vervormd is tot handelswaar, steeds meer onder controle van de politieke regimes. Dat leidt tot een strategische taakverdeling tussen mediakapitaal, regeringen en politieke klassen. Het gemeenschappelijke doel is om het maatschappelijke discours vorm te geven en gelijk te trekken. Het moet aansluiten bij hun agressief-imperialistische doelstellingen. Voor het onderdrukken van oppositiebewegingen zijn de binnenlandse veiligheidsdiensten verantwoordelijk. Die worden tot instrumenten van een interne staat van beleg ontwikkeld.
Er is echter een aanzienlijke weerstand tegen dit vormen en gelijktrekken. Die weerstand zal in de nabije toekomst toenemen, wanneer meer en meer mensen zich realiseren dat ze direct bedreigd worden door binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen.
10. Al met al kan worden aangenomen dat de tegenstrijdige tendensen tussen imperialistische oorlogsvoorbereidingen en de wereldeconomie de strijd om de herverdeling van de wereld vertragen. Daardoor zal het door de wapenwedloop vastgestelde tijdschema voor een wereldwijde militaire confrontatie worden verlengd. Daarnaast spelen toevalligheden – zoals de onbedoelde escalatie van regionale conflicten, het succes of falen van voorstanders van een preventieve oorlog in de politieke besluitvormingscentra, de escalatie van humanitaire rampen, burgeroorlogen die aan de controle van rivaliserende supermachten ontsnappen, economische crises, ecologische rampen, nationalistische en racistische campagnes, enzovoorts – een belangrijke rol. Ze kunnen de algemene ontwikkeling versnellen of vertragen.
11. Vanuit deze interne tegenstellingen ontstaan strategische tijdvensters en concrete handelingsmogelijkheden voor een perspectief van onderop. Het motto hiervoor zou het zeer actuele “Socialisme of barbarij” moeten zijn, naar Rosa Luxemburg.
12. Gebaseerd op deze leus zou er gezocht moeten worden naar een vereniging van de veelvoudig versplinterde mondiale sociale bewegingen, die gebaseerd zou kunnen zijn op de volgende uitgangspunten:
– Het sociale verzet richt zich in een gezamenlijke inspanning tegen alle imperialistische grootmachten in gelijke mate. Nergens en op geen enkel moment zal het partij kiezen voor of werken ten gunste van een van de rivaliserende grootmachten. De belangrijkste tegenstander van elke sociale beweging is in de eerste plaats het eigen imperialistische regime en het militair-industriële complex in eigen land. Dit is een onmisbare voorwaarde voor de ontwikkeling van continentale en mondiale onderlinge samenwerking.
– Het zal niet altijd eenvoudig zijn om aan deze principes vast te houden in de complexe mix van regionale conflicten. Toch moeten we hierop aandringen. In de Gaza-oorlog, bijvoorbeeld, staan het Palestijnse verzet, gedomineerd door de reactionaire islamitische Hamas, en de militaire, apartheids- en kolonistenstaat Israël tegenover elkaar. Beide partijen hebben verschrikkelijke oorlogsmisdaden begaan. Ook hier kunnen we geen partij kiezen voor een van beide kanten.
13. Uitgangspunt van het gemeenschappelijk handelen vormt een compromisloos anti-militaristisch perspectief: de strijd tegen de bewapening, de oorlogseconomie, de mobilisatie en militaristische propaganda op alle niveaus van analyse, de tegeninformatie, politieke praktijk en concreet handelen (campagnes om dienst te weigeren, blokkade van oorlogsindustrie, oorlogstransporten, kazernes, enzovoorts).
Bij dit gemeenschappelijke handelingsperspectief moet de sociale strijd in al haar facetten worden betrokken. Praktische overlap kan worden gevonden in de gezamenlijke strijd tegen militaire dienst en het weigeren van het destructieve werk in de wapenindustrie en militair onderzoek. De gemeenschappelijke basis vormt het socialistische tegenvoorstel van een vreedzame, egalitaire, op basisdemocratie gebaseerde en zelfgeorganiseerde samenleving, voorbij kapitalisme, patriarchale hiërarchieën, meedogenloze verkwisting van natuurlijke hulpbronnen, racisme en nationale staten.
14. Dit tegenperspectief heeft een empirisch, historisch en theoretisch fundament nodig. Er moeten werkgroepen worden gevormd die zich tot doel stellen om de sterke en zwakke kanten van de geschiedschrijving over de voorgeschiedenis van de wereldoorlogen en de theorieën over imperialisme te onderzoeken. Op basis daarvan zou een discussie over lange termijn-perspectieven kunnen worden begonnen. De resultaten hiervan zouden als basis kunnen worden gebruikt om de ontwikkeling van wereldwijd sociaal verzet te stimuleren en dat te richten op het gemeenschappelijke doel: socialisme of barbarij. Als platform van het wereldwijd samenwerkende verzet moet daar steeds weer opnieuw kritisch op worden gereflecteerd en moet het in praktisch handelen worden vertaald.
15. De wereld en de planeet stevenen af op een dubbele catastrofe, op een tijdperk van verwoestende grote oorlogen die mogelijk met kernwapens zullen worden gevoerd, en op een net zo bedreigende ecologische catastrofe. Vanwege deze ontwikkeling is het voor links een kwestie van overleving geworden om nu het ondenkbare te proberen. Het is haar taak om zich opnieuw wereldwijd te verenigen en een wereldwijd effectieve tegenmacht op te bouwen die een einde maakt aan het op hol slaan van de imperialistische grootmachten en de vernietiging van de natuur. Laten we een nieuwe anti-imperialistische poging wagen. Als we erin slagen om die te verbinden met de strijd van de arbeidersklasse en de sociale bewegingen tegen de vernietiging van het ecologische systeem, dan heeft de nieuwe opstand een kans. Laten we die benutten.
Intro door Eric Krebbers
Naar aanleiding van het door Eric geschreven intro het volgende.
Er wordt naar mijn idee niet verwoordt waar het over gaat en wat de strekking is, terwijl de oproep waarmee de tekst eindigt versimpeld wordt weergegeven en ook ernstig in twijfel wordt getrokken. Daarnaast lijkt de tekst te worden gebruikt voor eigen doelen die niets met de tekst zelf te maken hebben.
Ik zou na het lezen van het intro de tekst denk ik niet gaan lezen.
Waarom de vertaling?
Reden hiervoor was dat de blik wat ruimer is dan gebruikelijk hier op onze postzegel. Een schets van bredere ontwikkelingen kan leiden tot een meer gefundeerde landenoverstijgende plaatsbepaling.
Het laatste deel waar door Eric (terecht) vraagtekens over worden gesteld, in zijn woorden een “over-optimistisch idee van wereldwijd samenwerkende bewegingen van onderop” herken ik zeker niet. In de tekst is in mijn beleving sprake van een totaal andere, zelfs tegenovergestelde beleving: “voor links (…is het.., vert.) een kwestie van overleving geworden om nu het ondenkbare te proberen”. Is dit over-optimistisch?
Wellicht betreft het hier wensdenken, bekend bij links, wellicht zelfs een algemeen onderschreven insteek(?) – het volgt wel uit de tekst, het staat niet op zich! Lees de tekst voor de argumenten hiervoor lijkt mij.
Eerder noemde ik “eigen doelen” die lijken te worden nagestreefd, “orthodox anti-imperialisten” komen langs die wat van de tekst/analyse zouden kunnen leren. Dat lijkt mij ook, maar zeker ook de veel grotere groep NAVO-linksen. Hoe dan ook, mijn ervaring is dat we hooguit kunnen proberen zelf met betrokkenen in ons daadwerkelijke leven zouden kunnen leren, dit punt mis ik vooral ook.
Wat zou dit voor Doorbraak (en haar omgeving, waartoe ik mij ook reken) betekenen? Hoe verhoud de tekst zich tot intersectioneel denken (en zeker ook praktijk?).
Interessant. Ik kwam op ongeveer dezelfde conclusie en heb daarvoor een serie artikelen geschreven voor het oude, enigszins noodlijdende instituut Ravage, bv over de gecoördineerde indictrinatei campagne van de laatste tijd. Mijn laatse is een recensie van het boek van NAVO propagandist Rob de Wijk
https://www.ravage-webzine.nl/2024/05/24/wie-wil-leven-in-de-wereld-van-rob-de-wijk/